Een goede voorbereiding is heel belangrijk. Het oude behang moet eerst zonder resten van de wand worden verwijderd. Daarbij bewijst een behangafweker goede diensten. Wanneer je het de volgende keer gemakkelijker wilt hebben, kun je vóór het opnieuw behangen een speciale behangprimer op de wand aanbrengen. Dan kun je het behang er later zonder problemen aftrekken.
Wanden en plafonds behangen
De muren van een woning weerspiegelen de smaak van de bewoner. Ze worden beschilderd, beplakt, met foto’s of posters behangen, dienen als prikbord en worden door kinderen bekleurd. Behang is veelzijdige muurbekleding en toont geweldig ieders persoonlijke stijl. De meeste soorten zijn enorm eenvoudig aan te brengen. Dus aan de slag!
Dit heb je nodig voor je project
Gereedschap
Wanden en plafonds behangen: stap voor stap
Eventuele roest- of watervlekken moet je vóór het behangen met een isolatie-primer afdekken, zodat de vlekken later niet door het nieuwe behang heen komen.
Heb je gaten of scheuren ontdekt? Geen probleem! Die laat je gewoon met vulplamuur verdwijnen.
Knip nu de behangbanen op maat plus 10 cm extra lengte. Bij behang zonder patroon zijn de banen allemaal even lang. Bij verspringende patronen knip je de tweede baan op de helft van het patroon af.
Smeer niet teveel behangbanen tegelijk met plaksel in en houd rekening met een inweektijd van ongeveer 10 minuten. Elke ingesmeerde baan leg je nu eerst dubbel, zodat de ingesmeerde kanten op elkaar liggen. Daarna kun je ze nog verder samenvouwen.
Om ervoor te zorgen dat de behangbanen zo recht mogelijk zitten, lijn je de eerste op een schietlood uit. Begin hiermee in een hoek van de kamer aan de kant van het raam, er wordt altijd vanaf de lichtzijde behangen.
Nu wordt het spannend! Plak de eerste behangbaan met een kleine extra lengte tegen de hoek met het plafond aan. Daarmee kun je eventuele ongelijkheden compenseren.
Druk nu het behang vanuit het midden gelijkmatig naar de buitenkanten toe aan. Het beste kun je hiervoor een behangborstel gebruiken.
Nu moet je de extra lengte van de behangbaan nauwkeurig markeren. Om dit stuk er beter af te kunnen knippen, trek je de baan weer iets van de wand af. Hierbij is het belangrijk, het behang af te knippen, zolang de behanglijm nog nat is. Na het afknippen sluit het behang precies op het plafond aan.
Op deze manier breng je nu de volgende banen aan, die je telkens uitlijnt op de rechte randen van de vorige behangbaan.
De naden tussen de banen kun je met een gladde naadroller aandrukken, het naar buiten komende overtollige behangplaksel kun je gewoon met een schone doek afvegen. Belangrijk: het behang mag niet te snel drogen, anders kunnen de naden losraken. Daarom moet je er op letten, dat de kamer niet te warm is en moet je tocht voorkomen.
Voor het behangen van hoeken, knip je de behangbanen in de hoeken van de kamer zo af, dat er maar ca. 2 cm op de volgende wand komt. Deze strook knip je op meerdere plekken in, zie afbeelding. De rest van de baan of een nieuwe baan plak je dan over deze strook heen.
Hoewel niet vaak gedaan, kun je ook de plafonds in je huis behangen. Bij deze ‘vijfde wand‘, het plafond dus, heb je een tweede persoon nodig, die je een handje helpt. Deze helper parkeer je zo, dat hij of zij, bijvoorbeeld met een bezem, de behangbanen aan het plafond ondersteunt, tot ze geheel zijn vastgeplakt.
Want zo kun je de banen vervolgens op de gebruikelijke manier met de behangborstel gladstrijken.