Soorten vleesetende planten
Alle vleesetende planten hebben één ding gemeen: ze trakteren zichzelf zo nu en dan op een mug, mier, spin of vlieg. Daarom worden vleesetende planten ook wel carnivoren of insecteneters genoemd. De meeste vleesetende planten hebben deze traktatie eigenlijk niet nodig: de carnivoren voeren – net als andere kamerplanten – fotosynthese uit. Dat is genoeg voor ze om te overleven.
Er zijn honderden soorten vleesetende planten, maar ze hebben allemaal zeer verschillende eisen aan bodem, licht en temperatuur. Informeer vóór de aankoop dan ook altijd naar de behoefte van de vleesetende plant.
Wij laten je kennismaken met de populairste vleesetende planten en hun verzorgingseisen:
Venusvliegenvanger
Ook wel Dionaea muscipula genoemd is een vleesetende plant die vrij makkelijk te verzorgen is en daarom ook geschikt voor beginners. Drie dingen zijn belangrijk:
- gelijkmatig de bodem vochtig maken
- zonnige standplaats
- hoge luchtvochtigheid
Bij blootstelling aan de volle zon kleurt de venusvliegenvanger niet alleen rood op de bladeren, maar vormt hij ook grote nieuwe vallen. In de zomer, van ongeveer eind mei tot eind augustus, kan deze soort zelfs naar buiten, op een zonnige en beschutte plek. Laat de kamerplant wel langzaam wennen aan de nieuwe standplaats.
Als de vallen kleiner worden, niet meer rood kleuren en gesloten blijven, maakt de venusvliegenvanger zich klaar voor de winter. Onder winterrust wordt verstaan: temperaturen tussen de 5 en maximaal 12 graden Celsius. Hoe kouder de locatie, hoe minder licht de plant nodig heeft. Geef ook een stuk minder water dan in de zomer.
Zonnedauw
Ook wel Botanische Drosera genoemd en vangt insecten met een kleverige afscheiding die in druppelvorm op de toppen van de bladeren ligt.
De zonnedauw heeft een zonnige standplaats, constant een vochtige bodem en een hoge luchtvochtigheid nodig. Zorg er bij het water geven voor dat het water kalkarm is, bijvoorbeeld regenwater. Geef deze vleesetende plant nooit van bovenaf water, maar giet het water in een schoteltje. Je kan de zonnedauw eenvoudig in een plantenterrarium planten.
Sommige Drosera soorten hebben een winterslaap nodig bij lagere temperaturen, andere hebben een constante temperatuur nodig. Er zijn ook winterharde zonnedauw soorten die je in een pot of bij de vijver kunt planten.
Bekerplant
Ook wel Nepenthes genoemd, een veeleisende vleesetende plant. De bekerplant houdt van constant hoge temperaturen tussen de 20 en 30 graden Celsius, een hoge luchtvochtigheid en een zonnige standplaats. In een normale kamer dus best lastig, daarom is deze soort erg geschikt voor een terrarium. Gebruik voor het water geven ontkalkt- of regenwater. Giet ook bij deze plant het water in een schoteltje. En hou de bekers voor 1/3 gevuld met water, zodat de bekers niet gaan verdrogen. Bekerplanten worden relatief groot in vergelijking met andere carnivoren.
Trompetbekerplant
Ook wel Sarracenia genoemd en de meest efficiënte insectenvanger die er is. Drie dingen zijn belangrijk:
- zonnige standplaats
- hoge luchtvochtigheid
- veel water
De bekerplant moet altijd op een schotel staan met 1-2 cm water. Ook dit water moet weer kalkvrij zijn, dus gebruik regenwater. Deze vleesetende plant heeft winterrust nodig. Zet de plant op een lichte maar koele plaats waar de temperatuur tussen de 2 en 12 graden Celsius ligt. In deze periode is het belangrijk dat de grond niet meer nat is, maar gewoon vochtig.
Vetkruid
Last van fruitvliegjes? Dan is de vetkruid, ook wel Pinguicula genoemd de vleesetende plant voor jou! Deze soort trekt veel fruitvliegjes en is daardoor ideaal voor in de keuken of bij de fruitschaal.
Vleesetende planten kopen
Wil je een vleesetende plant in huis halen? Houd er rekening mee dat vleesetende planten in de winter vanwege de winterslaap niet verkrijgbaar zijn.
Waar vleesetende planten neerzetten?
Alle vleesetende planten hebben een hoge luchtvochtigheid nodig. Sommige soorten, zoals de bekerplant, hebben een dermate hoge luchtvochtigheid nodig dat het slim is om de kamerplant in een terrarium of minikas te plaatsen.
Een zonnige standplaats is ideaal voor de carnivoren. Zet ze op een lichte plaats in huis. Soorten als bekerplanten, venusvliegenvallen, zonnedauw of de darlingtonia kunnen zelfs bij een raam op het zuiden geplaatst worden. Maar let op! Niet alle soorten kunnen tegen een directe middagzon, plaats bijvoorbeeld een Pinguicula beter bij een raam op het noorden.
Vleesetende planten die geen winterslaap houden, hebben in de winter een extra lichtboost nodig. Gebruik hiervoor zogenaamde plantenlampen.
In de zomer kun je vleesetende planten buiten op het balkon, terras of in de tuin zetten. Laat de planten langzaam wennen aan de nieuwe standplaats. Er zijn ook winterharde carnivoren die het hele jaar buiten kunnen blijven. Exotische exemplaren moet je echter op tijd, voor de herfst, weer in huis halen of het hele jaar door op de vensterbank laten staan.
Verzorging van vleesetende planten
Bodem, licht, vocht: de verzorging van vleesetende planten is afhankelijk van de soort. Uiteraard zijn er wel een paar algemene verzorgingsinstructies. Ze mogen geen water krijgen met hard water uit de kraan, gebruik dus regenwater. Bovendien hoef je insecteneters niet te bemesten. Lees meer over de juiste verzorgingstips voor vleesetende planten:
Vleesetende planten water geven
In tegenstelling tot andere kamerplanten houden vleesetende planten van een vochtige grond. Er zijn een paar dingen waarmee je rekening moet houden bij het water geven van de carnivoren:
- Gebruik voor het besproeien voedingsarm, kalkvrij water. Regenwater is ideaal, maar gedestilleerd water kan ook. Vermijd kraanwater, omdat dit schadelijk kan zijn voor de insecteneters.
- De meeste vleesetende planten houden er niet van als je ze van bovenaf water geeft. Plaats de vleesetende plant op een schotel en vul deze 1-2 cm met water. Laat de schotel altijd volledig uitdrogen voordat je deze opnieuw vult met vers water.
Een ander belangrijk punt bij de verzorging van vleesetende planten: luchtvochtigheid. Soorten zoals de venusvliegenvanger kunnen goed tegen een luchtvochtigheid van rond de 40%. Je kan niet alle vleesetende planten nat spuiten, het helpt om een kom te vullen met geëxpandeerde klei. En deze onder de plantenpot te plaatsen, vooral als de lucht droog is.
Sommige soorten bekerplanten hebben een luchtvochtigheid van 80-100% nodig. Plaats ze dan in een terrarium. Met een luchtvochtigsheidmeter kun je de luchtvochtigheid altijd in de gaten houden.
Vleesetende planten bemesten
Als het om kunstmest gaat, kun je achterover leunen en ontspannen! Vleesetende planten hebben geen extra voedingsstoffen nodig in de vorm van regelmatige bemesting. Integendeel, kunstmest kan de planten zelfs beschadigen.
Als je iets goeds wilt doen voor je carnivoren, kun je ze beter één keer per jaar verpotten in speciale grond.
Vleesetende planten verpotten
Jouw vleesetende plant verpotten? Dan is een speciale grond voor vleesetende planten de juiste keuze. Met normale potgrond kunnen ze meestal niet goed overweg. De pH-waarde van de voedselarme speciale grond is zuur en daarom perfect afgestemd op de behoeften van de vleesetende planten. Door het veengehalte kan de bodem goed vocht vasthouden. Verder wordt er geen kunstmest aan deze grond toegevoegd.
Voer vleesetende planten niet zelf!
Vang zelf geen insecten voor je vleesetende plant. De carnivoren zijn erg zuinig en kunnen zichzelf voeden. Een venusvliegenvanger kan maar maximaal vijf keer het vangblad openen en weer sluiten voordat deze afsterft.
Ongedierte op vleesetende planten
Vleesetende planten zijn jagers, maar verzwakte planten zijn bijzonder gevoelig voor aanvallen door plantenplagen. Ze kunnen dan last hebben van bladluizen, muggen, trips en schaalinsecten.
Net als bij alle andere kamerplanten geldt hetzelfde voor vleesetende planten: de beste verdediging tegen ongedierte is preventie. Zorg voor gezonde planten met de juiste locatie en verzorging.
Winterslaap vleesetende planten
Of jouw carnivoren een winterslaap nodig hebben, hangt sterk af van het type vleesetende plant.
- Insecteneters uit gematigde streken - zoals de venusvliegenvanger - gaan in winterslaap. Ze hebben een lichte plek nodig, een temperatuur van max. 12 graden Celsius en zonder tocht. Vergeet niet om tijdens de winterslaap minder water te geven.
- Vleesetende planten uit tropische gebieden - zoals de bekerplant - hebben het hele jaar door een constante temperatuur nodig en dus geen winterslaap. Door de korte dagen kan het echter voorkomen dat deze kamerplanten licht tekort komen. Een plantenlamp zorgt dan voor voldoende licht.
- In de tuin kun je winterharde insecteneters achterlaten. Ze trekken zich in de winter terug in de wortels en ontkiemen het volgende voorjaar weer. Staan je vleesetende planten in potten? Dan moet je ze beschermen tijdens het overwinteren.
Plaats je vleesetende planten tijdens hun winterslaap in een kelder met grote ramen, in een trappenhuis of op een lichte zolder.
De winterslaap van de venusvliegenvanger kun je bijvoorbeeld herkennen aan het feit dat de nieuwe bladeren kleiner en gesloten zijn en de plant niet meer de typische rode kleur heeft.
Vleesetende planten in een terrarium
In een terrarium kun je ook veel soorten vleesetende planten houden. Met een terrarium is het ook veel gemakkelijker om de vereiste luchtvochtigheid op peil te houden. Een duidelijk voordeel! Het nadeel is echter dat er maar beperkt ruimte beschikbaar is en het veel lastiger is om de winterslaap te garanderen.
Let daarom bij het kopen van vleesetende planten die je in een terrarium wilt plaatsen op de volgende punten:
- De planten moeten langzaam groeien en niet te groot worden.
- De vleeseters moeten goed tegen een hoge luchtvochtigheid kunnen.
- De planten hebben geen winterslaap nodig.
Geschikt voor een plantenterrarium zijn bijvoorbeeld: zonnedauw en bekerplanten. Afhankelijk van de beschikbare ruimte kies je voor zwakke of kortgroeiende soorten.
Tip: het terrarium moet helder zijn en zet ze niet in de felle middagzon. Anders kan het zo heet worden dat de planten beschadigd raken. In de zomer moet je regelmatig ventileren of kiezen voor een open terrarium.
Begin bij het inrichten van een terrarium voor vleesetende planten met een drainagelaag van bijvoorbeeld geëxpandeerde klei of kleikorrels. Voeg vervolgens de speciale grond voor vleesetende planten toe – minimaal 5 cm hoog.
Denk vooraf na over hoe jouw terrarium er uit moet zien. Verschillende niveaus zien er altijd visueel aantrekkelijk uit. Maar denk ook aan de eisen van de bewoners: plaats vleesetende planten die het graag droger hebben hogerop, terwijl andere planten liever in lagere, nattere gebieden staan. Gebruik ook stenen, wortels, lavakorrels of boomschors om wat structuur aan het terrarium toe te voegen.
Bodem voor winterharde vleesetende planten
Natuurlijk kan je ook winterharde vleesetende planten in de tuin planten. De carnivoren hebben echter een speciale bodem nodig, die maak je zo:
- Zoek eerst een standplaats in de volle zon. Graaf een gat van ongeveer cm diep voor je moerasbed. De lengte en breedte kun je zelf bepalen.
- Bekleed het gat nu met vijverfolie. Zorg er voor dat de folie de rand van je gat ruim bedekt. Het moerasbed heeft vijverfolie nodig om te voorkomen dat het water weg stroomt.
- Om ervoor te zorgen dat de bodem altijd van voldoende water wordt voorzien, bouw je een wateropslag. Afhankelijk van de grootte van het moerasbed kun je één of meerdere mortelemmers aanschaffen. Je kunt hiervoor uiteraard ook grote bloempotten gebruiken.
- Boor aan alle kanten en in de bodem van de mortelemmer enkele gaten. Plaats deze in het gegraven gat met de opening naar beneden gericht. De mortelemmer creëert een holte waarin het water zich kan verzamelen. Hierdoor kan de bodem vocht opnemen.
- Afhankelijk van de grootte van het gat vul je de bodem met één of meerdere emmers tot de grond bedekt is. De potten moeten hoog genoeg zijn, zodat er ongeveer 20 cm ruimte overblijft voor de laag vleesetende planten.
- Voeg onbemeste grond toe met een zure pH-waarde en geef het moeras water.
- Je kan het moeras ontwerpen met verschillende hoogtes. Een kleine heuvel hier, een vallei daar. Dit ziet er niet alleen interessanter uit, maar biedt ook betere omstandigheden voor de vleesetende planten.
- De vijverfolie moet de rand ongeveer 15 cm overlappen. De rest kun je nu afsnijden. Zorg ervoor dat er een kleine opening is tussen de rand en de bodem. Er mag indien mogelijk geen normale potgrond in het moeras gebied druppelen.
- Je moerasbed is klaar en kan beplant worden met vleesetende planten.
Moerasbed beplanten
Voordat je vleesetende planten in het moerasbed plaatst, kan je ter decoratie ook grotere stenen plaatsen. Let bij het planten van de vleesetende planten ook op de stand van de zon: kleinere planten moeten naar voren gericht zijn, grotere planten verder naar achteren. Zo krijgt iedereen evenveel zon.
Begin bij het planten met hoge vleesetende planten, zoals winterharde bekerplanten. Zorg voor wat ruimte voor de bekerplanten, want deze zullen nog groeien. Begin daarna aan de kleinere vleesetende planten, zoals winterharde zonnedauw of Pinguicula.
Buiten kunnen vogels de Drosera (zonnedauw) planten uit de potten of uit de grond trekken omdat de vogels de vliegjes van het kleefblad af eten, een netje kan dan helpen dit te voorkomen.
En vul vervolgens het bed op met gezelschapsplanten. Uiteraard moeten de gezelschapsplanten goed overweg kunnen met het moeras. Denk bijvoorbeeld aan moerasanjer, gewone heide, veenmos en grassen.
Belangrijk: geef het moerasbed twee weken lang voldoende water, zodat alle planten goed kunnen groeien.
Moerasbak voor balkons en terrassen
Geen tuin? Kies dan voor een moerasbak voor vleesetende planten. De stappen zijn in principe hetzelfde, behalve dat kleinere potten in plaats van een mortelemmer voldoende zijn. Gebruik bijvoorbeeld een zinken kuip. Bij kleine en ondiepe potten kan je de wateropslag achterwege laten.
Vangtechnieken van vleesetende planten
Vouwval, lijmval, valkuil: vleesetende planten hebben afhankelijk van de soort verschillende vangtechnieken ontwikkeld. Een kort overzicht van de verschillende technieken:
Vouwval
De vouwval is waarschijnlijk de meest bekende vangmethode. Dit is bijvoorbeeld de manier hoe venusvliegenvanger muggen, mieren of spinnen te pakken krijgt.
Zo werkt het: de plant heeft twee bladhelften met kleine voelhaartjes aan de binnenkant van de bladeren. Als een insect de tastharen meerdere keren aanraakt, sluiten de twee bladhelften zich binnen enkele seconden.
Nadat de val is ontstaan, helpt een afscheiding van de vleesetende plant het insect te verteren. Een paar dagen later gaan de bladhelften weer open en komen alleen de onverteerbare resten aan het licht.
Lijmval
Vleesetende planten zoals zonnedauw hebben een lijmval. Zo werkt het: de plant scheidt een kleverige afscheiding af die op de bladeren of aan de uiteinden van de tentakels van de bladeren naar buiten komt. De afscheiding is niet alleen plakkerig, het dient ook als lokstof. De insecten die op deze manier worden aangetrokken blijven vastzitten. Vervolgens worden de insecten verteerd met behulp van een enzym. Er zijn ook insecteneters die hun prooi uitzuigen.
Valkuil
Bekerplanten hebben totaal verschillende tactieken. Ze zijn uitgerust met valkuilen. Zo werkt het: de bladeren van deze vleesetende planten vormen een holte. De carnivoren gebruiken een zoete geur om insecten aan te trekken, die vervolgens in de holte vallen. Door de gladde binnenwanden en de smalle ruimte kan de prooi zich niet of slechts met grote moeite bevrijden.
De vertering vindt plaats in het onderste buisgedeelte van de valkuil. Als de vangst succesvol is, pompt hij het spijsverteringssap in de buisjes, waarna de buiswanden de voedingsstoffen opnemen.