Lijmen voorbereiden
Voordat je met lijmen kunt beginnen, moeten een aantal voorbereidingen getroffen worden. Als je op de volgende punten let, leg je een optimale basis voor de beste resultaten.
- Maak het oppervlak vrij van vuil, roest, verfresten en andere vreemde stoffen. Daarvoor is bijvoorbeeld een milde zeepoplossing geschikt.
- Ruw het oppervlak vervolgens op met schuurpapier.
- Ontvet daarna de te lijmen oppervlakken, bijvoorbeeld met aceton, alcohol of nitroverdunner. Let daarbij op de verdraagzaamheid van het materiaal.
- Na het drogen mag je het te lijmen oppervlak niet meer aanraken omdat daar anders huidvet op achterblijft waardoor de kleefkracht wordt beperkt.
- Breng de lijm nu gelijkmatig en dun aan. Let bij contactlijm op de ontluchtingstijd.
- Voorkom dat vuil en stof op oppervlakken terechtkomt die net met lijm zijn ingesmeerd.
- Staak slijpactiviteiten en dergelijke tot de delen zijn samengevoegd.
Trekbelasting
- Trekbelasting heeft te maken met de belasting.
- Bij een geringe belasting kies je voor de stompe verbinding.
- Bij een grotere belasting moet je het lijmoppervlak vergroten.
- Maak het oppervlak groter met een liplas (schuin).
- Vergroot het oppervlak met een liplas (trap).
- Vergroot het oppervlak met een eenzijdige las.
- Vergroot het oppervlak met een dubbelzijdige las.
Splijtbelasting
- Bij de splijtbelasting wordt het gehele lijmoppervlak ongelijkmatig belast.
- Versterk de lijmverbinding als bij de trekbelasting of plaats er een manchet omheen.
Afpelbelasting
- Flexibele materialen kunnen door afpelkrachten op het gelijmde oppervlak oprollen. Om dat te voorkomen, moet de lijmverbinding versterkt worden.
- Versterk de lijmverbinding door er een verstevigde materiaalstrip op te plakken.
- Versterk de lijmverbinding door het flexibele deel om de rand van het stijvere deel te plaatsen.
- Versterk de lijmverbinding door de betreffende hoeken af te ronden.
Lijmen & kitten