Een humusbodem bevat meer dan 15% humus. Humus is een vochtige, vruchtbare grond die met plantaardige en dierlijke resten is verrijkt. Humus heeft een heel donkere kleur en ligt op de bovenste laag van de grond, een nauwkeurige afbakening is overigens niet mogelijk omdat de omzetniveaus vloeibaar zijn. Humus kan veel water opnemen maar is slecht doorlucht, waardoor het gemakkelijk verzuurt. Onderscheid wordt gemaakt tussen voedings- en bestendige humus. Het humusgehalte kan bij benadering worden geschat: hoe donkerder de kleur, des te hoger het humusgehalte.

Kalkgrond heeft een kalkgehalte van minstens 40%. Het is een aan voedingsstoffen arm en heel droge grond, die slecht water opneemt. Daarom is het slechts beperkt geschikt voor de tuin- en landschapsarchitectuur. Als je een bodemmonster met een verdund zoutzuur aanvult, lost de kalk uit de eerste bodemlagen op. Op deze manier kan het kalkgehalte bij benadering worden geschat:

• bruist niet: kalkgehalte < 1%
• bruist licht: kalkgehalte 1 – 3%
• bruist sterk: kalkgehalte 3 – 5%
• bruist continu sterk: kalkgehalte > 5%

Leemgrond is een mengsel van zand, klei en silt en is een van de zwaarste bodemsoorten. Het is een ideaal opslagmiddel voor water en voedingsstoffen en behoort daarmee tot de vruchtbare grondsoorten. Daarom is het ook zeer geschikt voor tuin- en landschapsarchitectuur. Als je een bodemmonster tussen je vingers wrijft, voelt het een beetje stug aan. Het klei-achtige materiaal bevat losse korrels en je kunt het tussen je vingers tot een balletje rollen.

Zandgrond heeft van de vier grondsoorten de grofste korrel. Het behoort tot de lichte bodemsoorten die zich heel goed laat bewerken. Het laat water door en warmt snel op, maar koelt ook even snel weer af, zoals het zandstrand dat overdag heet en ’s nachts koud is. Het bodemmonster is niet klei-achtig. Het voelt bros aan en laat zich nauwelijks vormen. Als je het materiaal tussen je vingers wrijft, kun je de losse korrels goed voelen.

Kleigrond is een zware grond die minstens 35% klei bevat. Het is een ideale opslagbodem voor water en voedingsstoffen. Bij veel neerslag zwelt het op en wordt het sponsachtig, bij te veel zon neigt het tot uitdrogen, wordt hard en gaat scheuren. Kleigrond warmt moeilijk op en is vaak slecht doorlucht. Het bodemmonster is vies en glimt als je het tussen je vingers wrijft. Het materiaal is niet klei-achtig en laat zich niet vormen. De losse korrels zijn goed te voelen en te zien.