Of het nu om schommels, klimtoestellen of zandbakken gaat: voor onbezorgd speelplezier van kleine en grotere rakkers komt de veiligheid van de toestellen altijd op de eerste plaats. Daarom hecht HORNBACH veel waarde aan de kwaliteit en goedgekeurde veiligheid van hun speeltoestellen. Hier vind je meer informatie over veiligheidsnormen en waarop je bij de aankoop en opbouw van speeltoestellen moet letten om je kinderen tegen verwondingen te beschermen.
De juiste opbouw van speeltoestellen
Waarop je bij de opbouw van speeltoestellen zoals klimtorens of speelhuisjes absoluut moet letten, hebben wij voor je op een rijtje gezet.
- Om onderstellen goed vast te zetten, moet je de palen ten minste zestig cm diep in de grond verankeren. De grondankers moeten van dwarsbalken voorzien en in cement gegoten worden. Zo zorg je ervoor dat het speeltoestel de zwaarste belasting en zelfs de volgende herfststorm zonder problemen doorstaat.
- De houten onderdelen moeten stabiel worden verlijmd en uitstekende spaanders moeten verwijderd zijn. Alle onderdelen moeten afgerond, alle schroefverbindingen verzonken en beschermd aangebracht zijn. Anders blijven de kinderen al snel met hun kleding, sieraden of haren aan uitstekende delen hangen.
- Een deklaag van boomschors of zand vormt een perfecte ondergrond om een eventuele val op te vangen. Voor speeltoestellen op fundamentvloeren is een iets duurdere variant met speciale kunststof tegels verkrijgbaar om de ondergrond veiliger te maken.
- Ook het onderhoud van de speeltoestellen is van belang om de veiligheid te garanderen. Controleer de toestand van het speeltoestel daarom regelmatig op zwakke plekken als gevolg van weersinvloeden of slijtage.
Kwaliteitskenmerken van onze speeltoestellen
Europese veiligheidsnormen voor speeltoestellen
Om jou en je kinderen tegen verwondingen te beschermen, werd in 1990 een Europese richtlijn voor speelgoed ingevoerd, waardoor de veiligheidseisen aan speelgoed in heel Europa werden verhoogd en nadien steeds verder werden uitgebreid. Dat wil zeggen dat alle speelgoed aan de eisen van de Europese speelgoedrichtlijn 2009/48/EG moet voldoen om in Europa op de markt gebracht te mogen worden. Hoe de opvolging van de richtlijnen wordt gecontroleerd, regelt de speelgoednorm NEN EN 71.
Bij de keuring wordt door een wettelijk goedgekeurde, onafhankelijke keuringsinstantie (bijv. TÜV) gecontroleerd of het speelgoed aan de vastgelegde veiligheidseisen van de onderstaande normen voldoet. Daarbij verschillende de keuringscriteria al naar gelang het soort speelgoed.
- NEN EN 71-1: Mechanische en fysische eigenschappen.
- NEN EN 71-2: Brandbaarheid.
- NEN EN 71-3: Migratie van bepaalde elementen (grenswaarde voor 8 zware metalen, zoals bijvoorbeeld arseen, lood, cadmium en kwik).
- NEN EN 71-4: Scheikundedozen.
- NEN EN 71-5: Chemisch speelgoed (sets), anders dan scheikundedozen.
- NEN EN 71-6: Symbool voor de aanduiding van leeftijdsgerelateerde waarschuwingen.
- NEN EN 71-7: Vingerverf.
- NEN EN 71-8: Schommels, glijbanen en soortgelijk speelgoed voor huishoudelijk gebruik (binnen en buiten).
- NEN EN 71-9: Organische chemische verbindingen – Eisen.
- NEN EN 50088: Veiligheid van elektrisch speelgoed.
Geteste veiligheid van speelgoed: vragen over het GS-keurmerk
Wat zit er achter het GS-keurmerk?
Het GS-keurmerk is een wettelijk geregeld, Europees keurmerk voor de productveiligheid. Als een speeltoestel is voorzien van een GS-keurmerk, dan is het door een officiële keuringsinstantie, zoals de TÜV, voor het beoogde gebruik als veilig beoordeeld. De afkorting GS staat voor “geprüfte Sicherheit“ (geteste veiligheid) en geeft in Duitsland aan dat het om geteste producten gaat die aan de eisen van de apparaat- en productveiligheidswet (GPSG) voldoen.
Wat wordt er gecontroleerd?
Daarbij wordt niet alleen de veiligheid van het materiaal en de constructie van het product getest, maar ook de grenswaarden van zware metalen en schadelijke stoffen, die bijvoorbeeld kankerverwekkend kunnen zijn (PAK – polycyclische aromatische koolwaterstoffen). Ook wordt gecontroleerd of de gebruiksaanwijzing volledig en begrijpelijk is.
Wie voert de keuring uit?
Om een product een GS-keurmerk te mogen toekennen, moet de fabrikant door een toegelaten keuringsinstantie een zogeheten typegoedkeuring laten uitvoeren en door hen laten garanderen dat het product aan de GPSG en de Europese richtlijnen voldoet. Deze keuringsinstantie, zoals bijvoorbeeld de TÜV (Technischer Überwachungs-Verein), moet op het GS-keurmerk aangegeven worden. Als deze informatie ontbreekt, kan de echtheid van het keurmerk worden betwijfeld.
Hoe wordt de geldigheid gewaarborgd?
De geldigheid van het GS-certificaat wordt aan de hand van regelmatige controles op de productielocatie gehandhaafd. Het geproduceerde toestel moet gelijk zijn aan het prototype en wijzigingen aan het product moeten worden gemeld.
Belangrijke aanwijzing
Het GS-certificaat geeft geen waardeoordeel over algemene kwaliteitskenmerken, zoals bijvoorbeeld de levensduur van het product. Het is geen kwaliteitskeurmerk. Alleen de geteste productveiligheid wordt gegarandeerd.
