Soorten tuinsproeiers
Droogte is funest voor je tuin. Zorg daarom dat je je tuin goed kunt sproeien! Dit kun je op meerdere manieren doen. Er zijn namelijk verschillende soorten tuinsproeiers.
Heb je een kleine tuin, of alleen bloempotten en plantenbakken op je terras? Dan is een
Druppelirrigatie is niet alleen voor de landbouw, het kan ook in jouw tuin! Het voordeel van dit systeem is dat elke plant genoeg water krijgt. Zo hoef je niet elke plant apart water te geven. Ideaal dus!
Een bewateringssysteem is voor de hele tuin geschikt, behalve voor je gazon. Het voordeel van druppelirrigatie is dat je de tuin sproeit bij de wortels van de planten. Het water komt precies waar het zijn moet en dat is dus waterbesparend!
Het irrigatiesysteem is als volgt opgebouwd: het begint met een basisapparaat. Dit zorgt ervoor dat de druk vermindert en tegelijk het water filtert. Aan dit apparaat wordt een verlengbuis of tuinslang aangesloten die het water naar de juiste plekken brengt. Het systeem is op veel manieren te gebruiken: voor plantenbakken, hagen en struiken, voor borders, bloemperken, moestuinen en kassen!
Druppelirrigatie kan op verschillende plaatsen in je tuin worden gebruikt. Zorg ervoor dat je de juiste methode kiest en je hebt er geen omkijken meer naar!
Zo leg je een sprinklersysteem aan
Zorg dat de besproeiing van je tuin goed gepland is. Denk er dus van tevoren goed over na! Anders zal het tijd en geld kosten.
- Maak eerst een schets van je tuin, waar alles op staat. De verschillende delen van je tuin, maar ook gebouwen en vooral de wateraansluiting.
- Geef ook aan waar je de tuin niet hoeft te sproeien.
- Bereken de oppervlakte in vierkante meters, van het deel dat je wel wilt besproeien.
- Bedenk hoeveel sprinklers, tuinsproeiers en druppelsystemen je nodig hebt en waar.
- Teken op je schets de verschillende apparaten, én hun positie. Dan zie je ook hoeveel apparaten er op een leiding zijn aangesloten en kun je voorkomen dat deze wordt overbelast.
1. Proefopstelling
Leg alles in de tuin of op het gazon klaar: alle onderdelen volgens je installatieplan, of de planningsdocumenten van de fabrikant. Begin bij de wateraansluiting, vaak is dit de buitenkraan, of de waterleiding daar in de buurt. Start met het aanleggen van de besproeiingsinstallatie. Zaag de buizen op de juiste lengte en verbind de losse elementen met elkaar. Werk zo schoon mogelijk, zorg dat er geen aarde in de buizen komt!
Belangrijk: voeg de buizen zo samen dat er een volledig dichte verbinding is. Anders zal er water gaan lekken.
2. Geul graven
Stel alles op de juiste manier in voordat je het in de grond plaatst: de sproeirichting, de sectoren en de reikwijdte van de turbinesproeiers. Test alle tuinsproeiers als je ze hebt aangesloten, maar voordat je het systeem in de grond legt! Maak een V-vormige insteek in de grond of het gazon, van ca. 20-25 cm diep. Verwijder het gras en leg deze opzij; je kunt deze straks weer terug plaatsen. Graaf de geul volledig uit.
3. Leggen
Op het diepste deel van de geplaatste buizen komt een ontwateringsventiel. Leg hieronder een laag gewassen grind, ter verbetering van de drainage. Plaats het buizennetwerk met de sproeiers en de andere delen in de geul. Om beschadigingen te vermijden, bijvoorbeeld bij het grasmaaien, mogen verzonken sproeiers en behuizingen niet boven het grondoppervlak uitsteken!
4. Sluiten
Gooi de geul weer dicht, leg de graszoden terug en stamp het aan. Als je de geul en het gras voorzichtig besproeit, kan het gras snel weer herstellen.
Tip: maak foto
Combineer verschillende sproeisystemen
Het is heel makkelijk om de verschillende sproeisystemen te combineren! Je kunt de druppelirrigatie combineren met de zwenksproeier voor je gazon, of de verzonken tuinsproeier. En als je sommige planten met de hand wilt sproeien, kan je de rest alsnog aansluiten op een systeem. De keuze is aan jou!
Duurzaam watergebruik bij sproeien
Bij het sproeien van je tuin kunnen er heel wat liters water doorheen gaan. En ook al is het voor een goed doel, het zou het beste zijn als het water zo efficiënt mogelijk gebruikt wordt! Hier kun je op verschillende manieren mee aan de slag gaan. Bekijk de tips hieronder om waterverspilling tegen te gaan!
Tip 1 - Tuin automatisch besproeien
Houd je eigen gras groener dan bij de buren, zeker in de vakanties! Ook als je erg druk bent, wil je niet urenlang met de tuinslang in de weer. En wat dacht je van die planten die je altijd nét iets te veel water geeft. Dán is een automatisch sproeisysteem iets voor jou! En het is ook nog eens goed voor het milieu.
De besproeiingscomputer plaats je tussen de kraan en de tuinslang. Het apparaat heeft vaak een klein display, waarmee je de besproeiing van je tuin kunt instellen.
- Er zijn bedrade of draadloze besproeiingscomputers. Beiden zullen volautomatisch de besproeiing regelen. Afhankelijk van het model kan de besproeiingscomputer één of meerdere verschillende programma's opslaan.
- Draadloze sproeisystemen werken met individueel programmeerbare besturingseenheden, die met de ventielen verbonden zijn. Op deze manier kunnen verschillende gedeeltes van de tuin los van elkaar besproeid worden.
- Er zijn besproeiingscomputers die draadloos met een bodemvochtmeter verbonden zijn. De computer evalueert de meting en stelt zelfstandig de benodigde besproeiing in. Het gewenste tijdstip bepaal jij! Zo geef je nooit te veel water meer!
- Bij een andere variant van de besproeiingscomputer meet het systeem periodiek de verdamping uit de planten, de luchttemperatuur, het zonlicht, de luchtvochtigheid en de hoeveelheid neerslag. Daarmee wordt de waterbehofte van de planten bepaald. Deze methode is erg precies en bespaart enorm veel water. Een duurzame investering voor je tuin dus!
- Nog een duurzaam pluspunt: de meeste besproeiingscomputers werken op zonne-energie.
Besproeiingscomputer opslaan in de winter
Vergeet niet om je besproeiingscomputer in de herfst op tijd op te slaan. Kou en vorst kunnen ernstige schade veroorzaken!
Het grootste voordeel van een automatisch sproeisysteem is de tijd die je bespaart! Maar er zijn nog meer voordelen:
- Je kunt het sproeisysteem aansluiten op de kraan, de regenton of andere waterbronnen.
- Een besproeiingscomputer is effectief en bespaart water. Je hebt tot 70% minder water nodig!
- Je kunt overal gebruik maken van een sproeisysteem met besproeiingscomputer: de tuin, het terras of balkon!
Tip 2 - Sproei zuinig & slim!
Je tuin sproeien is niet alleen de tuinslang aansluiten en laat het water maar stromen. Wanneer moet je sproeien, of hoe vaak? Zeker bij droge periodes in het voorjaar en de zomer zijn dat veelgestelde vragen. Ontdek hier hoe je het best je tuin kunt sproeien!
Het beste tijdstip om tuin en gazon te sproeien is in de avond, 's nachts of in de ochtend vroeg. Dan verdampt het water niet direct weer en kan het goed de aarde intrekken en de wortels bereiken.
Ongeveer vanaf begin mei tot half september. Dit is natuurlijk afhankelijk van hoe warm de maanden daarbuiten zijn! Is er eerder in het voorjaar al droogte en hoge temperaturen, dan kun je natuurlijk ook vast je tuin gaan sproeien.
Bij warm weer of droogte: gemiddeld om de 3 tot 4 dagen.
Bonus tip: planten trainen
Verwen je planten niet teveel! Dat klinkt misschien gek, maar dan willen ze op warme dagen méér water en dat is lastig om vol te houden. Geef alleen water als het echt nodig is, ongeveer vanaf het begin van de zomer. Hierdoor kun je veel plantensoorten trainen, waardoor ze beter in staat zijn om hete zomers te overleven. Hoe dat komt? Bij droogte doen de wortels beter hun werk om het laatste beetje water uit de bodem te halen. Dus planten trainen betekent ook sterkere of diepere wortels.
Zorg ook dat je de juiste planten op de juiste plek neerzet. Als je tuin op een vrij droge plek ligt, kies dan niet voor planten die veel water nodig hebben. Is er soms veel of een sterke wind? Kies daar ook de juiste planten voor!
Controleer eerst de bodem na het sproeien. Als de planten al langer in je tuin staan, moet de bodem ca. 20 cm doordrenkt zijn. Nieuw geplaatste planten hebben meer water nodig!
Geef je planten en gazon nooit water in de volle zon! Dit kan ervoor zorgen dat de bladeren verbranden. Waterdruppels op de bladeren kunnen fungeren als een vergrootglas voor de zonnestralen. Een lage avondzon is meestal geen probleem.
1 keer schoffelen bespaart 3 keer water geven
Een losse bodem neemt (regen)water beter op en voorkomt dat het vocht uit de diepte naar boven komt en daar verdampt. Zo bespaar je jezelf een hoop water door regelmatig te schoffelen met als doel je onkruid te verwijderen.
Tip 3 - Regenwater in de tuin gebruiken
Tuinbewatering encyclopedie
Weten welke tuinsproeiers er allemaal zijn en wat ze precies doen? Ontdek alle begrippen over tuinsproeiers, sproeisystemen en hun uitleg hier!
Cirkelsproeier
Een cirkelsproeier sproeit waterstralen uit kleine sproeiers en draait rond, zodat de tuin gelijkmatig gesproeid wordt. Meestal is de reikwijdte in te stellen. Is dat niet het geval, dan kan de wijdte via waterdruk beïnvloed worden. Bijvoorbeeld door de kraan harder of zachter te zetten.
Pulssproeier
Een sectorsproeier of pulssproeier sproeit het water heel ver. Het is ideaal voor grotere tuinen, gazons en het wordt vaak in de landbouw gebruikt. Een sectorsproeier staat soms op een statief. De waterstraal wordt voortdurend onderbroken, zodat het de grond niet té hard raakt. Sectorsproeiers kunnen over objecten heen sproeien, maar de straal is te hard voor planten in de directe omgeving.
Verzonken sproeier
Een verzonken sproeier of turbinesproeier zie je nauwelijks, als ze niet in gebruik zijn. Ze zijn namelijk verzonken in de tuin of het gazon. Wanneer je het water aanzet, duwt de waterdruk de sproeiers omhoog. Er zijn verschillende sprinklersoorten en -afmetingen, afhankelijk van de gewenste sproeiwijdte.
Sproeislang
Een sproeislang is in feite een tuinslang met kleine gaatjes erin. Hier komt een fijne, gelijkmatige nevel uit. Het water komt niet hoog en ver, maar de druppels zijn klein. Hierdoor worden grond en planten voorzichtig bevochtigd en zal de aarde niet worden weggespoeld.
Zwenksproeier
Bij de zwenksproeier of gazonsproeier komen de waterstralen als een waaier uit de sproeigaten, die naast elkaar zitten. Door de waterdruk blijft de zwenksproeier heen en weer gaan, zodat een rechthoekig deel wordt besproeid.
Waterstopcontact
Een waterstopcontact werkt hetzelfde als bij een stopcontact met stroom. Je sluit hem aan op de tuinbesproeiing en sluit daar het waterstopcontact op aan, op een door jou gekozen plek. Wanneer je maar wilt kun je er een tuinslang op aansluiten en direct water gebruiken! Met een deksel erop zorg je ervoor dat er geen vuil in komt.
Waterverdeler
Een waterverdeler is een tussenstuk. Met deze koppelingen kun je meerdere tuinslangen op een kraan aansluiten.
Vochtsensor
Een vochtsensor van keramiek en plexiglas plaats je bij de wortels van een plant en meet de vochtigheid van de bodem. Als de sensor is aangesloten op het sproeisysteem, dan geeft de vochtsensor een signaal bij een te droge bodem en start de besproeiing. Is de bodem weer vochtig genoeg, volgens de vooraf ingestelde vochtigheidsgraad, dan stopt het sproeisysteem!
Besproeiingscomputer
Een besproeiingscomputer bestaat in verschillende uitvoeringen, de een wat luxer dan de ander. Ze regelen het sproeisysteem, ontvangen signalen van de vochtsensor etc.
Watertimer
De watertimer is net als een klok. Je stelt handmatig een bepaalde sproeitijd in. Is de tijd om, dan stopt het sproeisysteem automatisch.
Basisapparaat
Een basisapparaat wordt tussen de kraan en de tuinslang of leiding geplaatst. Hij filtert het water om de fijnere sproeiers te beschermen tegen vuil. Ook vermindert het de waterdruk.
Druppelaar
Een druppelaar geeft het water in druppels aan de planten. Afhankelijk van het systeem kun je ze aan het eind of in het midden van een slang klikken of insteken. Er moet voor in de tuinslang een filter worden ingebouwd, om ervoor te zorgen dat de druppelaars niet verstoppen. Het voordeel van druppelaars is dat het water niet zo snel verdampt, omdat het direct aan de aarde wordt gegeven. Daarnaast wordt de grond niet weggespoeld, en bladeren en bloemen blijven droog. Ook ideaal voor plantenbakken!
Koppelingen
Om leidingen en tuinslangen te vertakken zijn er verschillende koppelingen en verdelers, zoals kruisvormige en T-vormige. Een L-stuk leidt de slang om de hoek. Met deze koppelingen worden de leidingen of buizen eenvoudig verlengd. Met sluitventielen kun je buizen en systeemonderdelen tijdelijk afsluiten. Om tuinslangen met een verschillende afmeting/diameter met elkaar te verbinden zijn er reduceerverbinders. Op de uiteinden zet je afsluitdoppen.
Druppelslang
Het materiaal van de druppelslang is poreus, zodat het voortdurend kleine druppels aan de planten geeft waardoor het water niet zo snel verdampt. Hierdoor is de bodem constant vochtig. De aarde wordt niet weggespoeld, en bladeren en bloemen blijven droog. Druppelslangen zijn verkrijgbaar met speciale zelfsluitende druppelaars voor onzichtbare, ondergrondse installatie. Of in een eenvoudigere uitvoering voor het monteren boven de grond. Tussen de kraan en de drubbelslang plaats je een gewone tuinslang. Het is ook geschikt voor plantenbakken!