Bij het leggen van wandtegels om het raam ga je uit van een lijn in het midden van het raam. Bij twee ramen ga je uit van een lijn midden tussen de twee ramen. Je begint hier met het tegelen, zo kom je altijd mooi uit.

Staan de wanden bij jou thuis niet haaks op elkaar? Verbind dan bij het betegelen een richtsnoer met de betreffende middelpunten van de kopwanden. Breng vervolgens links en rechts van deze lijn twee rijen tegels los aan en exact haaks daarop een dwarsrij. Klaar.

Bij het leggen van tegels buiten ga je als volgt te werk:
1. Voorbereiding van de ondergrond
2. Afdichten
3. Tegels leggen
4. Tegels voegen
5. Afdichten van hoek- en aansluitvoegen

1. Voorbereiding van de ondergrond
Geschikte ondergronden voor het leggen van tegels buiten zijn:

• beton
• cement
• intacte tegelvloeren
• vlak gevoegd metselwerk
• pleisterwerk

De ondergrond moet zo veel mogelijk schoon, dragend en vrij van scheuren en verzakkingen zijn. Bovendien moet er voor de afwatering buiten een afschot van minstens 2% aanwezig zijn. Verflagen en kapotte tegels vooraf verwijderen, en gaten tot 30 mm opvullen.

2. Afdichten

De afdichtmassa klontervrij roeren en de eerste laag met de kwast opstrijken. Bij hoekvoegen moet je een afdichtstrip gebruiken en deze in de nog verse laag inbedden. De afdichting aan de wand circa 15 cm hoog optrekken en na het drogen, op z’n vroegst na 2 uur, een tweede laag opbrengen en circa 24 uur laten drogen.
Belangrijk: gedurende deze tijd het gebied tegen regen en zon beschermen.

3. Tegels leggen

Tegellijm met een lijmkam aanbrengen en de nieuwe tegels binnen 30 minuten verwerken. Hiertoe de tegels stap-voor-stap aandrukken en gelijkmatig inschuiven en de tegels met een rubberen hamer vastkloppen. Na ongeveer 2 dagen kun je de tegels voegen.

4. Tegels voegen

De voegmortel roeren en met een rubberen wisser diagonaal in de voegen vegen, overtollig materiaal wegvegen. De mortel mat laten worden, 'verstijven', met een vochtige spons reinigen en na volledige uitharding de tegels met een droge doek nawrijven.

5. Afdichten van hoek- en aansluitvoegen
Hoek- en aansluitvoegen na 3 dagen met weerbestendige siliconenkit afdichten. Hiertoe voegranden eerst met een plakfolie afplakken, dan de voegen met kit opvullen. Na 10 minuten met een voegenstrijker glad maken, de plakfolie verwijderen en eventueel de voegranden opnieuw glad maken.

Tegelbedekkingen zijn welliswaar waterbestendig, maar niet waterdicht. In bijvoorbeeld de douche zijn een waterdichte tegelwand of -vloer van belang. Daar moet je tijdens de voorbereiding een afdicht voorstrijk aanbrengen. Dit werkt als een soort rubberen hoes onder de tegels. Kritieke hoeken versterk je met een afdichtband.

Bij het waterdicht leggen van tegels ga je als volgt te werk:
1. Ondergrond voorbereiden en voegen sluiten
2. Gronden en afdichten
3. Tegels leggen
4. Tegels voegen
5. Afdichten van hoek- en aansluitvoegen

1. Ondergrond voorbereiden en voegen sluiten

De ondergrond moet schoon, dragend en vrij van verontreinigingen (zoals bekistingsolie) zijn. Bovendien dien je gips- of cementresten, verf, behang of behanglijm vooraf te verwijderen. Op de schone ondergrond kun je nu voegplamuur met een brede spaan of een plamuurmes dwars op de voeg aanbrengen. Let er hierbij op dat je de voegen volledig vult. Strijk met een spaan de voegen glad af. Na circa een uur kun je overtollig plamuur verwijderen.

2. Gronden en afdichten

QSB, spaanplaat, gips en soortgelijk sterk zuigende ondergronden dien je goed te gronden. En vervolgens een afdichtstrip in de hoekvoegen in de nog verse eerste laag inbedden. Je kunt de afdichtmassa met een spaan of een kwast ruim aanbrengen. Na ongeveer 6 uur kun je de tweede laag aanbrengen en de afdichtstrip dekkend overstrijken. Leg pas na 18 uur de tegels eroverheen.

3. Tegels leggen

Gebruik een speciale tegellijm voor moeilijke ondergronden en breng deze aan met een lijmkam. De vertanding van de lijmkam dien je afhankelijk van het tegelformaat te kiezen. Na het aanbrengen van de lijm, de tegels binnen 30 minuten leggen. Horizontale tegelrijen eventueel met een waterpas controleren, tegels op de vloer voorzichtig met een rubberen hamer inkloppen en altijd op gelijkmatige hoogte letten. Vloertegels kun je voegen na 2 dagen, wandtegels al na 1 dag.

4. Tegels voegen

De voegmortel roeren en met een rubberen wisser diagonaal in de voegen vegen. Veeg overtollig materiaal direct weg Vervolgens de mortel mat laten worden, 'verstijven', en dan met een vochtige spons reinigen. Na het uitharden van de mortel kun je de tegels met een droge doek nawrijven.

5. Afdichten van hoek- en aansluitvoegen

Na ongeveer 3 dagen kun je de hoek- en aansluitvoegen met siliconenkit afdichten. Plak eerst de voegranden met een plakfolie af. Schuur metaal en kunststof licht op en ontvet eventueel met spiritus. Nu kun je de voegen met een afdichtmiddel met behulp van een kitpistool vol spuiten. Na 10 minuten met een voegenstrijker glad maken, de plakfolie verwijderen en eventueel de voegranden opnieuw glad maken.

Bij het leggen van tegels over verwarmingsmatten ga je als volgt te werk:

1. Voorbereiding van de ondergrond
2. Inbedden van de verwarmingsmatten
3. Plamuren
4. Tegels leggen
5. Tegels voegen
6. Afdichten van hoek- en aansluitvoegen

1. Voorbereiding van de ondergrond

De ondergrond moet zo veel mogelijk schoon, dragend en vrij van verontreinigingen zijn. Bovendien moet je gips- of cementresten en oude verf vooraf verwijderen en oneffenheden egaliseren en gaten opvullen.

2. Inbedden van de verwarmingsmatten

Allereerst dien je de flexibele veiligheidslijm voor het lijmen van tegels op moeilijke ondergronden aan te maken en met een grote lijmkam opkammen. Daarna kun je polystyreen kantstroken aanbrengen ter vermijding van geluidsbruggen aan de wand. Nu een verwarmingsmat met een spaan in het verse lijmbed drukken en de volgende verwarmingsmatten parallel aan de eerste baan verder leiden.

3. Plamuren

Over het volledige oppervlak van de gelegde verwarmingmatten moet je nu met verse lijm een laagdikte van circa 3 mm aanbrengen. Je kunt hier eventueel een spaan gebruiken voor het glad maken. Twee dagen laten drogen en de vloerverwarming volgens de gegevens van de fabrikant aansluiten.

4. Tegels leggen

Met een tegellijm kun je weer de lijm aanbrengen op de tegels en de tegels plaatsen. Je kunt de tegels met een rubberen hamer voorzichtig aankloppen en op gelijk niveau brengen, gebruik hiervoor de waterpas. Laat de tegellijm ongeveer 2 dagen drogen.

5. Tegels voegen

Na de droogtijd van de tegellijm kun je de voegmortel roeren en met een rubberen wisser diagonaal in de voegen vegen. Overtollig materiaal dien je aansluitend af te vegen. Nu laat je de mortel mat worden, 'verstijven' en dan met een vochtige spons reinigen. Na de uitharding van de mortel kun je de tegels met een droge doek nawrijven.

6. Afdichten van hoek- en aansluitvoegen

Na droging van de voegmortel moet je de voegen elastisch afdichten. Allereerst plak je de de voegenranden met een plakfolie af. Daarna metaal en kunststof licht opschuren en eventueel met spiritus ontvetten. Snijd uitstekende polystyreen kantstroken af. Nu spuit je de voegen met afdichtmiddel met behulp van een kitpistool vol. En na 10 minuten maak je ze met een voegenstrijker glad, verwijder je de plakfolie en strijk je de voegranden eventueel opnieuw glad.

Ook bij binnen- en buitenhoeken zijn voegen aanwezig. Bij het aanbrengen van de tegels is het het gemakkelijkst om speciale hoeklijsten te gebruiken. Deze druk je in het lijmbed en breng vervolgens de tegels tegen de lijst aan.

Bij het leggen van gemengde tegels ga je als volgt te werk:

1. Voorbereiding van de ondergrond
2. Voorstrijken
3. Gemengde natuursteentegels leggen
4. Tegels voegen
5. Afdichten van hoek- en aansluitvoegen

1. Voorbereiding van de ondergrond

De ondergrond moet zo veel mogelijk schoon, dragend en vrij van verontreinigingen zijn. Bovendien moet je gips- of cementresten en oude verf en behang of behanglijm vooraf verwijderen en oneffenheden egaliseren en gaten opvullen. Cellenbeton-metselwerk eventueel plamuren en spaanplaat, aan de wand minstens 19 mm dik, op de vloer minstens 22 mm dik, in messing en groef verlijmen en met een lattenrooster vastschroeven (lattenafstand: verticaal en horizontaal max. 50 cm).

2. Voorstrijken

Voorstrijkmiddel voor sterk zuigende ondergronden, zoals onder andere anhydrietdekvloeren, gipsvezel-, gipskarton-, gipsplaten en OSB-platen, gebruiken. OSB- en spaanplaten daarna, in droge gebieden eenmaal en in natte gebieden tweemaal, met een afdichtmassa bestrijken.

3. Gemengde natuursteentegels leggen

Meng de speciale natuursteenlijm en breng de lijm op het gehele oppervlak aan de achterzijde van de tegels aan. Vereist voor buiten, onder water en voor doorschijnende platen. Gereedschap aansluitend met water reinigen. De tegels binnen 30 minuten aanbrengen, uitlijnen en op de vloer met een rubberen hamer vastkloppen. Wanneer keramische tegels moeten worden gelijmd, gebruik je flexibele veiligheidslijm, voor de toepassing op moeilijke ondergronden.

4. Tegels voegen

Roer de voegmortel en breng met een rubberen wisser diagonaal aan in de voegen, veeg overtollig materiaal direct weg. Laat de mortel mat worden, 'verstijven' en reinig vervolgens met een vochtige spons. Na het volledig uitharden van de mortel kun je de tegels met een droge doek nawrijven.

5. Afdichten van hoek- en aansluitvoegen

Plak de voegranden eerst met een plakfolie af. Schuur metaal en kunststof licht op en ontvet eventueel met spiritus. Nu kun je met een kwast de siliconenkit, speciaal voor natuursteen of eventueel keramiek, op de dragende, schone en droge voegen aanbrengen. Na 60 minuten ventileren, kun je de tegels binnen 4 uur voegen. Spuit de voegen met kit vol. Na 10 minuten kun je de voegen met een voegenstrijker glad maken, de plakfolie verwijderen en eventueel de voegranden nogmaals glad maken.

Scheidings- en afdekprofielen voor tegels worden bij vloer- en wandafsluitingen gebruikt en kun je tijdens of na het leggen inzetten. Lelijke afsluitingen aan de wand en overgangen naar andere vloerbedekkingen werk je met scheidings- en afdekprofielen netjes weg.

Dilatatievoegprofielen voor tegels zijn geschikt voor de vermindering van trek-/drukspanningen in keramische tegels. Door een zacht binnendeel kunnen dilatatievoegprofielen optredende vervormingen opnemen en bufferen. Een harder buitendeel garandeert een efficiënte randbescherming. De profielen worden meestal ingezet in industriële objecten.

Kwartrond profielen zorgen voor de nette afsluiting van de buitenhoeken van een wand. Bovendien zijn kwartrond profielen geschikt als wandcontactdoosafdekking voor tegels, vloerbedekkingen, parket of natuursteen.

Hoekprofielen voor tegels kunnen door hun bijzondere hoekpositie en verschillende materiaalsterkten zelfs in gebieden gebruikt worden die permanent en sterk belast worden.

Overgangsprofielen voor tegels zijn geschikt voor het compenseren van hoogteverschillen tussen twee vormen van vloerbedekkingen (bijvoorbeeld de overgang van tegels naar tapijt). Door de inzet van overgangsprofielen bereik je een traploze, schuine verbinding en bescherm je gelijktijdig de tegelranden tegen mogelijke beschadigingen

Decorprofielen voor tegels zorgen voor een nette en mooie afsluiting van randen. Decorprofielen zijn er in verschillende materialen en kleuren. Daardoor kun je optisch gelijk gekleurde tegelbedekkingen harmonieus op elkaar afstemmen.

Tegelplinten dienen voor de moderne en mooie wandafsluiting van een tegelvloer.