Maak schoon schip voordat je begint met de tegelwerkzaamheden! Haal alle losse objecten en je badkamerinrichting tijdelijk weg. Koppel de radiator los als hier tegels achter komen. Denk ook aan de afdekplaatjes van schakelaars en haal de stroom van de elektrische leidingen af. Draai de kranen dicht bij waterleidingen, zoals de hoekstopkraan. Zit de deur in de weg? Haal ook die eruit. Want als de vloer een nieuwe laag tegels krijgt, moet de deur misschien ingekort worden. Alles wat niet verwijderd kan worden in je badkamer, bescherm je met afdekfolie en afplaktape.
Tegels over tegels leggen
Tijd voor nieuwe tegels? Je kunt de oude tegels prima laten zitten! Wanneer ze nog voldoende draagkracht hebben, kun je de nieuwe tegels er gewoon overheen leggen. Handig toch? In deze handleiding laten we je zien waar je op moet letten en kun je stap voor stap zien hoe je zelf aan de slag kunt gaan!
Dit heb je nodig voor je project
Gereedschap
Dit heb je misschien al in huis:
Dit is misschien nodig en is vaak al in huis:
Voorbereiding
Controleer de oude tegels op voldoende draagkracht. Dat betekent dat je controleert op hol liggende tegels en beschadigde plekken. Tik met een rubberen hamer op de oude tegels. Je hoort wel wanneer het hol klinkt! Haal deze tegels eruit. Want alleen op een goed hechtende oude laag kun je nieuwe tegels leggen. Later vul je de ontstane ruimte weer op met tegellijm.
Maak de oude tegels goed schoon met een tegelreiniger. In de loop van de jaren is er vet, vuil en andere aanslag op de tegels gekomen; soms zie je dit niet eens met het blote oog. Maak de tegels dus grondig schoon. Heb je hardnekkig vuil? Gebruik dan een borstel om het schoon te maken.
De oude tegelvloer of -wand is vaak een gladde, niet-zuigende ondergrond. Breng daarom een voorstrijkmiddel aan en verdeel het met een roller of kwast. Dit geeft de tegellijm later de nodige steun.
Breng een dunne laag tegellijm aan over de oude tegels. Hiermee egaliseer je de oude tegelvoegen en eventuele beschadigde plekken. Ook geeft dit meer grip voor de nieuwe tegels. Breng de lijm met een pleisterspaan glad aan op het oppervlak. Een dunne laag van ongeveer 2 mm is voldoende!
Tegels zetten: stap voor stap
Tegels zetten
Leg al het materiaal en gereedschap klaar, voordat je aan de slag gaat. Haal de tegels gemengd uit meerdere verpakkingen (meestal 3 verpakkingen). Hiermee zorg je dat er geen kleurverschillen zichtbaar zijn op het uiteindelijke oppervlak. Bij tegels moet je altijd rekening houden met kleine productafwijkingen, dat is heel normaal. Dit is ook bij tegels die uit één productieserie komen.
Ga je de muren én de vloer betegelen? Begin dan met de muur! Plan het legpatroon vanuit de voornaamste kijkrichting. Gesneden tegels, dus de smallere delen, plaats je aan de randen. Oppervlakken die je als geheel ziet, zien er mooier uit als de tegels symmetrisch verdeeld zijn.
Wil je grote tegels leggen? Deze zijn zwaar. Begin daarom onderaan en werk rij voor rij naar boven. Markeer de bovenrand van de eerste rij tegels op de muur met een potlood. Houd rekening met een voeg onderaan, richting de vloer. Kleine tegels kunnen het best vanuit het midden naar beneden worden gelegd. Het voordeel? Zo krijg je de hele tegels op een bepaalde hoogte volledig recht!
Gebruik flexibele tegellijm. Die compenseert bewegingen van de ondergrond. Volg de instructies op de verpakking. Meng de tegellijm met een mixer op een lage snelheid, bijvoorbeeld met een menggarde op een boormachine. Roer net zo lang tot je een egale massa hebt. Laat de gemengde lijm rijpen.
Zorg dat je niet teveel tegellijm voorbereidt. Maak genoeg lijm die je in de verwerkingstijd kunt verwerken. Lees hiervoor goed de verpakking!
Breng de tegellijm op het tegeloppervlak aan. Gebruik hiervoor een lijmkam met geschikte vertanding. De vertanding van de lijmkam is afhankelijk van hoe groot je nieuwe tegels zijn. Hoe groter de tegel, hoe groter de vertanding. Bij grote tegels kun je het best de lijm alleen voor de eerste tegel aanbrengen. Zo kun je goed zien hoe snel je kunt werken en of je de lijm ook voor de volgende 2 of 3 tegels aanbrengt.
Plaats de tegel in de lijm en beweeg hem een beetje tot hij goed zit. Als je van onder naar boven werkt, kun je in de voeg richting de vloer twee tegelwiggen plaatsen. Met een waterpas op de bovenste rand van de tegel kun je zien of de tegel recht zit. Door de wiggen nauwkeurig uit te lijnen kun je de tegel aanpassen.
Om je tegels te snijden, plaats je de tegel op de tegelsnijder. Leg de tegel tegen de verstelbare stopbalk, of zet een markering op de tegel met potlood. Lijm de tegel zo op de muur of vloer, dat de snijkant naar de rand toe zit.
Is de onderste rij gelegd? Werk dan in rijen naar boven. Gebruik tegelwiggen of voegkruisjes om de tegelvoegen recht te houden. Wiggen hebben als voordeel dat ze meer mogelijkheden bieden voor het egaliseren. Verwijder voegkruisjes en wiggen weer voordat je begint met voegen.
Geen uitdaging te groot voor jou! Ook niet wandtegels zetten rond de openingen voor wateraansluitingen of lichtschakelaars. Indien mogelijk worden deze uitsparingen geboord. Gebruik hiervoor een geschikte gatenzaag voor tegels. Zo ga je te werk: markeer het boorgat precies. Of je neemt een duimstok, neemt het gat precies op en neemt de maten over op de tegel. Of je houdt de tegel direct tegen de leiding en tekent de grenzen op de tegel.
Zet de gatenzaag aan en boor langzaam. Koel de gatenzaag met water tijdens het boren. Na het boren kan de tegel op de gebruikelijke manier verwerkt worden. Als het gat in de tegel niet voor 100% klopt, is dat in de meeste gevallen niet erg. De afdekrozet van bijvoorbeeld de hoekstopkraan dekt de plek af.
Gebruik de haakse slijper voor rechthoekige uitsparingen. Een kleine, handzame haakse slijper is ideaal voor tegelwerkzaamheden.
Tip!
Leg de tegel op een bouwplaat. Zo kun je door de tegel boren, zonder het gereedschap of de vloer eronder te beschadigen.
Past je lichtschakelaar na het betegelen niet meer? Vaak zit hij dan te diep in de muur. Dit kun je oplossen door een inbouwafdekring eronder te plaatsen, zodat de schakelaar weer gelijk ligt met je nieuwe tegels. Let op: laat de werkzaamheden aan elektriciteitskabels alleen door een elektricien uitvoeren!
Tegels voegen
Voordat je begint met voegen: haal alle tegelwiggen en voegkruisjes uit de voegen. Let erop dat er geen tegellijm meer in de voegen zit. Gebruik een flexibele voegmortel in de gewenste kleur. Deze kun je gebruiken voor zowel de wand- als vloertegels, als je dezelfde kleur voegen wilt. Meng de voegmortel in een schone bak.
Gebruik een maatemmer voor het afmeten van de juiste hoeveelheid water. Laat de voegmortel ca. 3 minuten rijpen. Leg de mortel met een troffel op een voegbord en breng het aan op het betegelde oppervlak. Verdeel de voegmortel altijd diagonaal over de tegels, zodat de voegen gelijkmatig worden opgevuld.
Maak het tegeloppervlak schoon met schoon water en een spons. Let op dat je de voegmortel niet uit de voegen wast! Als de tegels droog zijn kan er nog een laagje cement zijn achtergebleven. Dit kun je schoonwrijven met een schone doek.
Tegels kitten
Klaar met tegels zetten en voegen? Dan is het tijd om de overgangsvoegen te kitten! Dit doe je met een sanitair-siliconenkit en deze is verkrijgbaar in de kleuren passend bij de voegmortel.
- Snijd het dopje van de kit.
- Snijd bij de spuitmond het puntje schuin af.
- Plaats de kit in het kitpistool.
- Zorg dat je de siliconenkit gelijkmatig dik aanbrengt.
- Zijn de voegen erg diep? Vul dat eerst op met wat voegmortel. Dit bespaart siliconenkit en verbetert de voegkwaliteit!
Strijk de kit glad met een kitspatel of kitstrijker. En klaar!
Scheuren in de vloer? Gebruik een ontkoppelingsmat!
Zitten er scheuren in de oude laag vloertegels? Soms maakt dit het onmogelijk om een nieuwe laag tegels te zetten. De oplossing? Plaats een ontkoppelingsmat! Deze scheidt de nieuwe laag tegels van de ondergrond.
Zo ga je te werk!
- Snijd de mat op maat.
- Breng een laag flexibele tegellijm aan op de oude tegellaag. Gebruik hierbij een lijmkam met een vertanding van 4 mm.
- Leg de ontkoppelingsmat op de lijm.
- Druk de mat aan met de gladde kant van een pleisterspaan.
- Laat de lijm drogen.
- Plamuur de mat met een laag flexibele lijm.
- Breng vervolgens een laag tegellijm aan. Gebruik hiervoor een lijmkam met geschikte vertanding, bijv. 8 mm.
- Plaats de tegels.
- Is de lijm droog, dan kun je gaan voegen!
Op de afbeelding hieronder zie je de verschillende lagen:
A - oude tegellaag. B - flexibele lijm (4 mm vertanding). C - ontkoppelingsmat. D - flexibele lijm glad aangebracht. E - flexibele lijm (bijv. 8 mm vertanding bij grote tegels). F - nieuwe tegellaag.