Wat kan ik zelf, waar ligt de grens?
Hoewel het werken met elektriciteit een van de meest gevoelige gebieden op de bouwplaats is, zijn er toch nog een paar dingen die je zelf mag doen en met wat kluservaring ook kunt doen:
Planning
Je kunt zelf bepalen waar de stopcontacten komen en waar je aansluitingen voor lampen of andere apparaten nodig hebt. Denk ook goed na over waar absoluut geen leidingen mogen lopen, bijvoorbeeld als er een open haard wordt gepland of iets dergelijks. Het is het beste om dit allemaal op schaal in een installatieplan vast te leggen. Laat het echter altijd goedkeuren door een professional. Die kan wellicht ook enkele nuttige professionele tips voor je hebben.
Bespaar niet op stopcontacten!
Daarvan heb je er meestal te weinig.
Niet alleen stopcontacten en lichtschakelaars, maar ook netwerkaansluitingen moeten worden overwogen. Het is het beste om er een in elke kamer te installeren. Meestal zijn dit dubbele aansluitingen, dus je kunt zeker twee apparaten aansluiten. Denk ook verder dan alleen de woonruimtes. Als je een fitnessruimte of feestruimte in de kelder hebt, is het daar ook zinvol, en als je overweegt de zolder om te bouwen tot een kantoor, moet je daarboven ook een netwerkaansluiting plaatsen.
Zoals bij stopcontacten geldt hier ook: beter een paar te veel dan te weinig.
Sleuven maken en leidingen plaatsen
Als je je plan klaar hebt, kun je alvast beginnen met het voorbereiden van de gleuven waarin de kabels moeten worden gelegd. Maak je geen zorgen, er is geen gevaar! Dus pak die boorhamer maar. In onze handleiding voor het leggen van elektriciteitskabels leggen we je uit hoe het moet en hoe je vervolgens de lege buizen en kabels kunt plaatsen.
Inbouwdozen inbouwen
Bij de voorbereidende klusjes die je zelf kunt doen, hoort ook het plaatsen van inbouwdozen. Daar worden later de stopcontacten of lichtschakelaars geïnstalleerd. Het is belangrijk om hier vanaf het begin aan te denken. In onze handleiding voor het aansluiten van lichtschakelaars en stopcontacten laten we je zien hoe het moet.
Belangrijk!
Ongeacht of je alle voorbereidingen of een deel daarvan zelf doet. Laat het geheel controleren door een professional! Het gaat om je veiligheid en bij twijfel zelfs om je leven.
Montagezones
Bij het plannen van je elektrische bedrading, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat je ongeveer 30 cm vanaf het plafond of de vloer en 15 cm van hoeken en raamkozijnen vandaan blijft. Op die manier zit je goed met betrekking tot plinten, en als je ooit besluit het plafond te verlagen, lopen de draden geen gevaar.
Hier is nog een legenda die uitlegt waarvoor alle markeringen in de tekeningen staan. Dit geldt ook voor de tekeningen hieronder.
Kies voor veiligheid. Raadpleeg een elektricien!
Als het om stroom gaat, is veiligheid topprioriteit! Een lage spanning kan al dodelijk zijn. Daarom zijn elektrische installaties vooral een zaak voor elektriciens. De elektrische installatie in huis is door allerlei normen en voorschriften geregeld, vooral met het oog op beveiliging en veiligheid. Iedereen moet zich daaraan houden, ook jij als je aan de slag gaat met jouw project. Er is een wet op de veiligheid van elektrische apparaten evenals DIN- en VDE-normen voor elektrotechniek; een van de belangrijkste voorschriften is VDE* 0100 over beschermende maatregelen.
Montagegebieden in de badkamer en keuken
In de keuken en badkamer zijn bepaalde plekken waar je dingen kunt installeren. Dit is omdat er water stroomt en misschien zelfs sterke stroom aanwezig is. Dus zorg ervoor dat er genoeg ruimte is tussen water en elektriciteit.
Montagegebieden in de badkamer
Badkamers worden in 3 beschermingszones ingedeeld:
In deze zones geldt:
- Vast gemonteerde boilers, tegen spatwater beschermde lampen en ventilatoren zijn toegestaan in de zones 1 en 2 als ze daarvoor zijn uitgerust.
- Buiten de zones 0 tot 2 mogen stopcontacten gemonteerd worden.
- Alle stroomcircuits moeten van een aardlekschakelaar zijn voorzien die alleen een foutstroom tot 30 mA toelaat. Hier geldt net als in alle andere woonruimten dat alle werkzaamheden aan de elektrische installaties gewoonlijk alleen door elektriciens mogen worden uitgevoerd.
Montagegebieden in de keuken
Hoeveel stopcontacten en aansluitingen je nodig hebt en waar ze moeten komen, is afhankelijk van de grootte en de indeling van de keuken. Omdat ovens, koelkasten en afwasmachines veel stroom gebruiken, hebben deze aparte wisselstroomcircuits nodig. Er zijn een paar vuistregels voor de inbouwhoogte.
Overleg dit in elk geval met je keukenplanner:
- Stopcontacten voor ovens, koelkasten en afwasmachines, met elk een eigen stroomcircuit, 30 cm boven de vloer.
- Stopcontacten boven het aanrecht voor keukenapparatuur, aanbevolen minimaal 5 stuks: 100–130 cm boven de vloer.
- Aansluitingen voor aanrechtverlichting: op 135 cm hoogte, onder de bovenste keukenkastjes 165 cm.
- Aansluiting voor de afzuigkap: 210–215 cm boven de vloer. Houd 15 cm afstand tot de hoeken en 30 cm tot het plafond.
Info
Stopcontacten en lichtschakelaars installeer je op een hoogte van ca. 115 cm boven de vloer, of als verdeeldoos 30 cm boven de vloer en onder het plafond.
Afwijkingen tot 15 cm zijn daarbij echter heel normaal. In barrièrevrije ruimten is de montagehoogte eventueel lager.
Informatie over stopcontacten, schakelaars en dimmers
Geaarde stopcontacten
De klassieker onder de stopcontacten in Europa is het geaarde stopcontact, die meestal als enkele uitvoering wordt gebruikt. Eén is te weinig? Geen probleem. Horizontale of verticale stopcontacten met meerdere stekkeringangen bieden plek voor diverse apparaten en maken de latere aanschaf van een verdeler overbodig.
Of het stopcontact in of op de wand gemonteerd wordt, hangt af van de montagewijze. Zo worden stopcontacten bij inbouwmontage in de wand ingebouwd. Daarbij is alleen nog de uitgangsaansluiting met afdekraam te zien. Bij opbouwmontage wordt het stopcontact op de wand aangebracht en met een beschermende behuizing afgedekt.
Opbouwschakelaars en -stopcontacten zijn ideaal als het achteraf inbouwen van stopcontacten en schakelaars moeilijk gaat of zelfs helemaal niet mogelijk is (bijv. bij vakwerkhuizen). Stopcontacten kunnen tevens in holle wanden ingebouwd worden. Op kantoren en in werkplaatsen worden stopcontacten bovendien vaak in kabelgoten ingebouwd. Hiervoor zijn geschikte inbouwstopcontacten nodig.
Extra functies van geaarde stopcontacten
Geaarde stopcontacten kunnen diverse functies hebben. Met USB-stopcontacten heb je bijvoorbeeld altijd een vaste plaats om je kleine elektronische apparaten op te laden, zoals een tablet, smartphone of mp3-speler.
Stopcontacten met verhoogde contactbescherming zorgen voor meer veiligheid, stopcontacten met klapdeksel beschermen het binnengedeelte van je contact tegen vuil en vocht. Een afsluitbare deksel voorkomt bovendien dat onbevoegden op jouw kosten stroom bij je kunnen aftappen. En er zijn nog veel meer functies voor stopcontacten die je zonder problemen achteraf kunt inbouwen.
Voor ruimten waar het soms nat wordt, kun je ook IP44-stopcontacten installeren. Dat zijn inbouwstopcontacten die spatwaterdicht zijn. Daarvoor heb je nog een afdichtflens en een klapdeksel nodig of meteen een klapdekselstopcontact.
Tips voor stekkerdozen
- Let op het typeplaatje op je stekkerdoos. Stekkerdozen zijn normaal gesproken met 3680 watt belastbaar. En dat wordt bij gebruik van waterkokers, broodroosters, etc. snel bereikt. Als je de maximale belastbaarheid van je stekkerdoos overschrijdt, ontstaat er brandgevaar.
- Verbind nooit meerdere stekkerdozen met elkaar.
- Met uitschakelbare stekkerdozen kun je bovendien apparaten die geen in-/uitschakelaar hebben van het stroomcircuit scheiden.
- Controleer elke paar jaar de conditie van je stekkerdozen; deze worden ook ouder.
Schakelmateriaal
Afgezien van het stopcontact bestaan schakelaars uit drie delen: inzetstuk, frame en afdekking. Het visueel minst aantrekkelijke inzetstuk is verborgen in de wand en is verantwoordelijk voor de technische functie. Het frame verbindt de afdekking met het inzetstuk en is verkrijgbaar in een- tot vijfvoudige uitvoeringen.
Afdekkingen zijn qua vorm en functionaliteit afgestemd op de verschillende functies van de schakelaar, zoals tuimelschakelaar, dimmer, SAT/antenne, UAE, enz. Omdat zowel het frame als de afdekking op de wand liggen en daarom zichtbaar zijn, is het vaak wenselijk om hier ook op kleur en ontwerp gelet worden.
Let op compatibiliteit
Normaal zijn schakelaars fabrikantafhankelijk, waardoor componenten van verschillende fabrikanten niet compatibel zijn. Als je bijvoorbeeld een frame en afdekking van fabrikant A hebt gekocht, moet je ook de inzetstukken van fabrikant A gebruiken. Ook tuimelaars en centraalplaten zijn fabrikantspecifiek op elkaar afgestemd. Binnen een merk zijn de inzetstukken grotendeels met alle series compatibel. Om op safe te spelen, kun je vooraf een professional raadplegen.
Dimmer
Bij jou hoeft niet altijd alle verlichting te branden? Gebruik dan dimmers. Hiermee kun je de helderheid van de verlichting individueel bedienen.
- Draaidimmers beschikken over een draaiknop,
- terwijl aanraakdimmers een toetsschakelaar hebben waarmee je de helderheid kunt reguleren en het licht kan in- en uitschakelen.
- Sensor dimmers reageren op het aanraken van het sensorvlak. Als je het vlak langer aanraakt, kun je ook de helderheid reguleren. Als je de dimmer uitschakelt, slaat deze de gekozen helderheid op en stelt deze bij het inschakelen weer in.
Er zijn dimbare en niet-dimbare lampen. Voor de installatie is het belangrijk dat altijd de juiste dimmer met de juiste lamp ingebouwd wordt. Omdat er in het verleden wel eens problemen waren, hebben fabrikanten gekozen voor een eenduidige markering van dimmers en lampen.
De drie letters 'R', 'L' en 'C' geven aan of dimmers en lampen te combineren zijn. Soms zijn de componenten gekenmerkt met één letter, soms met meerdere. Eén daarvan moet overeenstemmen.
Etikettering | Toegelaten belasting | Betekenis van de etikettering |
---|---|---|
R | Ohmse belasting | Gloeilampen, ledlampen, hoogspannings halogeenlampen |
L | Inductieve belasting | Transformatoren, ledlampen, 12V-halogeenspots, laagspannings halogeenlampen, TL-lampen |
C | Capacitieve belasting | Laagspannings lampen, laagspannings halogeenlampen met elektronische transformator |
M | Motoren | (bijv. toerentalregelaars) |
Hoogspanning (230V): hoogspannings lampen kunnen direct aan het stopcontact worden aangesloten en met elke gebruikelijke dimmer gedimd worden. (dimmer R)
Laagspanning (12V): laagspannings lampen hebben een transformator nodig. Een conventionele (dimmer L) of elektronische transformator (dimmer C).
Als je een dimmer wilt aanschaffen, dan kun je je het beste laten adviseren door een medewerker in jouw HORNBACH-vestiging of door een elektricien. De verschillende soorten en functies van dimmers zijn intussen zeer complex. Daarom is het beter om je nog eens gedetailleerd te laten informeren.
Tips voor dimmers en lampen
Voor de juiste apparaatcombinatie is het belangrijk dat dimmer en trafo over minstens één dezelfde letter beschikken. Let op: achter een dimmer mogen geen L- en C-belastingen worden gecombineerd, omdat deze niet door de dimmer geregeld kunnen worden.
Kies de dimmer op basis van het type belasting. Ga daarnaast na welke lamp je gebruikt en of deze met een trafo (laagspanning) of direct via de netspanning (230V) werkt. Deze informatie is normaal gesproken te vinden op de verpakking of op de lamp zelf.
Als dat je te gecompliceerd is, dan maak je je verlichting toch gewoon smart!
Als je verlichting slim wordt
Je verlichting kun je ook overal met je smartphone reguleren. Met slimme lampen, schakelaars en dimmers maak het niet uit of je het licht hebt aan gelaten. Zet het gewoon uit. Ongeacht waar je nu bent.
En natuurlijk kun je het licht ook heel eenvoudig dimmen - zonder op te staan van de bank.