Mijn verlanglijsten 0 Winkelwagen
HORNBACH Breda Openingstijden
Konijnenberg 33
4825 BC Breda

service-breda@hornbach.com
+31 76 578 9000
ma - vr: 07:00 - 21:00 Uur
za: 08:00 - 18:00 Uur
zo: 10:00 - 17:00 Uur
24-12-2024 07:00 - 17:00 Uur
25-12-2024 gesloten
Je hebt deze informatie op 11-12-24 om 15:32 uur uitgeprint. Let op dat prijzen op de wereldmarkt en reacties op korte termijn de prijzen op ieder moment veranderen en deze daardoor kunnen afwijken van die op je print. Dank u voor uw begrip.

Vetplanten komen oorspronkelijk uit droge gebieden zoals woestijnen. Ze zijn er dan ook aan gewend dat er niet altijd water beschikbaar is. De strategie van veel vetplant soorten: water en voedingsstoffen opslaan in de vlezige bladeren, stengels en wortels en zo min mogelijk water laten verdampen.

Vetplanten hebben meestal dikke, vlezige bladeren. Maar er zijn ook vetplanten die afhankelijk zijn van kleine bladeren en water opslaan in de scheuten.

Vetplanten kun je onderscheiden aan de plek waar ze water opslaan. Er zijn drie verschillende soorten vetplanten:

  • Groene vetplanten: zoals een agave hebben wateropslagweefsel in hun bladeren. Hiermee voorkom je dat de bladeren oververhit raken en niet uitdrogen.
  • Stam vetplanten: worden vaak verward met cactussen. Ze slaan water op in hun dikke, geribbelde stammen en zijn daardoor goed voorbereid op lange droogtes. Vertegenwoordigers van deze groep is bijvoorbeeld de wolfsmelk.
  • Wortel vetplanten: er zijn relatief weinig vetplanten die water opslaan in hun wortels, een voorbeeld is de klaverzuring. Hun wateropslagweefsel ligt ondergronds, in hun wortels.

Vetplanten heb net als andere kamerplanten de juiste standplaats nodig. Voor vetplanten betekend dit een lichte plaats. Een raam aan de zuidkant is bijvoorbeeld ideaal. De comfortabele temperatuur voor vetplanten ligt in de zomer tussen de 15-23°C en in de winter tussen 5-10°C.

In de zomer kan je jouw vetplanten buiten zetten. Geef ze een korte tijd om te wennen in halfschaduw, zodat ze niet meteen verbranden in de zon.

De vetplanten kunnen prima tegen een enkele regenbui, maar als het veel regent, moet je je vetplanten beschermen. Als de temperatuur onder de 15 °C zakt, haal je de vetplant weer naar binnen.

Gebruik het liefste kalkvrij water zoals regenwater of gekookt kraanwater om je vetplanten water te geven.

Afhankelijk van het soort vetplant, de standplaats en het seizoen pas je het aantal keer water geven aan. Wanneer de grond goed is opgedroogd, kan je een vetplant opnieuw water geven. In de zomer is dit vaak één keer per week, in de winter op een koudere locatie ongeveer elke twee weken.

Belangrijk: de meeste Succulent soorten kunnen echt niet tegen te veel water. Zorg er daarom voor dat je een pot kiest met drainagegaten. Verzamelt er water in de schotel? Giet dit dan weg. Je mag vetplanten ook niet besproeien.

Vetplanten in terrarium | HORNBACH

Vetplanten voelen zich niet per se op hun gemak in een gesloten plantenterrarium. Een open ruimte zoals een terrarium is echter ideaal voor het planten van meerdere vetplanten en het creëren van een levend kunstwerk.

Vetplanten hebben niet alleen weinig water nodig, ze doen het ook goed met weinig voedingsstoffen. Dit betekent dat je vetplanten tijdens de groeifase kan bemesten. Maar slechts één keer per maand. Als je jouw vetplanten te vaak bemest, worden de scheuten zacht en zwak. Gebruik altijd speciale vetplanten- of cactusmest.

De meeste vetplanten hoef je slechts eens in de 2-3 jaar te verpotten, omdat de bodem dan zijn structuur verliest. Als je vetplant nauwelijks ruimte meer heeft in de pot of de grond helemaal is doorgeworteld, is dit een teken om hem te verpotten. De beste tijd van het jaar hiervoor is de lente, wanneer de groeifase langzaam begint.

Bij het verpotten van vetplanten moet je op twee dingen letten: de juiste grond en een geschikte plantenbak.

Als woestijn- en halfwoestijnplanten zijn vetplanten gespecialiseerd in zand- en voedselarme bodems. Plant ze daarom in speciale cactusgrond. Deze grond bestaat meestal uit losse aarde en zand waardoor het water gemakkelijk wegsijpelt. Bovendien bevat het net als woestijngrond en in tegenstelling tot normale potgrond weinig kalk en stikstof.

Let bij het kiezen van een pot op het type wortelsysteem:

  • Ondiepe wortels zijn dunne vezelige wortels die gemakkelijk in ondiepe kommen kunnen worden geplant. De meeste cactussen hebben dit wortelstelsel (bijvoorbeeld cereus en gymnocalycium).
  • Bietenwortels hebben voldoende grote en diepe potten nodig (bijv. sulcorebutia, ariocarpus en opuntia).
  • Luchtwortels hangen uit de pot. Voor deze planten (bijvoorbeeld rhipsalis en hylocereus) zijn hangpotten geschikt.

Om wateroverlast in de pot te voorkomen, moet deze ten minste één afvoergat hebben. Je kunt ook aardewerkscherven op de bodem van de bak leggen om te voorkomen dat de afvoergaten verstopt raken.

Trek je handschoenen aan en laten we gaan verpotten:

  • Laat de wortels van je vetplant minimaal 3-4 uur drogen.
  • Neem je nieuwe pot en vul deze eerst met aardewerkscherven als drainage om wateroverlast te voorkomen.
  • Gebruik speciale cactusgrond en plant de vetplant.
  • Pot hem plat en druk de grond een klein beetje aan. Als je ze te diep plant, kan de wortelhals gaan rotten. Als je hem te hoog plant, zodat een deel van de wortel aan de lucht wordt blootgesteld, kan de wortel afsterven.

Belangrijk: verpotten is stressvol voor je vetplant. Geef pas zeven dagen na het verpotten water en vermijd tocht. Wacht ook ongeveer 4 weken met het geven van kunstmest.

Vetplant verpotten | HORNBACH

Vetplanten vermeerderen in plaats van nieuwe te kopen? De ideale tijd hiervoor is van de lente tot de zomer. Afhankelijk van het type vetplant zijn er drie verschillende methoden. Je kunt ze vermeerderen doormiddel van zaden, stekken of uitlopers.

Tip: om ziektekiemen te voorkomen, kan je het beste gereinigde potten gebruiken.

Je kunt je vetplanten vermeerderen door zaden te zaaien. Omdat het kiemvermogen van zaden in de loop van de tijd sterk kan variëren of afnemen, kun je het beste verse zaden van het voorgaande jaar gebruiken of nieuwe kopen.

Zaai de zaden in kleine potjes en druk ze lichtjes in de grond. Strooi er vervolgens een beetje vers gezeefde zaaigrond overheen. Zet de potten op een gedeeltelijk schaduwrijke plek en zorg ervoor dat ze altijd licht vochtig zijn. In plaats van water te geven, kun je de potten het beste in een kom met water zetten. De optimale kiemtemperatuur is 20-25° C.

Tip: om vetplanten te kunnen vermeerderen, plaatst je de kiempotten idealiter in een minikas of onder folie zodat de luchtvochtigheid zo hoog mogelijk blijft. Ventileer ze wel eens per dag! Zodra de zaden ontkiemen, kun je de folie verwijderen.

Sommige soorten vetplanten kun je ook uit stekken vermeerderen. Bij een Vrouwentong is het bijvoorbeeld het beste om een ​​blad net boven de grond af te snijden, in stukken van ongeveer 10-15 cm. Om deze stekken vervolgens in ongeveer een derde van de lengte in de grond in de groeirichting te steken. Zorg ervoor dat de stekken warm worden gehouden en hou de grond vochtig totdat er wortels ontstaan.

Veel vetplanten ontwikkelen regelmatig zogenaamde natuurlijke uitlopers waardoor je de planten gemakkelijk kunt vermeerderen. Om dit te doen, moet je de uitlopers snoeien en in cactusaarde plaatsen. Laat het gesnoeide deel vooraf een beetje drogen. Wat hij dan nodig heeft is licht, wat water en geduld totdat er nieuwe wortels komen.

Het is de moeite waard om er regelmatig eens goed naar te kijken. Als je ongedierte op jouw vetplanten vroegtijdig herkent, kan je ziekte in een vroeg stadium oplossen.

Dit is waar je rekening mee moet houden als je vetplanten worden aangevallen door ongedierte:

  • Zet de vetplanten met ongedierte apart, zodat ze geen andere planten in de omgeving infecteren.
  • Geïnfecteerde plantendelen horen niet in de groene kliko, maar in het huishoudelijk afval.
  • Als niets helpt, kun je het ongedierte bestrijden met een bestrijdingsmiddel. Als er sprake is van een virusinfectie is er helaas geen hoop meer.

De meest voorkomende symptomen bij vetplanten:

Symptoom Mogelijke oorzaken
Kleine insecten in de grond. Schimmel muggen
Kraakbeenachtige verdikte wortels en knolvormige uitgroeingen. Wortelaaltjes of mijten
Wortels lossen op. Fusarium
De huidlaag wordt bruinachtig, gekurkt of houtachtig.
  • Mijten of trips
  • Schaal insecten
Bruine rotvlekken afkomstig van de basis van de plant. Pythium en/of Phytophthora
Donkere, iets verzonken rotte plekken bedekt met grijze schimmel. Grijze schimmel (Botrytis)
Vlekkige verkleurde plantendelen, steeds meer weefsel sterft af. Virale infectie

Er zijn trouwens niet alleen vetplanten voor binnen. Sommige soorten vetplanten zoals soorten van sedum of huisprei voelen zich thuis in een tuin. Ze zijn vorstbestendig en daardoor winterhard.

Als je een sedum in een pot op jouw balkon of terras hebt staan, zet de pot dan in de winter gewoon wat beschutter, zodat de winterharde vetplanten minder regen krijgen.

Als je vetplanten in de tuin staan, is een doorlatend grond uiterst belangrijk, zodat er in de winter geen wateroverlast ontstaat.

Hoewel vetplanten goed tegen droogte kunnen omdat ze water opslaan in hun bladeren en andere plantendelen, kunnen ze wel uitdrogen. Vooral als de grond in de zomer sneller droogt. Hier lees je hoe je vetplanten water geeft.

Vetplanten zijn de ideale kamerplanten voor beginners en mensen die lui zijn met water geven. Het is belangrijk dat je de juiste locatie voor ze vindt. Meer informatie hierover onder vetplanten binnen.

Het verwijderen van uitlopers van vetplanten is erg eenvoudig, omdat deze van nature als uitlopers aan de plant groeien. Het enige wat je hoeft te doen is ze scheiden en planten. Hier vindt je instructies voor het vermeerderen van vetplanten.

Gewone potgrond is niet geschikt voor vetplanten. Goede drainage is erg belangrijk, omdat de wortels snel rotten als ze drassig zijn. Beter is een grond met een hoog zandgehalte, bijvoorbeeld cactusgrond.

Als er één ding is waar vetplanten niet van houden, dan is het wateroverlast. Overtollig water moet gemakkelijk weglopen, dus zorg ervoor dat je ze in een pot met een afvoergat plant. Een andere misvatting is dat vetplanten altijd zonnige en warme omstandigheden nodig hebben. Een halfschaduwrijke standplaats zou ideaal zijn, een zonnige standplaats kan uiteraard ook, maar dan pas na een korte gewenningsperiode. En in de winter of 's nachts houden veel vetplanten juist van koeler. Meer informatie hierover.

Hoewel sommige vetplanten zoals cactussen woestijnplanten zijn, kunnen ze ook onze winters doorstaan. De volgende soorten kan je het hele jaar door in de tuin laten staan: sommige opuntias, huislook- en sempervivum-soorten.

naar boven