Wonder van de groei! Iedere gepassioneerde tuinier kent dit fascinerende proces: je laat geurende, los kruimelige tuinaarde door je vingers ritselen, bedekt een zaadkorrel met de aarde en dan kun je na een tijdje genieten van hoe de kleine plant daadwerkelijk zijn weg naar het daglicht verovert. Hier hebben we informatie over uitzaaien en de groei van planten voor je verzameld.
Verschillende zaaimethoden
Er zijn verschillende methoden om planten te zaaien of te planten. In principe maakt men onderscheid tussen direct zaaien en het zaaien van voorkweek.
Direct zaaien
Veel planten zijn geschikt om direct uit te zaaien, vooral robuuste, inheemse groentesoorten of kruiden. Ze kunnen daarom direct in de tuin worden uitgezaaid. Voorbeelden hiervan zijn spinazie, wortelen, bonen, erwten en rode bieten.
Zo werkt de voorbereiding:
- Je moet voor een directe uitzaaiing in het perk eerst het onkruid verwijderen.
- Bemesting en/of composteren is ongeveer 2-4 weken voor het zaaien niet schadelijk.
- Voor het zaaien moet de bodem los en goed bewaterd zijn.
Nu zijn er twee mogelijkheden om het zaad in de aarde te brengen:
Breed zaaien
Bij de methode breed zaaien, wordt het zaaigoed royaal over het perk gestrooid. De zaden mogen niet te dicht bij elkaar liggen, zodat de plantengroei later niet wordt verhinderd. In de regel moeten de zaden met een afstand van twee vingerbreedten uit elkaar liggen. Je kunt de zaden een beetje in de bodem harken, zodat ze bijvoorbeeld niet wegwaaien. Ook bij het water geven moet je voorzichtig zijn en de zaden niet met een te harde straal wegspoelen.
Op rijen zaaien
Wanneer je groenten wilt zaaien, moet jet het zaaigoed in rijen strooien. Hiervoor trek je een 5 cm diepe groef in de bodem, bijvoorbeeld met behulp van de steel van een tuingereedschap. Strooi de zaden in de groef en sluit deze weer met aarde. De afstand tussen de individuele zaden moet in verhouding zijn met de latere grootte van de plant. Strooit men het zaaigoed zeer dicht op elkaar, dan moeten de jonge planten later worden vrijgezet zodat ze voldoende plaats hebben om te groeien.
Voorkweek zaaien
Bij sommige plantensoorten moet je de plant voorkweken en deze plant vervolgens in de tijd zetten.
Voorbeelden hiervan zijn:
- Sla, veel koolgewassen, komkommers, pompoenen en uien.
- Fijne zaden van diverse kruiden zoals tijm en oregano.
- Warmteminnende en vorstgevoelige planten, zoals aubergines, paprika, tomaten en basilicum.
Het juiste tijdstip om te zaaien
Omdat iedere plant een eigen groeiperiode nodig heeft, is het moeilijk om nauwkeurige informatie over het optimale tijdstip om te zaaien of planten te geven. De meeste planten worden in het voorjaar gezaaid of geplant, maar bepaalde planten ook in de late winter. De ideale tijd om te planten of te zaaien, vind je op de verpakking van het zaaigoed.
Bekijk onze zaai- (en oogst)kalender van groente en kruiden!
Tip
Zet jonge planten pas in mei uit, wanneer er geen nachtvorst meer te verwachten is. Te lage temperaturen houden de planten nog niet vol.
Belangrijke aanwijzingen voor het zaaien en planten
- Voor vele planten kun je turfschijven of turfpotten voor het zaaien gebruiken, die het gevoelige wortelwerk bij het verpotten of omplanten beschermen.
- Om succesvol te zaaien, moet je een lichte, warme plaats zonder direct zonlicht kiezen.
- Plaats zaadschalen niet direct op een radiator, anders wordt de plant mogelijk te sterk opgewarmd en droogt de onderste laag aarde uit, terwijl de bovenste aarde vochtig blijft. Deze ongelijkmatige uitdroging kun je met een plaat piepschuim als onderlaag tegenwerken.
- De ideale kiemtemperatuur ligt tussen 17 en 22 graden Celcius.
- De zaden van lichtkiemers zoals aardbeien of basilicum worden vlak op de aarde uitgezaaid, de zaden van donkerkiemers zoals pompoen en komkommers worden daarentegen in de aarde gezet.
- Let er voor het inzetten van de zaailingen op dat de aarde op kamertemperatuur is en een losse, luchtige, doorweekte structuur vertoont.
- Gebruik in plaats van de gebruikelijke bloemen- of plantenaarde een voedingsstofarme zaaiaarde. Deze is speciaal afgestemd op de behoeften van jonge en tere plantjes.
In de schalen, klaar, af!
Alles voorbereid voor het zaaien? Prima! Nu ga je als volgt te werk.
1. Uitzaaien
Vul de uitzaaischaal voor ongeveer 2/3 met aarde en druk deze licht vast. Verdeel nu de zaden gelijkmatig en niet te dicht op elkaar op de aarde en dek het toe met gezeefde aarde.
2. Bevochtigen
Bevochtig nu de aarde, bijvoorbeeld met een plantenspuit. De aarde mag niet te nat worden, maar moet licht vochtig zijn. Bij voorkeur gebruik je oud, handwarm regenwater voor de bevochtiging. Kalkhoudend leidingwater moet je vermijden, dat veroorzaakt aanslag en stoort de waterdoorstroming. Ook mag het water niet te koud zijn, om een shock van de zaden te vermijden.
3. Broeikaseffect creëren
Dek nu de uitzaaischaal met een passende heldere kap af. Ventileer dagelijks één tot twee keer, zodat er niet te veel condenswater verschijnt en geen rotting ontstaat.
4. Namen geven
Om er voor te zorgen dat je weet in welke groeipot welke planten groeien, moet je de potten een opschrift geven. Gebruik daarvoor eenvoudige steeketiketten en vermeld daarop de plantennamen met het uitzaaitijdstip.
Zaailingen verzorgen en onderhouden
- Zodra de eerste zaailingen ontkiemen, moet je de kweekbakken langer ventileren.
- Zorg voor voldoende licht en een evenwichtige temperatuur. Te weinig licht en te veel warmte laten de verse plantjes te snel groeien, en daardoor kunnen ze inknikken.
- Wanneer de jonge planten robuuster zijn geworden, moet je met een plantstok onder de wortelkluit steken en het plantje zachtjes naar boven tillen. Trek niet aan de zaailing!
- Stop nu het plantje in een met aarde gevulde pot en zet het op een luchtige plaats. Ter afharding kan het ook af en toe in de open lucht worden gezet, houd de buitentemperaturen wel in de gaten. Niet in de brandende zon zetten in verband met verbrandingsgevaar!
- Halverwege mei kun je de plantjes in de vrijheid loslaten, dus ze in de tuin planten.
- Voorzorgsmaatregelen; tuindoek, broeibak en folietunnel.
Houd slakken uit de buurt van het zaaigoed
Zaailingen en jonge planten werken als een magneet op slakken. Let absoluut op de correcte dosering als je slakkenkorrels gebruikt, bij bio-ingrediënten zoals ijzer-III-fosfaat kan in vergelijking met chemische ingrediënten een 10-voudige hoeveelheid nodig zijn. Slakkenhekken zijn in ieder geval veel effectiever wanneer ze reeds bij het aanleggen van het perk opgetrokken worden, controleer van tevoren op ei-afzetting van slakken. De metalen tanden van de hekken houden schadelijke indringers als slakken uit de buurt.