Met andere woorden: ga voor een preventieve aanpak tegen een plaag in de tuin! Bij gezonde en sterke planten maakt ongedierte geen kans!
Kies bijvoorbeeld voor sterke soorten om aantasting door ongedierte op je planten te voorkomen. Plantversterkers en afweersystemen zoals een slakkenhek vormen fase 2.
Fase 3 wordt gevolgd door een indirecte aanpak met nuttige vijanden en vallen. De laatste fase (helemaal rechts) is directe bestrijding met bestrijdingsmiddelen. Gebruik deze producten alleen als laatste redmiddel.
De plantbescherming fasen
Voorkom ongedierte op je plant
Bladluizen, trips, buxusmotten of mijten: laten we eerlijk zijn, wie wil dit soort gasten in de tuin? Er zijn een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen om te voorkomen dat er überhaupt een ongedierteplaag ontstaat. Preventie is het sleutelwoord. Wij hebben tips om dit soort beestjes op je planten te voorkomen:
- Koop alleen gezonde en sterke planten.
- Gebruik alleen kwaliteitszaad, indien mogelijk met ziekteresistentie.
- Houd rekening met de bodemgesteldheid en locatie, want iedere plant heeft andere eisen.
- Denk aan een goede voorbereiding van de grond en bodembewerking. Gebruik bijvoorbeeld een bodemactivator. Deze activeert het bodemleven en verhoogt het aantal micro-organismen. De bodemactivator voorkomt zo plantenplagen.
- Plant en zaai altijd op voldoende afstand, zodat de bladeren goed kunnen drogen.
- Bemest en verzorg je planten volgens hun behoeften. Overmatig bemesten maakt planten vatbaarder, en te veel of te weinig water laat de planten doodgaan.
- Let bij de planning op de vruchtwisseling en de omliggende zaden van de moestuin.
- Maak je tuin aantrekkelijk voor nuttige insecten en zorg voor
- Let altijd op de hygiëne en verwijder plantenresten altijd op de juiste manier. Dit betekent: aangetaste bladeren altijd in de GFT-bak doen en niet in de compost!
- Onderzoek je planten regelmatig op mogelijke aantasting door ongedierte of andere verstoringen.
Een
Je kunt preventief al in een vroeg stadium
Ongedierte herkennen
Geperforeerde bladeren, doffe planten, bladverlies. Als er een plaag gaande is, is deze gemakkelijk te herkennen. De vraag is alleen: wie is de dader? Pas als je weet wie de plant lastig valt, kun je je goed verdedigen.
Hier is een globaal overzicht van de schade en mogelijke oorzaken:
Gebruik plantversterkers
Naast natuurlijke ongediertebestrijdingsmiddelen zoals
Er zijn bijvoorbeeld plantversterkers met effectieve micro-organismen die een mengsel bevatten van melkzuurbacteriën (Lactobacillus casei, Lactobacillus plantarum), fotosynthetische bacteriën (Rhodopseudomonas palustris) en gisten (Saccharomyces cerevisiae).
De plantversterker zorgt ervoor dat alle voedingsstoffen in de bodem beschikbaar worden gemaakt voor de plant en worden omgezet in voedingszouten. Daarnaast aciveert de plantversterker het bodemleven voor meer regenwormen. Het bevordert de kieming, wortelvorming, bloei, vruchtzetting en rijping van planten en versnelt de compostering!
Bij teveel water geven ligt wortelschimmel en wortelrot al snel op de loer. En dan hebben we het nog niet eens over alle rouwvliegjes of trips die eitjes leggen in de grond.
Met LECHUZA-PON heb je hier geen last meer van. Dit plantensubstraat geeft de juiste voedingstoffen voor elk type plant en houdt de wortels gezond!
Ongedierte op een natuurlijke manier bestrijden
Je kunt ongedierte op natuurlijke wijze bestrijden. Dit noemen we ook wel de indirecte aanpak. Zo zijn er nuttige insecten als aaltjes die het ongedierte tegengaan. Maar ook gele plakkers of lijmringen van bomen. Er zijn ook veel huismiddeltjes, zoals zeepsop, die je kunt gebruiken tegen ongedierte. Biologische, biotechnische en fysieke middelen zoals vallen zijn zeer effectief bij het bestrijden van ongedierte.
Directe bestrijding met bestrijdingsmiddelen
Heb je alle bovenstaande tips al geprobeerd en gaat je plaag alsnog niet weg? Dan is er nog een laatste uitweg: bestrijdingsmiddelen. Wees hier voorzichtig mee en lees je goed in. Bij verkeerd gebruik kun je namelijk nuttige insecten, zoals de bij, dood maken. Hoe werken herbiciden, fungiciden en insecticiden? In het volgende overzicht krijg je antwoorden op deze vragen.
Fungiciden
Fungiciden zijn chemische of biologische substanties voor de bestrijding van schimmels en sporen. Afhankelijk van de ingrediënten wordt de aantasting gedood of de groei tijdelijk verhinderd.
Fungiciden vinden overwegend hun toepassing als plantenbeschermingsmiddel, maar ook voor de bestrijding van schadelijke schimmels, zoals bijvoorbeeld schimmel en houtrot.
Hoe ontstaat een schimmelziekte?
Schimmelsporen worden door mensen, dieren, waterdruppels en wind verspreid. Wanneer schimmelsporen op een plantenweefsel komen, kunnen deze kiemen, vochtigheid (bijvoorbeeld regen, nevel of dauw) bevordert de groei.
In ideale omstandigheden ontstaat er een kiembuis, die dan in het plantenweefsel indringt en zich daar met behulp van een zwamvlok wortelachtig uitbreidt. De schimmelzwamvlok voedt zich met de plantencellen, vernietigt ze en vormt sporendragers, die weer nieuwe sporen vormen. Zo kan de ziekte zich vermeerderen en andere planten infecteren.
Tip: Schadelijke schimmels ontwikkelen zich in een microscopisch bereik en zijn in eerst instantie met het blote oog niet herkenbaar. Pas wanneer de schimmel zich uitbreidt, laat hij zijn sporen achter. Zo kunnen bijvoorbeeld blad- en takmeeldauw, echte meeldauw, roest, zwarte rot, bruine en afstervende knoppen, chocoladevlekken- of bladvlekkenziekte optreden.
Hoe werken fungiciden?
Afdekkingsfungiciden werken preventief als ze volledig op het plantenweefsel worden aangebracht en zo een beschermende film vormen. Wanneer schimmelsporen nu op het plantenweefsel komen en onder de hierboven beschreven omstandigheden beginnen te kiemen, vormen ze een kiembuis. Zodra deze met de beschermende folie in aanraking komt, doodt de werkzame stof hen en verhindert zo de uitbreiding van een schimmelinfectie. Behandelingen met fungiciden moeten met regelmaat worden herhaald, omdat de werkzame stoffen afgebouwd of afgewassen worden, bovendien ontstaan er door de groei van de plant steeds weer nieuwe onbehandelde plaatsen.
Herbiciden
Herbiciden behoren tot de belangrijkste bestrijdingsmiddelen. Het gaat hier om synthetische substanties die worden ingezet voor onkruidbestrijding. Bekijk
We onderscheiden selectieve herbiciden, die alleen bij bepaalde planten werken, en breedwerkende herbiciden, die bij veel planten aanslaan.
Waarom onkruid weghalen?
Ongeacht welk soort tuin je grondstuk siert, onkruid is een onaangename bijkomstigheid. Ze zien er in het bloembed niet alleen lelijk uit, maar concurreren samen met je sierplanten om water, voedingsstoffen en licht. Ook nuttige planten kunnen daarbij aan het kortste eind trekken en daardoor je oogst belemmeren en minimaliseren. Maar let op: onkruid is niet altijd slecht! Het biedt bescherming en voeding voor nuttige insecten.
Hoe werken herbiciden?
Systemische bladherbiciden worden met water verdund en op het onkruid gesproeid. De plant neemt de werkzame stof op en verdeelt deze over de sapstroom, deze vernietigt op zijn beurt de plantencellen. Het onkruid vergaat vervolgens.
Tip: Vooropkomst-herbiciden kunnen voor of tijdens het zaaien worden ingezet. Na-opkomst-herbiciden worden daarentegen pas na de vorming van de eerste kiembladen gebruikt.
Insecticiden
Insecticiden zijn pesticiden, chemische substanties ter bestrijding van insecten in de verschillende ontwikkelingsstadia. Insecticiden worden in de volksmond ook insectenverdelgers of insectendoders genoemd.
Waarom insecten doden?
Wanneer schadelijke insecten, bijvoorbeeld bladluizen, schildluizen, aardappel- en schorskevers, zich in de tuin vestigen, moet je op tijd ingrijpen. Doe je dat niet, dan kunnen ze zich snel vermenigvuldigen en tot een oncontroleerbaar probleem uitgroeien, waardoor je planten dood kunnen gaan.
Nuttige insecten zoals bijen, hommels, mieren of lieveheersbeestjes moet je al-tijd sparen!
Hoe werken insecticiden?
We verdelen insecticiden in drie gifsoorten:
- Ademgif – werkt via de luchtwegen
- Maaggif – werkt via het maag-darmkanaal
- Contactgif – werkt door aanraking
Deze bestrijdingsmiddelen worden als spray, tinctuur, poeder of korrels aangeboden. Je spuit insecticiden rechtstreeks op de plaag (contacteffect) of je behandelt de aangetaste plant (systemisch effect).
Geen glyfosaat of neonicotinoïden bij HORNBACH
Jaren geleden hebben we alle producten die glyfosaat bevatten uitgefaseerd en alternatieve producten toegevoegd aan ons assortiment. Plantbeschermingsmiddelen met neonicotinoïden zijn ook volledig uitgefaseerd om actief bij te dragen aan de bescherming van nuttige insecten.
Hoe pas ik bestrijdingsmiddelen juist toe?
Herbiciden toepassen
Herbiciden mogen alleen in de tuinbouw worden gebruikt, en niet in de buurt van water. Voor gebruik in open tereinen heb je een speciale vergunning nodig. Ook afgesloten paden en pleinen die risico lopen op overstroming, evenals opritten van garages, zijn uitgesloten van gebruik.