Mijn verlanglijsten 0 Winkelwagen
HORNBACH Breda Openingstijden
Konijnenberg 33
4825 BC Breda

service-breda@hornbach.com
+31 76 578 9000
ma - vr: 07:00 - 21:00 Uur
za: 08:00 - 18:00 Uur
zo: 10:00 - 17:00 Uur
Je hebt deze informatie op 13-11-24 om 07:46 uur uitgeprint. Let op dat prijzen op de wereldmarkt en reacties op korte termijn de prijzen op ieder moment veranderen en deze daardoor kunnen afwijken van die op je print. Dank u voor uw begrip.

Permacultuur – samengesteld uit de Engelse begrippen "permanent" en "agriculture" – is een concept dat de laatste jaren steeds belangrijker is geworden.

Het principe is niet nieuw. Het concept permacultuur is in de jaren 70 van de vorige eeuw opgezet door de Australiërs Bill Mollison en David Holmgren, als reactie op de industriële landbouw. Monoculturen en het deels overmatige gebruik van bestrijdingsmiddelen verstoorden toen al niet alleen de biodiversiteit, maar ook de grond.

Vandaag de dag richten steeds meer mensen hun tuin in volgens dit principe. Het doel van permacultuur is om van je tuin een duurzaam ecosysteem te maken. Beschikbare hulpbronnen zoals water worden efficiënt gebruikt, zodat je er aan het einde van de dag minder van nodig hebt.

Andere voordelen van permacultuur:

  • Een goed geplande permacultuur-tuin vergt minder onderhoud dan een gewone tuin. De grond is bedekt met een laag mulch of bodembedekkers, wilde kruiden worden niet verwijderd, maar juist gebruikt.
  • Omdat je bij permacultuur het oppervlak slim gebruikt, kun je bij groenten en fruit in verhouding een grotere opbrengst op een kleiner oppervlak verwachten.
  • Als het ecosysteem werkt, hoef je in de regel geen chemicaliën te gebruiken. Dit komt doordat nuttige organismen ongedierte bestrijden of loopeenden slakken opeten.
  • Een permacultuur-tuin is ideaal voor mens, (wilde) dieren en natuur. Een echt ecosysteem.

Ken je de 4 fasen van plantbescherming al? Bekijk ons advies

Permacultuur in de tuin eend . HORNBACH

Volgens Mollison en Holmgren vormen drie ethische principes de basis voor alle handelingen bij permacultuur:

  • Care for the earth (zorg voor de aarde)
  • Care for the people (zorg voor de mens)
  • Fair share (beperk je consumptie en deel je overschot)

De vijf R-regels van duurzaamheid spelen minstens net zo'n grote rol in een permacultuur-tuin:

Refuse: afwijzen – en dan vooral overvloedige consumptie. Schaf alleen aan wat je daadwerkelijk nodig hebt.

Reduce: verminder afval, materialen en gebruik minder energie.

Reuse: probeer dingen zo veel mogelijk opnieuw te gebruiken en te repareren als ze kapot gaan.

Recycle: dingen die niet meer te redden zijn, moeten worden afgevoerd – maar wel op de juiste manier. Scheid je afval naar behoren en recycle het.

Rot: de laatste R staat voor composteren. Een composthoop is een absolute must-have voor je permacultuur-tuin.

Bij permacultuur gaat het dus niet alleen om een bepaalde manier van vormgeven van je tuin. Het gaat om het grote geheel.

In het ideale geval bestaat een permacultuur-tuin uit vijf zones met de mens als middelpunt. Hoe dichter de zone bij de mens staat, hoe dichter deze in de regel ook beplant is. Hoe verder de zone verwijderd is van het middelpunt de mens, hoe minder onderhoud deze ook nodig heeft.

De permacultuur-zones in één oogopslag. Klik op de afbeelding voor meer informatie:

Genoeg theorie, tijd om over te stappen op de praktijk. De eerste en belangrijkste stap bij de planning van je permacultuur-tuin: neem de tijd, veel tijd, en observeer je tuin.

  • Hoe beweegt het zonlicht door je tuin?
  • Waar zijn de schaduwrijke plaatsen en waar de zonnige?
  • Zijn er plekken waar het erg winderig is?
  • Welke dieren scharrelen door je tuin?
  • Wat is de gesteldheid van je bodem, zandig of kleiachtig?
  • Wat groeit er al op je grondstuk?

Maak een schets van je tuin en noteer je observaties.

Hoe beter je je tuin kent, des te eenvoudiger je een permacultuur-tuin kunt aanleggen. Omdat je bij een permacultuur-tuin je eigen ecosysteem creëert waarin je in het beste geval nauwelijks hoeft in te grijpen, is een goede planning belangrijk.

Bedenk in deze fase ook al welke planten je in je permacultuur-tuin zou willen zetten. Geef altijd de voorkeur aan meerjarige planten. Zorg er ook voor dat de planten winterhard zijn. Meerjarige fruit- en groentesoorten zijn o.a. aardbei, rabarber, asperge, aardpeer of de eeuwige kool.

En controleer direct welke planten goed met elkaar kunnen opschieten, zodat ze in de toekomst buren kunnen worden in je permacultuur-tuin. "Mengteelt" is het toverwoord. Daarover later meer.

Plan ruimte in voor verhoogde plantenbakken, een kruidenspiraal, een kas of een vijver als je dat wilt. Bedenk bij de planning ook vast hoe je regenwater kunt opvangen en dit voor je permacultuur-tuin kunt gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan een manier om een deel van het regenwater direct je perken in te leiden.

Je permacultuur-tuin heeft verschillende gebieden. Ieder gebied heeft altijd meerdere functies. Kun je je dat nog niet zo voorstellen? Drie voorbeelden:

  • Je vijver biedt bijvoorbeeld niet alleen ruimte aan vissen, amfibieën en insecten, maar is ook een handige wateropslag voor regenwater.
  • Heggen van wilde fruitstruiken begrenzen niet alleen je grondstuk, maar bieden ook bescherming tegen inkijk en wind en voorzien je van vers fruit.
  • Dankzij composthopen heb je in de regel niet alleen geen gft-container meer nodig, maar krijg je ook nog gratis de beste mest, welke weer voor grondverbetering zal zorgen.

Let er bij het aanleggen van je permacultuur-tuin op dat de paden in je tuin kort zijn. Je moet je paden ook niet betegelen, maar van natuurlijke materialen maken, zoals houtsnippers.

Permacultuur-tuinen zien er altijd wat wild uit. Boze tongen beweren ook: onopgeruimd. Jij weet wel beter. Je permacultuur-tuin doet de natuur na – en is een goed doordacht systeem.

Het wilde uiterlijk komt natuurlijk ook doordat je de permacultuur-tuin als mengteelt aanlegt in plaats van als groentetuin in nette rijen.

Bij mengteelt heb je minder plek nodig, omdat je planten met diepe wortels en met horizontaal groeiende wortels in één perk kunt planten, zonder dat ze elkaar in de weg zitten.

Klassiek voorbeeld: de drie zusters. De Maya's plantten maïs, bonen en pompoenen al samen. Het maïs met zijn horizontaal groeiende wortels en de bonen met hun diepe wortels storen zich niet aan elkaar. De bonen kunnen het maïs juist als rank gebruiken, terwijl de bladeren van de pompoen schaduw bieden aan de grond en deze zo beschermen tegen uitdroging.

Mengteelt biedt in de regel niet alleen een hoge opbrengst, omdat je de ruimte in je perk optimaal gebruikt. Met de juiste buren kun je je planten ook tegen ongedierte beschermen.

Bijvoorbeeld:

Plant tomaten en aardappels nooit direct naast elkaar. Aardappels hebben vaak last van aardappelziekte en bruinrot en kunnen je tomaten daarmee infecteren. Knoflook is daarentegen een goede buur voor tomaten. Het houdt bovengronds witte vliegen op afstand en ondergronds helpt de plant tegen woelmuizen.

Om goede en slechte buren van elkaar te onderscheiden in je perk, hebben we een overzicht gemaakt van de meest gebruikte planten:

Tijdens de observatie van je tuin heb je vastgesteld op welke plekken het erg winderig is. Doe er wat aan! Een heg van wilde fruitstruiken is ideaal als windbescherming. Dat is goed voor je tuin, de wilde dieren en jij profiteert van het fruit.

Let er bij het aanleggen van je tuin ook op dat je richting het zuiden alles zo veel mogelijk open laat en daar geen hoge bomen plant. Hoge bomen horen aan de noordelijke zijde, richting het zuiden kun je beter moestuinen en bessenstruiken plaatsen.

In een klassieke tuin wordt de plaats onder een fruitboom vaak niet gebruikt. Niet bij permacultuur. Leg in je permacultuur-tuin zogenaamde boomgilden aan.

Bij een boomgilde vormen bijv. een boom, een struik, kruiden en bodembedekkers één geheel. De planten vormen een eenheid die elkaar ondersteunt en je een behoorlijke opbrengst geeft.

Hoe? Een paar voorbeelden: bodembedekkers beschermen de grond rond de fruitboom tegen uitdrogen. Schermbloemige planten zoals dille of venkel trekken nuttige organismen aan en je kunt ze ook zelf oogsten. Bessenstruiken zoals frambozen of aalbessen zorgen voor nog meer opbrengst – en dat allemaal op een klein oppervlak.

Duurzaam omgaan met hulpbronnen. Dat geldt in een permacultuur-tuin vooral voor water.

Regentonnen, waterreservoirs en vijvers: er zijn vele mogelijkheden om regenwater op te vangen en te gebruiken. Hierbij zijn vooral regentonpompen handig, waarmee je het regenwater ook zonder al te veel krachtsinspanning naar je planten kunt leiden.

Het onderwerp mulchen is ook erg belangrijk: in een permacultuur-tuin vind je in principe geen lege grond. Alle oppervlakken hebben een laag mulch. Door deze mulchlaag droogt de grond niet zo snel uit – dat bespaart water. Daarnaast hoef je door deze laag ook minder te bemesten en houd je ook ongewenst onkruid op afstand. Mulch heeft dus een aantal voordelen.

Voor het mulchen is opgedroogd gras van het grasmaaien geschikt, maar ook hooi of oud stro.

In plaats van een mulchlaag kun je in een aantal hoeken van je tuin ook bodembedekkers planten. Bodembedekkers groeien tot een lage hoogte en bedekken vrije oppervlakken in korte tijd. Handig om te weten: er zijn ook bodembedekkers met eetbare vruchten of bladeren. Dat zijn o.a. de bosaardbei of de Oost-Indische kers.

In een permacultuur-tuin is er veel te oogsten. Maar hoe bewaar je al je groente en fruit als je huis geen kelder heeft of de kelder ongeschikt is?

De oplossing is een zogenaamde tuinkelder of opslagkuil.

Voor een tuinkelder heb je een schaduwrijke plek nodig in je tuin. Aangezien je 1,20 m diep moet graven, moet je van tevoren beslist controleren of dat kan in verband met het grondwaterpeil. Controleer ook bij je gemeente of je toestemming nodig hebt voor een tuinkelder.

Voor een tuinkelder is naast een goede drainage (zodat er geen zakwater in je kelder loopt) ook een luchtschacht nodig. Er zijn fabrikanten die kant-en-klare tuinkelders leveren. En dan ben je er nog niet, want naast een fundament van split en zand heeft je tuinkelder ook stroom nodig voor de verlichting en moeten alle zijden strak omgeven zijn door aarde.

Een opslagkuil is een eenvoudigere, snellere en voordeligere oplossing.

Zoek eerst een geschikte plek voor je opslagkuil. De beste plek is dicht bij je huis en overdekt. Het is belangrijk dat er geen water in de opslagkuil kan lopen. Let op het grondwaterpeil!

Plek gevonden? Dan kun je beginnen. Zo leg je een opslagkuil aan:

  • Maak een kuil die ongeveer 30-40 cm diep is.
  • Bekleed de kuil met woelmuisgaas zodat knaagdiertjes geen kans hebben om bij je oogst te komen.
  • Vul de kuil nu met een zandlaag van ongeveer 5 cm en klopt het zand vast. De zijden van de kuil kun je bedekken met stro of ommuren met verstevigingsplanken, bakstenen of Ytong-stenen.
  • De groente kun je bewaren in kunststof of houten groentekisten. Houten wijnkisten zijn ook perfect geschikt.
  • Leg een laag groente in de kist en bedek deze altijd met zand. Leg er vervolgens de volgende laag groente op en ga zo door. Let op: de lagen mogen elkaar niet raken. Was de groente niet. Borstel alleen de aarde eraf voordat je ze in je opslagkuil plaatst.
  • Bedek de opslagkuil vervolgens met houten planken en een laag aarde. Je kunt je opslagkuil ook nog afdekken met een laag plasticfolie om vocht weg te houden.

naar boven