Stap 1

Daar waar verschillende vloeren bij elkaar komen, ontstaan kleine oneffenheden doordat niet alle vloeren dezelfde dikte hebben. Dit komt bijvoorbeeld voor bij deuren, waar twee kamers bij elkaar komen. Met zogenaamde overgangsprofielen kun je deze oneffenheden wegwerken. Zaag of snijd het overgansprofiel op maat.

Stap 2
Zet het basisprofiel in de voeg tussen de twee vloeren, let er hierbij op dat het profiel iets bewegingsruimte heeft tussen de vloeren. Markeer waar de pluggen in de vloer moeten komen en boor op die plaatsen gaten. Nu kun je het basisprofiel vastschroeven.

Stap 3
Ga verder met het leggen van de vloer in de volgende kamer, denk eraan dat je een voeg neemt van 10 mm, zodat de vloer ruimte heeft om te werken. Tenslotte hoef je alleen nog de afdekking van het overgangsprofiel vast te klikken.

Stap 1. Boorgaten aanbrengen

Eerst verwijder je de oude vloer. Vervolgens boor je een gat van 6 mm doorsnede (denk aan de dilatatievoegen!) Gebruik alle meegeleverde pluggen! De afstanden tussen de gaten kunnen willekeurig worden gekozen, de beide uiterste boorgaten zo ver mogelijk naar buiten plaatsen.

Boorstof verwijderen en de diepte van het boorgat (= pluglengte + 1 cm) controleren.

Stap 2. Plug inschuiven en profiel vastzetten

Alle meegeleverde pluggen in de overeenkomstige opnamegroef van het profiel schuiven. Pluggen passend boven de boorgaten uitlijnen. Profiel en pluggen samen vast in de boorgaten drukken en gelijkmatig aan de vloer bevestigen. Hiervoor moet je het profiel vastslaan, gebruik een slaghout!

Voor de demontage voorzichtig een plamuurmes onder het profiel doorhalen tot aan de afzonderlijke plugkoppen. Met een hamerslag de plug op die plaats gericht doorslaan. Voor nieuwe montage van het profiel gewoon nieuwe pluggen gebruiken.

Stap 1. Basisprofiel lijmen en uitlijnen

• Lijm allereerst het basisprofiel op de ondergrond. Hiervoor montagelijm, bij goede dekvloer of op hout, of tweecomponentenlijm, bij slechte dekvloer en brokkelige dilatatievoegen, gebruiken.
• Het basisprofiel in het lijmbed uitrichten, lijmresten eventueel voorzichtig verwijderen. Let bij het uitrichten op de dilatatievoegen tussen vloerbedekking en profiel. De lijm moet voor het vastklikken van het bovenprofiel volledig uitharden!

Stap 2. Basisprofiel vastschroeven en bovenprofiel vastzetten

• Teken de boorgaten voor (let op dilatatievoegen!).
• Plaats de buitenste boorgaten zo ver mogelijk naar buiten, max. 4 cm van de zijrand. Gebruik pan-head-schroeven voor de montage.
• Plaats het bovenprofiel met handkracht op het basisprofiel en klik het vast. Afhankelijk van de behoefte past het profiel zich door de scharnierbeugel bij hoogteverschillen automatisch aan.
• Fixeer het bovenprofiel met hamer en slaghout.

Voor de demontage voorzichtig een plamuurmes onder langs het profiel bewegen en bij een lengte van 20 cm voorzichtig opkrikken. Na het uitklikken van het bovenprofiel vanwege de geïntegreerde spiraalvertanding het profiel voorzichtig lostrekken. Het bovenprofiel kan ook na de demontage weer worden gemonteerd.

Stap 1. Basisprofiel monteren

• Het basisprofiel eerst op de ondergrond lijmen of vastschroeven (aanbevolen!).
• Bij het vastschroeven het basisprofiel uitlijnen (let op dilatatievoegen!), door de schroefgaten van het profiel gaten van 5 mm boren, pluggen vastzetten en vastschroeven.
• Bij lijmen tweecomponentenlijm of andere zeer sterke lijm gebruiken. Laat de lijm na het vastzetten van het profiel volledig uitharden.

Stap 2. Bovenprofiel leggen en vastzetten

• Bovenprofiel op het basisprofiel bevestigen. Het bovenprofiel past zich automatisch aan bij hoogteverschillen.
• Je kunt het bovenprofiel vervolgens met geschikte boorschroeven boven de schroefgaten in het profiel vastzetten. De keuze van de schroeven is afhankelijk van de opbouwhoogte, let hierbij op de gegevens van de fabrikant.
• De schroeven bij voorkeur met een accuschroevendraaier (middelste aanhaalmoment) onder lichte druk vastzetten.

Voor demontage kunnen de vastgezette schroeven gemakkelijk worden uitgedraaid en weer ingedraaid.

Stap 1. Basisprofiel en aardleiding leggen

• Basisprofiel vastschroeven of -lijmen, zie schroefprofiel.
• Als stroomvoerende leidingen in de kabelgoot worden gelegd, moet het profiel door een vakman worden geaard met een aardleiding.
• Bij het leggen van meerdere goten achter elkaar, dien je deze met kabelbruggen te verbinden.
• Gegevens- en luidsprekerkabels hebben geen aardleiding nodig.

Stap 2. Kabels plaatsen en bovenprofiel vastzetten

• Leg de kabels in de kabelgoot van het basisprofiel. Meerdere kabels dien je elke 30 cm te bundelen. De kabels mogen in de kabelgoot niet aan elkaar worden verbonden of worden verlengd!
• Plaats het bovenprofiel, let er daarbij op dat de kabels niet worden ingeklemd.
• Passende boorschroeven kiezen en in het ideale geval met een accuschroefmachine (middelste aanhaalmoment) het bovenprofiel op het basisprofiel vastzetten.

Stap 1. Traptreden voorbereiden en basisprofiel vastschroeven

• Vul de traptreden waar nodig met reparatiepleister op.
• Snijd de stootborden op maat en lijm ze aan de traptreden vast.
• Nu kun je het basis- en bovenprofiel plaatsen en vastschroeven.
• Druk hiervoor de verticale poot van het bovenprofiel vast tegen de stootplaat en boor via de schroefgaten in de 5mm-gaten van het basisprofiel in de trede. Het profiel kun je nu met pluggen vastschroeven, bij houten trappen zonder pluggen.

Stap 2. Treden leggen en bovenprofiel vastzetten

• Bovenprofiel afnemen en eventueel een isolerende onderlaag (2 mm) op de betreffende trap lijmen om verschillen in materiaaldikte te compenseren.
• Bekleding voor de trede op maat snijden en ook vastlijmen.
• Bovenprofiel plaatsen en met de passende boorschroeven vastzetten.
• Bovenprofiel met hamer en slaghout aanslaan en de boorschroeven natrekken.

Voor de demontage van schroefprofielen kunnen de vastgezette schroeven eenvoudig weer worden uitgedraaid en weer worden ingeschroefd.