| HORNBACH Breda | Openingstijden | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Konijnenberg 33 4825 BC Breda service-breda@hornbach.com +31 76 578 9000 |
|
Hebben je muren hun beste tijd gehad en moeten ze worden gerenoveerd? Geen zorgen! Vaak is een nieuwe wandbekleding niet direct noodzakelijk. Analyseer de ondergrond van de wand en repareer de vastgestelde schade. Kleine gebreken kan je namelijk snel oplossen en daarna met jouw gewenste behang of muurverf de finishing touch aanbrengen.
Heb je naast scheuren of gaten in de muur ook last van ander beschadigingen? Pak ze aan en creëer een goede basis om je wanden mooi egaal te krijgen. Lees hier hoe je beschadigingen aan de muur het beste kunt aanpakken:
Controleer eerst de staat van de muren en herstel alle beschadigingen. De ondergrond moet vlak, schoon, zonder scheuren, draagkrachtig en droog zijn. Beschadigde plekken kan je met een geschikte pleister of vulmiddelen herstellen.
Voor je begint moeten alle loszittende verf- en structuurlagen met een staalborstel worden verwijderd.
Heb je een scheur in de muur, dan moet de scheur iets groter worden gemaakt. Kras de scheur daarvoor iets open met een spatel, zodat de pleistergips of vulmiddel voldoende grip heeft. Voor het opvullen moeten scheuren of gaten stofvrij zijn.
Bij zeer zuigende ondergronden moet je de beschadigde delen eerst vooraf bevochtigen met een kwast voordat je deze opvult.
Diepe scheuren die door materiaalbewegingen zijn ontstaan, hebben extra aandacht nodig. Leg daarvoor een baan renoveervlies in het gipsbakje. Trek dan nogmaals een laag pleister over de scheur aan en egaliseer het oppervlak. Eventuele oneffenheden kunnen na het drogen nog worden bijgeschuurd met schuurpapier.
Kleinere reparatiewerkzaamheden aan pleister- en metselwerk kunnen binnenshuis met een pleistergips of vulmiddel worden uitgevoerd. Dek de vloer af voordat je begint. Zit er een scheur in de muur? Vergroot deze iets met een plamuurmes en maak het stofvrij. Verwijder al het losse materiaal, behang, loskomende verf en vetvlekken. Roer de pleister voor het gebruik kort door. De benodigde hoeveelheid plamuur kun je het beste gieten in een gipsbeker. Neem de pleister vanuit de beker op het plamuurmes en druk het in de plek dat gerepareerd moet worden.
Grotere en diepere scheuren moet je in meerdere stappen plamuren. De maximale laagdikte per plamuurfase bedraagt 10 mm. Breng de plamuur na het omroeren in de eerste stap grof aan op de muur. Let erop dat er geen holle ruimtes ontstaan. Na het volledig drogen kan de volgende plamuurlaag worden aangebracht. Voor het opknappen van diepere gaten of afgevallen stukken kun je het beste een dieptevuller gebruiken. Voor het gladmaken van het oppervlak moet je de troffel slechts met lichte druk over de plamuur bewegen, zodat er geen gaten kunnen ontstaan.
Wanneer de scheuren zijn geplamuurd kan je de oppervlakte glad maken met behulp van schuurpapier. Schuur lichtjes over de wand en maak deze daarna stofvrij. Het is afhankelijk van de plamuur of je de muur vóór de volgende werkzaamheden nog moet gronden of dat je direct kunt beginnen met verven.
Voordat je begint met behangen, verven of het aanbrengen van steenstrips moet de muur glad en gegrond zijn. Alleen zo kun je het beste resultaat uit de muur halen.
