Voordat je gebruik gaat maken van een ladder, moet je voor je eigen veiligheid een aantal punten in acht nemen. Is de ladder geschikt voor het doeleinde waar je hem voor wilt gebruiken? Heeft de ladder het GS-veiligheidskenmerk? Vóór ieder gebruik moet de ladder op beschadigingen worden gecontroleerd en ontdaan worden van verontreinigingen. Vuil of olie zijn een risico voor de veiligheid. De ladder moet uiteraard ook lang genoeg zijn voor het beoogde project.

Ook op dit gebied moet met verschillende zaken rekening worden gehouden, zodat probleemloos werken op de ladder mogelijk is. De ondergrond waar de ladder op staat moet vlak, horizontaal, onbeweeglijk en niet glibberig zijn. Indien mogelijk kunnen de steunladders tegen vaste vlakken worden gesteund. De ladder moet bovendien met de juiste hoek (bij steunladders hellingshoek 1:4) worden opgesteld.

Sporten en treden moeten waterpas staan. Trapladders moeten volledig opengeklapt worden. Zet ladders nooit van bovenaf in een nieuwe stand, de ladder moet namelijk zo opgesteld worden dat het omvallen naar de zijkant uitgesloten is. Gebruik de ladder vooral niet als overbrugging! Wees voorzichtig! Zelfgemaakte constructies in combinaties met ladders verhogen het gevaar voor ongevallen aanzienlijk. Ramen en deuren (geen nooduitgangen) in het werkbereik moeten vóór het opstellen van ladders vergrendeld worden. Indien de ladder op verkeerswegen staat, moet deze door afschermingen of waarschuwingsborden en dergelijke afgebakend worden.

Ladders zijn alleen voor lichte werkzaamheden van korte duur geschikt. Voor langdurende zwaardere werkzaamheden is een steiger zinvol. Alleen met vaste antislip-schoenen is een veilige houvast bij het gebruik van de ladder mogelijk. Beide handen moeten voor het op- en afstappen vrij zijn. Daarbij moet je steeds met je gezicht richting de ladder op- en afstappen. Geschikt gereedschap en materiaal moet veilig in de zakken opgeborgen zijn. Zo voorkom je de kans op ongelukken.

Overmatige zijdelingse belastingen, bijvoorbeeld boren in metselwerk en beton, moeten vermeden worden. Buiten moet de ladder bij ongunstige weersomstandigheden, zoals sterke wind, niet opgesteld worden. De maximale last van de ladder mag bij geen van de werkzaamheden overschreden worden.Niet-aanvullend beveiligde steunladders mogen niet tot over de op vier na laatste sport worden beklommen. Aan beide zijden beklimbare ladders alleen tot aan de op drie na laatste sport. Universele ladders met de gebruiksstand „Trapladder met aangebrachte schuifladder“ mogen zelfs alleen tot aan de op vijf na laatste sport worden beklommen, om voldoende houvast te waarborgen. De afmetingen van de ladders met platform, evenals montageladders, moeten zo gekozen worden dat de gebruiker zich niet hoeft uit te rekken, om de maximale werkhoogte te kunnen bereiken.

Niet-aanvullend beveiligde steunladders mogen niet tot over de op vier na laatste sport worden beklommen. Aan beide zijden beklimbare ladders alleen tot aan de op drie na laatste sport. Universele ladders met de gebruiksstand „Trapladder met aangebrachte schuifladder“ mogen zelfs alleen tot aan de op vijf na laatste sport worden beklommen, om voldoende houvast te waarborgen. De afmetingen van de ladders met platform, evenals montageladders, moeten zo gekozen worden dat de gebruiker zich niet hoeft uit te rekken, om de maximale werkhoogte te kunnen bereiken.

Reparatie en onderhoudswerkzaamheden moeten door vakkundig personeel overeenkomstig de instructies van de fabrikanten worden uitgevoerd. Aanwijzingen over opslag van de ladders staan tevens in de handleidingen van de fabrikanten.