Mijn verlanglijsten 0 Winkelwagen
HORNBACH Breda Openingstijden
Konijnenberg 33
4825 BC Breda

service-breda@hornbach.com
+31 76 578 9000
ma - vr: 07:00 - 21:00 Uur
za: 08:00 - 18:00 Uur
zo: 10:00 - 17:00 Uur
Je hebt deze informatie op 13-11-24 om 01:49 uur uitgeprint. Let op dat prijzen op de wereldmarkt en reacties op korte termijn de prijzen op ieder moment veranderen en deze daardoor kunnen afwijken van die op je print. Dank u voor uw begrip.

Ben jij van plan om een cavia te nemen? Dan komt daar het een en ander bij kijken. Wat moet je ze voeren? Welke materialen moet je allemaal aanschaffen? En: waarom piept je cavia? Kortom: hier kom je er alles over te weten.

Hieronder hebben wij alvast wat weetjes over de cavia neergezet:

  • Cavia's zijn roedeldieren en mogen nooit alleen worden gehouden; ze hebben het gezelschap van soortgenoten nodig om zich niet alleen te voelen.
  • Voor het scheppen van een hechte band, is het raadzaam om je cavia in de huiskamer te zetten zodat hij dagelijks veel mensen om zich heen heeft.
  • Zorg ervoor dat de kooi niet in fel zonlicht of in de tocht staat.
  • Cavia's zijn actief en hebben daarom voldoende ruimte nodig om zich te kunnen bewegen.
  • Cavia's worden tussen de 6 en 8 jaar oud.
  • Ze eten voornamelijk hooi en verse groentes.
  • Cavia's zijn vaak zindelijk.
  • In tegenstelling tot konijnen, laten cavia's zich niet zo snel aaien en vertroetelen.

Cavia's

Koeren, piepen en fluiten, en nog meer geluiden horen bij de taal van de cavia. Maar wat betekent het? Typische cavia-gedragskenmerken op een rijtje:

  • Piepen: je cavia wil graag aandacht. Het lijkt een beetje op fluiten. Dit geluid maakt-ie ook wanneer hij wil eten.
  • Knorren: je cavia geeft aan dat hij het naar zijn zin heeft; het is te vergelijken met het gespin van een kat.
  • Gillen: je cavia heeft pijn of is ziek. Het klinkt luid en schril, wat erg op een gil lijkt.
  • Luchtsprong: je cavia is blij en tevreden.
  • Klappertanden: je cavia is boos of geïrriteerd.

Cavia's verzorgen

Dat goede voeding bijdraagt aan een lang en gezond leven, is niet nieuw. Toch is het belangrijk dat je de voeding voor je cavia gevarieerd houdt en aanpast aan de specifieke behoeften van je knaagdier.

Geef hooi als hoofdvoer. Om vitamine C-tekort te voorkomen, kan je jouw cavia 1 á 2 keer per week groente of fruit, in kleine stukjes, geven. Vul dit aan met droogvoer en af en toe een snack. Want cavia's zijn dol op knagen!

Naast een knusse en ruime kooi, moet je jouw cavia ook met regelmaat verzorgen. Wat dit inhoudt lees je hier:

  • Borstel je (langharige) cavia.
  • Zorg voor korte haren rondom de billen, zodat er geen resten van uitwerpselen in blijven hangen.
  • Doe je jouw cavia graag in bad? Badderen is alleen nodig als ze erg vies zijn.
  • Gebitsverzorging.
  • Regelmatig de nagels knippen.
  • Een schone kooi.
  • Schone voer- en drinkbak.

Hamsters zijn kleine knaagdieren die er bovenal schattig uitzien. Overweeg je om een hamster aan te schaffen? Dan is het handig om het volgende over hamster te weten te komen. Hamsters hebben een sterke bewegingsdrang. Vooral in de nacht vliegen ze graag door de kooi of rennen ze door het rad. Ze leggen ook graag een voorraadje eten aan. De hamster stopt het eten in zijn wangzakken en haalt het er bij zijn huisje weer uit. En omdat het allemaal wel vermoeiend is, slapen ze overdag.

Hamsters houden niet zo van knuffels of kusjes. En ze vinden het niet zo fijn als je op de kooi tikt - echt niet. Nog steeds geïnteresseerd? Lees hier verder wat je allemaal moet weten over de verzorging van een hamster.

Hamsters verzorgen

Hamsters zijn de meest populaire huisdieren. Hieronder hebben wij wat handige weetjes over de hamster neergezet:

  • Hamsters leven graag alleen: ze hebben geen behoefte aan een hechte band met mensen.
  • Hamsters zijn nachtdieren: veel lawaai in de nacht is onvermijdelijk. Een kooi naast je bed plaatsen is dus sterk af te raden.
  • Hamsters zijn geen knuffeldieren.
  • Klimmen en klauteren is een must voor hamsters.
  • Hamsters eten voornamelijk met granen en vers voer.

Waaraan herken je of het goed gaat met je hamster, of dat-ie ziek of bang is? Hier lees je het meest voorkomende gedrag:

  • Hamsteren: typisch gedrag is het hamsteren van voedsel. Daar heeft het knaagdiertje ook zijn naam aan te danken. Laat je hamster dan ook zijn voedsel in zijn bunker of huisje opeten. Dit zorgt voor een veilig gevoel. Als je dit weglaat, kan je hamster stress krijgen.
  • Nachtactiviteit: de dag besteden ze meestal in hun huisje en alleen bij late schemering komen ze tot leven. Je knaagdier gebruikt dan zijn rad, klimt op de behuizing en gaat vrolijk knabbelen. Je moet hem dus niet bij je op de slaapkamer neerzetten. Haal je de hamster overdag uit zijn slaap, dan stel je hem bloot aan hoge stress en dat verkort zijn leven.
  • Klimmen: hamsters zijn klein, maar zeer actief. Geef ze daarom voldoende ruimte. Een kooi van minimaal 100 cm breed x 50 cm hoog is een goede basis. Pas op dat de kooi niet te hoog is! Doordat hamsters graag klimmen en klauteren, bestaat de kans dat ze naar beneden vallen. Beperk dit tot max. 15-20 cm. Wil je dat jouw hamster te allen tijde zacht valt? Leg wat handdoeken onderin de kooi.

Hamsters verzorgen

De voeding van je hamster is sterk gebaseerd op de natuurlijke levensomstandigheden en het heersende voedselaanbod. Hier vind je alles wat je moet weten voor het juist voeren van je hamster:

  • Hamsters willen het liefst meerdere keren per dag kleinere porties eten hebben.
  • Ze houden van wilde planten, groente en fruit, maar ook dierlijke eiwitten.
  • De voeding moet gevarieerd zijn.
  • Dagelijks groente in een apart bakje.
  • Vergeet ze niet wat te knabbelen, zoals een snack te geven.
  • Houd de voerbakjes schoon.
  • De voorraden van de hamster regelmatig weghalen om schimmel te voorkomen.
  • Als voedingssupplement is een liksteen heel geschikt.

Naast een ruime kooi vol uitdagende klim- en klautertoestellen, moet je jouw hamster ook met regelmaat verzorgen. Wat dit inhoudt lees je hier:

  • Borstel je (langharige) hamster.
  • Geef dagelijks vers water.
  • Water- en voerbakjes om de 3 dagen grondig reinigen.
  • Gebitsverzorging.
  • Knip regelmatig de nagels.
  • Keutels en plas regelmatig weghalen en 1 x in de week de hele kooi verschonen.

Konijnen zijn dé klassieke huisdieren. Wilde konijn graven tunnels, wonen in groepen en planten ze zich snel voort. Zo kan een vrouwtjeskonijn (voedster) maximaal 10 x per jaar 10 baby's krijgen!

Als je thuis geen konijnengroothandel wilt, let er dan op dat je niet een mannetje en een vrouwtje samen in een kooi zet. Wil je zekerheid rondom het geslacht? Koop je konijn dan bij een konijnenopvang. De beste match voor konijnen is een voedster met een gecastreerde ram. Bij de konijnenopvang worden alle rammelaars gecastreerd voor plaatsing. Lees hier verder wat je allemaal moet weten over de verzorging van een konijn.

Konijnen verzorgen

Konijnen zijn over het algemeen rustige dieren. Maar als ze bang zijn of zich vervelen, kunnen ze best luidruchtig zijn. Dan trommelen sommige konijnen met hun achterpoten, knagen ze aan de spijlen van hun kooi, gooien ze met hun voerbakjes of beginnen ze door hun kooi te rennen. Kortom: herken jij aan de hand van hun gedrag wat er gaande is?

  • Op de achterpoten staan: dit doen ze als ze een betere blik op de omgeving willen.
  • Grote oren: dit betekent dat je konijn met rust gelaten wil worden.
  • Uitgestrekt liggen: ligt je konijn helemaal uitgestrekt met zijn poten naar achteren? Dan kun je er zeker van zijn at hij zich goed voelt.
  • Kloppen met de achterpoten: je konijn is angstig.
  • Piepen: hiermee geeft je langorige vriend aan dat hij onzeker of angstig is.
  • Hoge schreeuw: bij doodsangst maakt je knaagdier dit geluid, bijvoorbeeld als een hond achter hem aanzit.
  • Tandenknarsen: sterk en hard geknars betekent vaak pijn. Ga dan ook met je konijn naar de dierenarts als hij dit doet.
  • Malen met de tanden: dit is een goed teken, want je konijn is ontspannen en comfortabel.

Het nemen van een konijn vraagt om serieuze verzorging. Het is tenslotte geen proefkonijn. Houd daarom met het volgende rekening:

  • Konijnen hebben minstens 2 m² nodig per dier.
  • Regelmatig vrij rondlopen is voor konijnen belangrijk. Als je de dieren vrij laat rondlopen in je huis, bedenk dan wel dat ze graag op meubels, vloerkleden, plinten en andere voorwerpen knabbelen.
  • Je hoeft konijnen niet per se in huis te houden. Ze kunnen het hele jaar door buiten in een konijnenverblijf leven.
  • Konijnen lijden aan eenzaamheid, daarom moet je minimaal twee konijnen aanschaffen.
  • Konijnen zijn schone dieren. Maak het hok daarom minimaal een keer per week grondig schoon.
  • Als je je konijn in huis laat, moet je ervoor zorgen dat alle potentiële gevaren - zoals kabels - goed weggewerkt zijn.

Konijnen verzorgen

Om ervoor te zorgen dat je konijn zich helemaal goed voelt, moet jij voor een aantal dingen zorgen voordat hij thuiskomt.

Kooi/konijnenhok:
of je nu een binnen- of buitenhok gaat kopen, let er op dat de vloerbak minimaal 15 cm hoog is. Dan komt niet al te veel strooisel naast het hok terecht als de konijnen weer eens flink tekeergaan.

Konijnenvoer:
haal een voorraad konijnenvoer voor je konijnen in huis. De spijsvertering van konijnen werkt alleen goed als het konijn meerdere keren per dag kleine hoeveelheden voedsel krijgt en daarbij grove ruwe vezels binnenkrijgt. Omdat de tanden continu doorgroeien, is het voortdurende afslijten van de tanden door ergens op te knagen heel belangrijk.

Voerruif:
dit accessoire, dat meestal aan de kooi hangt, is bedoeld om voer op een handige manier toe te dienen. Een voerruif is gemakkelijk te vullen en schoon te maken, en voorkomt dat hooi, sla of ander voer vies wordt. Het blijft zo langer droog en lekker.

Voerbak:
een voerbak mag in geen enkel konijnenhok ontbreken. Hij moet zwaar en bij voorkeur niet van plastic gemaakt zijn. Voerbakken van plastic gooien ze gemakkelijk om en zijn een geliefd knabbelobject. Daarbij kan je konijntje stukjes plastic binnenkrijgen, wat erg schadelijk voor hem is.

Drinkfles of drinkbakje:
de dorst van je konijn les je bij voorkeur met behulp van een drinkfles die je aan de kooi bevestigt, of door middel van een drinkbakje. Ververs het water dagelijks.

Schuilplaats:
soms hebben konijnen rust nodig. Zorg er daarom voor dat ze een plekje hebben waar ze zich kunnen terugtrekken. Slaaphuisjes of holletjes als kooi-accessoires zijn hier geschikt voor.

Strooisel:
voor de bodem van het hok gebruik je strooisel en stro voor konijnen. Ook geperste hout-/stropellets zijn hiervoor geschikt; ze absorberen veel vocht en nemen geurtjes op. Daarnaast zijn ze nagenoeg stofvrij en vallen ze niet uit het hok als de dieren flink tekeergaan.

Toilet:
konijnen zijn niet zo goed zindelijk te krijgen. Toch verdient het aanbeveling om een konijnentoilet in te richten, bijvoorbeeld in de vorm van een hoekbak die in een hoek van de kooi wordt geplaatst. Deze is ook gemakkelijk schoon te maken.

Konijnen eten voortdurend:
het dier heeft een maag met een dunne wand en een lange darm die traag werkt. De spijsvertering functioneert volgens het principe 'van boven erin, van onderen eruit'. Daarom moeten konijnen gedurende de dag steeds weer kleine hoeveelheden voedsel opnemen.

Vaste voedingstijd:
het is ook aan te raden om je konijn op vaste tijden eten te geven, omdat ze een gevoelige darmflora hebben.

Vers water:
water is voor konijnen van levensbelang. Zet een waterbak in het hok, of hang een waterfles op, en ververs het water dagelijks.

Hooi:
het basisvoer voor konijnen bestaat voor een deel uit hooi. Voor de noodzakelijke opname van ruwe vezels moet altijd hooi beschikbaar zijn. Hooi houdt de darm in een goede conditie en zorgt voor het noodzakelijke slijten van de kiezen. Hoewel hooi gedroogd is, bevatten de grashalmen veel mineralen, vitaminen en hoogwaardige vetten. Als je konijn het aangeboden hooi niet aanraakt, kan dat te maken hebben met het soort hooi dat hem wordt voorgeschoteld. Probeer in dat geval of een andere soort beter in de smaak valt.

Vers voer:
groente en wat vers fruit bevat vocht en daarnaast belangrijke vitaminen, eiwitten en koolhydraten. Geef elke dag minimaal twee keer groente. Als je konijn niet alles opeet, verwijder je het verse voer weer, voordat het begint te schimmelen. Let op: sommige soorten groente en fruit verdraagt je konijn beter dan andere, en sommige soorten kun je beter niet geven als je konijntje op dieet is. Maïskolven bevatten bijvoorbeeld heel veel zetmeel.

Groenvoer:
groenvoer verzorgt je konijntje vooral met koolhydraten, vetten in de vorm van zaden, eiwitten, mineralen en vitaminen. We hebben het dan vooral over: kruiden als paardenbloem, alsem, kamille, peterselie of basilicum. Ook bloeiende bloemen zoals de zonnebloem vallen onder deze belangrijke bouwsteen van een gezonde voeding voor konijnen. Maar ook bladeren van bomen en struiken, gras, en bladeren van voedingsgewassen zoals wortel- en venkelgroen of koolrabibladeren.

Droogvoer:
droogvoer moet in dit geval als krachtvoer worden beschouwd. Fokkonijnen, zieke konijnen, konijnen die buiten worden gehouden of bepaalde rassen hebben eventueel krachtvoer nodig. Deze dieren hebben meer eiwitten en vetten nodig. De behoefte van elk konijn wordt bepaald door de grootte, het ras, de leefomstandigheden, de leeftijd etc. De hoeveelheid en het soort voer moet je aanpassen aan de leefomstandigheden van je konijn.

Konijnen verzorgen

Denk bij de verzorging van je konijn aan het volgende:

Vachtverzorging:
ze houden ervan om geborsteld of gekamd te worden. De verzorging van de vacht heeft een belangrijke functie. Konijnen verharen en de losse haren kunnen door het wassen in de maag terecht komen. De haren kunnen in de maag een bal vormen, net als bij katten. Alleen kunnen konijnen deze haarbal niet uitbraken. Borstelen en aaien voorkomt haarbalvorming.

Als je kortharige konijnen hebt, moet je ze in de herfst en in het voorjaar tijdens het verharen regelmatig borstelen. Verder is uitgebreid aaien voldoende om losse haren te verwijderen.

Bij langharige konijnen komt iets meer kijken bij de vachtverzorging. Dagelijks kammen is een must om te voorkomen dat klitten zich vormen en de vacht vies wordt. Je kunt daarvoor het best een kam met lange tanden gebruiken. Knopen en klitten moeten desnoods worden weggeknipt.

Controle van de poten en nagels:
de nagels van je konijn groeien voortdurend. Als de nagels te lang zijn, kan het dier zijn pootjes niet meer goed neerzetten en dat kan leiden tot ontstekingen. Laat ze daarom bijknippen door een dierenarts.

Gebitsverzorging:
door het geven van het juiste voer, kun je scheefgroeien van de tanden voorkomen. Toch moet de kaak jaarlijks door een dierenarts gecontroleerd worden.

Jaarlijkse vaccinatie

Een konijn moet één keer per jaar gevaccineerd worden tegen Myxomatose, RHD1 en RHD2.

dr wraf bij hornbach

Voor een prikkie met je knaagdier naar de dierenarts?

naar boven