Onze pleisters kunnen eenvoudig worden aangebracht, sommige kwaliteiten kunnen zelfs met een spatel weer worden verwijderd. Oppervlakken en korrel van het pleisterwerk geven samen met de verschillende verwerkingsgereedschappen veel ruimte voor eigen individualiteit. Bovendien kun je het pleister wit gebruiken, of het in ons verfmengcentrum in elke door jou gewenste kleur laten mengen.
Tip
Bij het pleisteren mag het niet te koud of te warm zijn. Bij te lage temperaturen is de pleister moeilijk te verwerken en als het te warm is, droogt hij te snel. Optimale omstandigheden zijn ongeveer 10-20 graden. Wij laten je zien hoe het moet: om te zorgen dat je het beste individuele pleisterwerk maakt, hebben wij de belangrijkste stappen, afhankelijk van de pleistertechniek, hier voor je samengevat!
Rol- en sierpleister - zo werkt 't!
- Breng het pleister aan, afhankelijk van het product met een roller of een vlakspaan. De laagdikte hangt vooral af van de gewenste structuur. Als je bijvoorbeeld voorkeur hebt voor een rustieke structuur, dan is een grotere laagdikte nodig.
- De pleister wordt oppervlakkig afgeglad om een gelijkmatige laagdikte te krijgen. Breng niet meer materiaal aan dan je in ca. 15 à 20 minuten kunt structureren.
- Nu kun je je creativiteit de vrije loop laten. Werk de wand af naar je eigen idee. De verschillende gereedschappen en je ideeën geven individuele, decoratieve resultaten zoals structuur met een spaan.
- Een borstel zorgt voor een bijzonder oppervlaktebeeld in de pleisterstructuur.
- Of gebruik een schuimstofroller met fijne poriën.
- Met een structuurroller zorg je voor een gelijkmatig patroon en een geweldig resultaat.
- Sierpleister kan heel goed met een blokkwast worden verwerkt en gestructureerd.
Schuurpleister – zo werkt 't!
- Breng niet meer pleister aan dan je in 15 à 20 minuten kunt structureren. Let erop dat je oppervlakken die bij elkaar horen in één keer verwerkt. Breng de pleister in het begin rustig wat dikker op, dat maakt het aanbrengen van pleister eenvoudiger.
- In een volgende werkfase trek je met een steil afgestelde roestvrijstalen spatel scheef op de korrel. Dit is een belangrijk deel van je werk, omdat pas bij de juiste laagdikte gelijkmatig structureren mogelijk is.
- Na het aftrekken gebruik je de kunststofspatel voor het structureren. Daaraan blijft de pleister niet kleven. De spatel wordt volledig opgezet en afhankelijk van de gewenste structuur over het oppervlak gewreven.
Belangrijkste tips voor goed verven
Het plafond eerst
Uiteraard begin je met verven bij het plafond. Zo kun je eventuele druppers op de muren met een vochtige doek snel weer verwijderen. Als je je verfroller verlengt met een telescoopsteel, hoef je niet op een wiebelig trapje te staan. Als het plafond droog is, ga je verder met de wanden.
Daarna volgen de hoeken en randen
Bij hoeken en randen kun je de verf het beste met een platte kwast aanbrengen. Ook een kleine verfroller met een breedte van maximaal 10 cm kun je hier heel goed voor gebruiken. Bij stopcontacten en lichtschakelaars worden voor een goede overgang vaak de afdekplaten verwijderd. Wij raden je aan dat alleen te doen, als je de stroomtoevoer vooraf bij de meterkast hebt uitgeschakeld. Als de hoeken en randen nog nat zijn, begin je met de grote vlakken.
Tenslotte de verf kruisgewijs aanbrengen
Breng de verf met een brede roller aan van boven naar beneden, en vervolgens horizontaal eroverheen. Zo kun je de verf gelijkmatig aanbrengen. Let bij de volgende baan op een schone aansluiting, waarbij je de eerder geverfde baan met een paar centimeters overlapt. Na het verdelen van de verf, rol je de geschilderde vlakken altijd in dezelfde richting af, het beste van boven naar beneden. Schilder bij elkaar horende vlakken altijd nat in nat, zo bereik je het mooiste resultaat. Houd bij ramen altijd rekening met de lichtinval.
