Begin met het opmeten van je dak. Meet de totale lengte van het dak plús de opstaande randen aan de zijkant. Tel er vervolgens 20 centimeter bij op en herhaal dit in de breedte.
Zelf EPDM-dakbedekking leggen
Is je platte dak aan vernieuwing toe? Leg dan zelf EPDM-dakbedekking! Het biedt enorm veel voordelen. Dus klim je dak op en ga aan de slag met ons stappenplan! En geniet er maar van, want hierna is je dak voor de komende vijftig jaar weer klaar!
EPDM-dakbedekking heeft veel voordelen. Meer daarover kun je hier lezen. Één van die voordelen is dat het gemakkelijk zelf aan te leggen is. En zit het er eenmaal op, dan heb je er geen omkijken meer naar! Wij leggen je uit hoe je zelf EPDM kunt leggen op een plat dak én welke materialen en gereedschappen je hierbij nodig hebt!
Dit heb je nodig voor je project
Gereedschap
- Aandrukroller
- Schaar
- Krijtjes
- Schuursponzen voor aanbrengen primer.
- Vachtroller
- Kitspuit
- Stofzuiger of bezem/borstel
- Rolmaat
Zelf EPDM-dakbedekking leggen: stap voor stap
Maak de ondergrond vrij van stof, vuil, vocht, scherpe delen, vet en andere materialen die schade kunnen toebrengen aan de EPDM-dakbedekking. Denk hierbij ook aan materialen die een belemmering kunnen vormen voor de optimale hechting van de EPDM-lijm. Is de ondergrond zuigend (bijv. hout of beton) breng dan voor het verlijmen EPDM primer aan.
Vouw of rol de EPDM-dakbedekking over het dak uit. Zorg ervoor dat de folie gelijkmatig over de rand verdeeld is. Laat de EPDM-folie nu ongeveer 1 uur rusten. Dit zorgt ervoor dat de spanning in de folie een beetje weg kan trekken. Deze spanning is ontstaan door het oprollen in de fabriek. Ondertussen kun jij dus mooi een bakkie pleur halen.
Vouw hierna de EPDM-folie over de kortste zijde tot de helft terug.
Breng op maximaal twee meter EPDM en de ondergrond EPDM contactlijm aan door middel van een vachtroller.
Wacht tot de lijm vingerdroog is. De droogtijd is afhankelijk van de weersomstandigheden.
Schuif nu de EPDM-dakbedekking gelijkmatig terug over de ondergrond. Zorg ervoor dat er geen spanning in de folie ontstaat. Herhaal dit tot je bij de dakrand bent. Vouw vervolgens de andere helft van de dakbedekking terug en herhaal bovenstaande stappen.
EPDM langs de dakranden aanbrengen
Vouw de EPDM-dakbedekking langs de dakranden minimaal 20 cm terug tot op het dakvlak. Breng de contactlijm aan op zowel de dakbedekking als de ondergrond. De lijm breng je vanaf 10 cm op het dakvlak tot aan de bovenzijde van de dakrand aan. Hiervoor kun je EPDM Spraybond gebruiken.
Wacht weer even tot de lijm vingerdroog is voordat je de dakbedekking aanbrengt. Druk de EPDM goed aan met bijvoorbeeld een aandrukroller.
Om te voorkomen dat er een lek ontstaat bij de hoeken, kun je de hoeken het beste vouwen in plaats van knippen. Dit doe je eenvoudig door de hoeken uit te vouwen tot een puntzak.
Verlijm de hoeken plat op de dakrand door middel van EPDM Spraybond. Hierna dicht je het af met EPDM lijmkit.
EPDM aanleggen bij stadsuitlopen
Gebruik de voorgevormde hemelwaterafvoeren of stadsuitlopen. Er zijn twee soorten waar je uit kunt kiezen: een rechthoekige afvoer (stadsuitloop, 90° of 45°) of de ronde afvoer (hemelwaterafvoer of spuwer, 90° of 45°). Bepaal de plaats van de afvoer en teken deze af met een krijtje.
Knip een gat kleiner dan de afvoer, op de plaats waar de afvoer moet komen en steek de afvoer hier doorheen. Door de rek zal het EPDM-folie zich strak om de afvoer vormen. Hierna dicht je het af met EPDM lijmkit. Zaag eventueel de afvoerpijp op de juiste lengte.
EPDM leggen bij dakdoorvoeren, ventilatie- en ontluchtingspijpen
Bepaal de doorsnede van de dakdoorvoer en knip in de EPDM-folie een cirkel uit met een schaar. Het uitgeknipte gat zal altijd ongeveer 1/3 van de diameter van de doorvoer moeten zijn. Plaats de EPDM-dakbedekking over de opening waar de dakdoorvoer moet worden geplaatst. Als deze vóór de plaatsing van de EPDM al op het dak zit, is dit niet mogelijk. In dit geval moet de EPDM-dakbedekking worden opengeknipt.
Knip met een schaar de opening volgens de diameter van de dakdoorvoer uit en plaats de dakdoorvoer op de EPDM-dakbedekking. Bevestig de dakdoorvoer met de juiste bevestigers op de ondergrond.
Knip een ronde flap EPDM-folie. De buitenrand van deze flap moet overal ongeveer 20 centimeter overlap hebben op de plakplaat van de dakdoorvoer. Omdat de flap over de dakdoorvoer geplaatst wordt, knip je nog een gat in de flap met dezelfde diameter als de dakdoorvoer.
Nu trek je de uitgeknipte flap met het gat over de dakdoorvoer. Door de kleine diameter van de binnenste opening wordt automatisch een opstaande rand van een paar centimeter gevormd. Deze zal nog niet hoog genoeg zijn (een richtllijn is namelijk dat EPDM 150 milimeter boven de dakvloer wordt afgewerkt). Om de nodige hoogte te creëren, knip je een reep EPDM-folie van 15 centimeter breed. De lengte van de reep moet lang genoeg zijn om rond de dakdoorvoer te gaan met een beetje overlap. De reep breng je rond de dakdoorvoer aan door middel van lijmkit. Op de plakplaat van de dakdoorvoer verlijm je het horizontale deel van de flap met EPDM Bonding of Spraybond contactlijm. Zorg ervoor dat de laatste twee centimeters van de flap niet verlijmd zijn, zodat je deze verder kan afdichten met lijmkit. Voor het verlijmen reinig je alle delen goed met de EPDM primer en een schuursponsje.