Is Breda jouw vestiging?
Mijn verlanglijsten 0 Winkelwagen
HORNBACH Breda Openingstijden
Konijnenberg 33
4825 BC Breda

service-breda@hornbach.com
+31 76 578 9000
ma - vr: 07:00 - 21:00 Uur
za: 08:00 - 18:00 Uur
zo: 10:00 - 17:00 Uur
Je hebt deze informatie uitgeprint op 13-01-25 om 04:23. Let op: prijzen kunnen veranderen door ontwikkelingen op de markt. Controleer daarom altijd de actuele prijzen in onze Onlineshop of in de vestiging. Bedankt voor je begrip.

De beschermingsgraden zijn vooral belangrijk voor apparaten en materialen die in de buitenlucht worden gebruikt. Een zogenaamde IP-code regelt op Europees niveau de aanduiding met twee cijfers. Het eerste cijfer staat voor bescherming tegen aanraking door en binnendringen van voorwerpen, het tweede voor de bescherming tegen vocht of water. Als een cijfer niet relevant is, staat er een X.

Kabelhaspels en stroomverdelers voor gebruik op een bouwplaats of in de buitenlucht hebben bijvoorbeeld beschermingsgraad IP 44. In dit geval beschrijft het eerste cijfer 4 de bescherming tegen korrelvormige vreemde voorwerpen en tegen aanraking met een gereedschap, draden of andere vreemde voorwerpen met een diameter vanaf 1,0 mm. Het tweede cijfer 4 beschrijft de bescherming tegen sproeiwater. In dit geval is het apparaat beschermd tegen sproeiwater uit alle richtingen. Hieronder volgt een overzicht van de beschermingsgraden volgens DIN EN 60529:

  • IP 20: afgedekt
  • IP 21: druipwaterdicht
  • IP 23: spatwaterdicht
  • IP 40: beschermd tegen vreemde voorwerpen
  • IP 43: beschermd tegen vreemde voorwerpen en spatwaterdicht
  • IP 44: beschermd tegen vreemde voorwerpen en plensdicht
  • IP 50: beschermd tegen stof
  • IP 54: beschermd tegen stof en plensdicht
  • IP 55: beschermd tegen stof en sproeidicht
  • IP 56: beschermd tegen stof en waterbestendig
  • IP 65: volledig beschermd tegen stof en spatwaterdicht
  • IP 67: volledig beschermd tegen stof en dompeldicht
  • IP 68: volledig beschermd tegen stof en waterdicht
Beveiligingsklasse . Elektra . HORNBACH

Beschermingsklasse I: Aardleiding

Een aardleiding, groengeel, moet altijd worden aangesloten. Hij verbindt alle metalen delen die kunnen worden aangeraakt met de aarding. In het geval van een spanningsstoring leidt hij de spanning weg en ontstaat er kortsluiting: de zekering springt eruit.

Beschermingsklasse II: Beschermende isolatie

Een apparaat met dit teken heeft al beschermende isolatie. Er kan geen spanning staan op onderdelen die aangeraakt kunnen worden. Deze isolatie is bij veel huishoudelijke apparaten gebruikelijk en voor elektrische gereedschappen, tuingereedschappen en huidverzorgingsapparaten zelfs verplicht.

Beschermingsklasse III: Extra lage spanning

De apparaten werken op wisselspanning tot 50 Volt of gelijkspanning tot 120 Volt. Speelgoed mag zelfs maar 24 Volt hebben. Ook mag de spanning uitsluitend met batterijen, accu’s of veiligheidstransformatoren worden opgewekt.

Draaistroom wordt ook wel sterkstroom of krachtstroom genoemd. In normale huishoudens wordt krachtstroom nauwelijks gebruikt. Het wordt alleen gebruikt voor veel elektrische fornuizen in de keuken. De spanning bedraagt 400V. Ook grote machines, zoals tafelcirkelzagen werken over het algemeen op krachtstroom.

In ons elektriciteitsnet wordt de stroom in kilowatt-uren (kWh) aangegeven. Het elektrisch vermogen in watt of kilowatt (= 1000 watt) per uur. Een kilowattuur wordt verbruikt wanneer een gloeilamp van 25W gedurende 40 uren brandt (25W x 40h = 1000 Wh of 1 kWh).

Niet elk materiaal geleidt stroom. Materialen die stroom heel goed geleiden, noemt men geleiders. Dat zijn vaak metalen. Meestal wordt koper gebruikt. Materialen die stroom niet geleiden, heten isolatoren. Keramiek is daarvan een voorbeeld.

Gelijkstroom wordt over het algemeen gebruikt bij lagestroomtoepassingen, batterijen, zonnecellen en dergelijke). Adapters, zoals vaak worden gebruikt voor huishoudelijke elektrische apparaten, zetten bijvoorbeeld de 230V-wisselstroom uit de wandcontactdoos om naar 9V- of 12V-gelijkstroom. Bij gelijkstroom leidt het verwisselen van de plus- en minpool vaak tot storingen aan het aangesloten apparaat.

Elektrische spanning wordt gemeten in volt. Spanning is het resultaat van de hoogte van het ladingsverschil tussen de polen, of in onze vergelijking met water: van de sterkte van de druk, die bijvoorbeeld achter een stuwdam bestaat.

Piepkleine, negatief geladen deeltjes, elektronen genaamd, stromen in metalen en andere geleidende materialen van de min- naar de pluspool. Door deze stroom van elektronen, moet het ladingsverschil tussen de beide polen worden opgeheven. Dit proces wordt stroom genoemd.

De sterkte van de stroomverdeling wordt gemeten in ampères (A). Dat is de hoeveelheid elektrische lading die in een bepaalde tijd door een leiding stroomt. Hoe lager de weerstand en hoe hoger de spanning is, des te groter is de stroomsterkte. Dat is vergelijkbaar met de hoeveelheid water die in een bepaalde tijd door een rivier stroomt: hoe hoger de waterdruk en hoe kleiner een hindernis in de rivierbedding, des te groter de waterhoeveelheid.

Apparaten die elektrische stroom bruikbaar maken noemt men verbruikers, dit zijn bijvoorbeeld lampen, computers, koffiezetapparaten, wasmachines en dergelijke.

Het elektrische vermogen van stroom wordt aangegeven in watt. Deze waarde ontstaat uit de vermenigvuldiging van de spanning met de stroomsterkte (P = U x I). En in ons watervoorbeeld: hoe sterker de druk achter een waterstraal en hoe groter dan ook nog de waterhoeveelheid in de straal is, des te hoger is het vermogen als daarmee bijvoorbeeld een energiecentrale wordt aangedreven.

De elektrische weerstand is afhankelijk van het soort materiaal, de temperatuur van het materiaal en de dikte van de leiding. Je moet je dat voorstellen als bij een waterslang: hoe groter de diameter is, des te meer water kan er per tijdseenheid doorheen stromen. En als er vuil in de slang zit, stroomt het water slechter. Zo is het ook met elektronen: ze botsen tijdens het stromen overal tegen atomen en hoe vaker ze botsen, hoe groter de weerstand is. Weerstand wordt gemeten in ohm.

Deze schakeling, ook wel hotelschakeling genoemd, dient om een verbruiker, bijvoorbeeld een lamp, vanaf twee verschillende plaatsen in de ruimte aan en uit te kunnen zetten.

Hier wisselt de stroom voortdurend van polariteit of richting. Er wordt van een bepaalde frequentie gesproken, gemeten in Hertz. Vanwege dit voortdurend wisselen is er, in tegenstelling tot gelijkstroom, geen plus- of minpool. De Zuidoost-Europese ingenieur Nikola Tesla heeft de wisselstroom tegen het einde van de 19e eeuw ontdekt. Belangrijke wisselstromen:

  • VS: 117V/60Hz-huishoudstroom
  • Japan: 100V/50Hz-huishoudstroom
  • Europa: 230V/50Hz-huishoudstroom

Een zekering wordt actief als kortsluiting ontstaat in een elektrische leiding. Hij voorkomt brand in de elektrische installatie of storingen aan elektrische apparaten doordat hij het stroomciruit onderbreekt. In apparaten die op stroom werken worden over het algemeen smeltzekeringen ingebouwd, die als ze eenmaal in werking zijn getreden niet meer functioneren en moeten worden vervangen. In het 230V-elektriciteitsnet van een huishouden worden tegenwoordig alleen nog zekeringen geïnstalleerd die nadat ze met een schakelaar zijn teruggezet weer geactiveerd worden, zekeringautomaat. Ze zitten in de verdeelinrichting die in de volksmond de meterkast wordt genoemd.

Als de spanning de grenswaarde van de netspanning kortstondig overschrijdt, wordt gesproken van overspanning. Oorzaken van overspanning kunnen bijvoorbeeld schakelimpulsen van sterke motoren, lasapparaten of andere grote elektrische apparaten zijn. Maar ook bij onweer bestaat groot gevaar: door indirecte lichtflitsen worden elektromagnetische stroompieken bereikt die niet alleen voor overspanning in het elektriciteitsnet zorgen, maar ook via telefoon- en antenneleidingen kunnen zeer gevoelige apparaten zoals computers, video’s, thuisbioscopen of hifi-apparatuur door de overspanning worden bereikt. Zonder de juiste apparaatbeschermingsproducten richten overspanningen schade aan bij deze apparaten.

Voor huishoudelijk gebruik is er de overspanningsbeveiliging voor de huisinstallatie en daarnaast voor op stroom aangesloten eindapparaten, bijvoorbeeld geïntegreerd in een stekkerdoos.

Alleen de gebruikelijke huishoudelijke zekeringen zijn niet voldoende om mensen te beschermen tegen elektrische schokken. Door vocht, warmte, bevingen, trillingen en trek- en drukbelasting kan de isolatie aan kabels, elektrische installaties en apparaten beschadigd raken. RCD-aardlekschakelaars (ook bekend als FI-aardlekschakelaars) zijn gebaseerd op de vergelijking van stroomsterktes, die van en naar een bewaakt elektrisch apparaat stromen. Als deze niet exact gelijk zijn, ontstaat een 'foutstroom' en worden alle aangesloten leidingen automatisch onderbroken.

Sinds 2009 moeten foutstroom-aardlekschakelaars worden ingebouwd in stekkerdoosstroomcircuits. Bovendien worden ze aangeraden wanneer:

  • stroom met water in contact kan komen, bijvoorbeeld in de badkamer, in vochtige ruimtes of bij aquarium- of vijverpompen.
  • het risico bestaat dat stroomleidingen beschadigd raken, bijvoorbeeld in werkplaatsen, op de bouw, bij het grasmaaien, het kettingzagen of het knippen van de heg.
  • de gebruiker de gevaren van stroom niet kan inschatten, bijvoorbeeld in een kinderkamer.
naar boven