• Zoek een hoekje uit en leg een bloemenweide aan. Insecten en kevers zullen je dankbaar zijn. Je maakt ze éxtra blij met veel variatie in je bloemen.
• Een stapelmuur van stapelblokken is de perfecte plek voor hommels, padden en hazelwormen. Plaats de stapelmuur het liefste richting de zon omdat de dieren van warmte houden.
• Je kunt je tuin omheinen met bloeiende hagen en vaste planten zoals de bruidsbloem, rode kornoelje of krentenboompjes. In het voorjaar zijn insecten blij met de nectar en later in het jaar kunnen de vogels genieten van de vruchtjes. Daarnaast zorgt een haag voor beschutting. Hier maak je egels erg blij mee!
• Onze zomers worden steeds heter. En daar krijgen dieren dorst van! Zorg voor water voor de insecten en vogels. In de koudere perioden kun je vogels ook een handje helpen met voederplaatsen en nestkastjes.
• Wil je graag een vijver in de tuin aanleggen? Dit is ook goed voor de biodiversiteit. Let erop dat je vijver een vlakke oever heeft. Zo kunnen alle dieren er zonder problemen in en uit.
• Zet de tuinverlichting 's nachts altijd uit. Dieren houden er niet zo van om in de spotlights te staan.
• Gebruik geen chemische middelen in je tuin. Gebruik handmatige of mechanische onkruidbestrijding en bestrijd ongedierte liever met nuttige organismen. Compost is een goede natuurlijke meststof voor je planten.
• In de herfst kun je in een hoek van de tuin een bladerhoop aanleggen. Dat helpt niet alleen egels, maar ook onder andere insecten en spitsmuizen bij hun overwintering.
• Laat uitgebloeide planten de hele winter door staan. Voor vogels en knaagdieren dienen de overgebleven zaden als voedselbron.

Insecten zijn nuttig voor véél dingen. Dus die wil je in je tuin! Ze bestuiven bijvoorbeeld je planten. Het lieveheersbeestje helpt ook bij de bestrijding van ongedierte. Hun lievelingseten? Dat is de bladluis! Bovendien zijn insecten weer voedsel voor andere dieren, zoals vogels en egels.

Bijen, hommels en vlinders voeden zich met nectar. Zorg dus voor voldoende bloeiende planten. Leg bijvoorbeeld voor bijen een zogenaamde bloemenweide aan of kies voor een vlindertuin.

Tip: zaai zelf en gebruik zo veel mogelijk zaden van planten die op verschillende momenten bloeien. Scheefkelk en klimmende winde bloeien al in het voorjaar, terwijl bijvoorbeeld lavendel, buddleja en vetkruid in de zomer op hun mooist zijn. Zo maken insecten zo lang mogelijk gebruik van de bloemenweide.

Regen die tegen de ramen slaat, een scherpe koude wind die door de bomen en straten waait. Maar jij zit er binnen knus en warm bij naast de haard. Zo kom jij de winter wel door. Maar de insecten in je tuin hebben deze luxe niet. Zij moeten dealen met koude temperaturen en natte wintermaanden. Daarom plaats jij een insectenhotel!

Een plek om uit te rusten, een nestje te vinden en te overwinteren: insectenhotels helpen de insecten in je tuin. En daar hoef je zelf niet eens zo veel voor te doen. Je hoeft hem alleen op de juiste plek plaatsen en klaar!

En ook op je balkon, terras of in de tuin kun je ze plaatsen. Insectenhotels zijn er namelijk in alle soorten en formaten, en daarom kun je ze in principe overal plaatsen! Let erop dat het hotel beschermd is tegen regen en wind en richting de zon geplaatst wordt.

Meer weten? Bekijk al het advies over het verbetering van de biodiversiteit in jouw tuin!

Zorg dat je tuin bij vogels in de smaak valt. Letterlijk. En wel met een vogelvoederhuisje. Milieuorganisaties adviseren om vogels vooral in de winter voer te bieden. Begin daar ongeveer vanaf september/oktober mee. De ideale locatie is in de buurt van bomen of struiken. Zo kunnen de vogels zich bij gevaar snel terugtrekken. Zorg ervoor dat er geen katten en marters bij kunnen.

Als je een vogelhuis hebt waarin de dieren ook kunnen rondlopen, maak het dan af en toe schoon. Draag daarbij handschoenen!

Vraag je je af wat het best voer is voor wilde vogels? Bijna alle soorten vogels eten graag zonnebloempitten. Mezen houden van vetbollen, dus een mengsel van vet en zaden. Deze kun je zelf maken of kant-en-klaar kopen.

Let op: geef wilde vogels geen droog brood. In vochtig, koud winterweer bederft het brood niet alleen snel, het zwelt ook op in de maag van de vogel en dat doet hem geen goed. Koop daarom liever speciaal wintervogelvoer.

Naast een voederplaats in je tuin zijn veel wilde vogels ook blij met een nestkast in je tuin. Je kunt de nestkast aan een boom in je tuin hangen of op een paal bevestigen. De paal moet in ieder geval minstens 1,30 -1,70 meter hoog zijn, zodat er geen katten of andere ongewenste dieren bij kunnen.

Na het broedseizoen maak je het nestkastje schoon. Verwijder het oude nestje en borstel de nestkast uit. Draag altijd handschoenen.

Een vijver in de tuin is, als'ie goed is aangelegd, een echte leefomgeving voor dieren in je tuin. De vijver verhoogt de luchtvochtigheid en zorgt voor een goed microklimaat. Vogels gebruiken de vijver niet alleen om uit te drinken, maar in de zomer ook om eens lekker in te badderen. Natuurlijk biedt een vijver in de tuin ook ruimte aan insecten en amfibieën zoals kikkers en hagedissen.

De ideale locatie voor je vijver is in de halfschaduw, zodat er in de zomer niet te veel water verdampt en de temperatuur niet te hoog wordt. Let er echter wel op dat je vijver niet direct onder de bomen ligt. Anders heb je in de herfst een hele klus aan alle bladeren die in de vijver vallen.

De reden hiervoor is dat dieren als egels en padden op deze manier zelfstandig de vijver in en uit kunnen. Je kunt ook een vlakke, ruwe plank in de vijver leggen om de dieren te helpen. In de vlakke oeverzone kunnen kikkers ook hun kikkerdril leggen.

We hebben wat advies en handleidingen voor je over het aanleggen en onderhouden van je vijver voor je op een rijtje gezet.

• Wil je dat egels naar je tuin komen? Zorg dan dat je een tuinafscheiding hebt waar de egels doorheen kunnen. Maak daarvoor een klein gat in het hek of houd een afstand van 10 centimenter vrij tot de grond.
• Verstopplekjes en schuilplaatsen zijn erg belangrijk voor egels. Dat kan een stapel takjes, een heg, onder een trap of een composthoop zijn.
• Zorg in hete zomers voor water voor de egels, zoals in een vlakke schaal.
• Heb je een vijver of een ingebouwd zwembad? Vergeet dan niet om een plank of een soortgelijk hulpmiddel te plaatsen om de egel uit het water te helpen.
• Maai je gazon niet te vaak en controleer het van tevoren altijd op egels.

Plaats een egelhuis in je tuin om je egels een verstopplek te geven of een plek om te overwinteren. Egelhuizen zijn vaak zo gebouwd dat een egel er eenvoudig in en uit kan. Vijanden hebben echter bijvoorbeeld door een lange ingang geen kans om de egel te storen.

In plaats van een egelhuis kun je tijdens de herfst in een hoekje van je tuin ook een stapel maken van bladeren, dood hout en tuinafval. In principe geldt dat hoe groter de hoop is, des te beter de isolatie voor de egel.

Woon jij in een bosrijke omgeving? Dan is de kans groot dat je weleens een eekhoorntje op bezoek hebt. Eekhoorns zijn vaak op zoek naar voedsel, omdat hun lievelingseten niet het hele jaar door te verkrijgen is.

Normaliter eten ze graag walnoten, eikels en hazelnoten. Maar je kunt ze ook blij maken met een mooie bessenstruik, paddestoelen of schors. En de eekhoorn is niet helemaal vegan. Het is een echte flexitariër. Als het moet zal hij ook af en toe babyvogels en hun eieren eten. Aan een rupsje heeft hij namelijk nooit genoeg.

Kortom: wil jij je tuin aantrekkelijk maken voor de eekhoorn? Zorg dan dat je veel diversiteit in je tuin creeërt, net zoals in het bos! Plant bomen en struiken, laat schimmels hun gang gaan! Grote kans dat er altijd wel iets tussen zit voor de eekhoorn.

Ga aan de slag met de onderstaande projecten en breng diversiteit aan in je tuin!