Wat is een bloemenweide?
Als je de natuur in je tuin de vrije loop wilt laten, kies dan voor zaadmengsels voor bloemenweides en laat je verrassen. Want als je een bloemenweide aanlegt, weet je nooit precies hoe deze er uiteindelijk uit zal zien. Afhankelijk van de ligging, het weer en de bodem ontwikkelt zich na het zaaien een andere samenstelling van verschillende planten. Resultaat: een weelderige bloemenzee. Wist je dat dit ook gewoon mogelijk is met een kleine tuin? Je kunt al beginnen met een bloemenweide als je een paar vierkante meter tuin of een bak op het balkon hebt. Als je je bloemenweide op de juiste manier aanlegt, heeft deze minder onderhoud nodig dan een verzorgd gazon.
Bloemenweides zijn ontstaan door de traditionele veehouderij. Zonder ingreep van de mens raken weides namelijk overwoekerd en in de loop der tijd ontstaan zelfs stukken bos. Door het wegvallen van deze traditionele vorm van begrazing in combinatie met de groei van intensieve landbouw zijn soortenrijke bloemenweides tegenwoordig zeldzamer geworden. Gelukkig worden er in de agrarische sector steeds meer initiatieven ontwikkeld op het gebied van biodiversiteit verbetering. Maar we kunnen het alleen samen! De hoogste tijd dus om jouw tuin op te fleuren met een bloemenweide! Daarmee doe je iets goeds voor de biodiversiteit.
Er zijn verschillende soorten bloemenweides:
Bloemenweide aanleggen
Bij het aanleggen van een bloemenweide gaat het, zoals zo vaak in de tuin, om de voorbereiding. Met de juiste maatregelen voor het uitzaaien komen de voordelen van een bloemenweide namelijk volledig tot hun recht. Dit bespaart je later een hoop onkruid, dat het totaalbeeld bederft.
Het belangrijkste: voor bestaande gazonoppervlakken is enkel speciaal gemengd zaad voor bijzaaien geschikt. Gewoon gemengd zaad kan namelijk maar moeilijk kiemen aan het oppervlak en waait vaak weg door de wind. Het is ook lastig voor het zaad om zich tussen de bestaande begroeiing te nestelen. De bodem moet dus open zijn!
De beste plek voor de bloemenweide vinden
Het liefste heb je oppervlak dat helemaal in de zon ligt. Maar ook in de halfschaduw zijn de meeste weidebloemen tevreden, al zullen er dan iets minder bloemen komen.
Het beste moment om je bloemenweide te zaaien
Theoretisch gezien kun je tijdens de hele vegetatieperiode zaaien. Toch is het vanaf juni meestal te heet en te droog, waardoor het zaad nauwelijks kiemt en je juist ongewenst onkruid krijgt. De beste maanden voor het uitzaaien zijn daarom in de regel april en mei. Bij meerjarige weides met (wilde) bloemen kun je ook nog in september zaaien. In principe is het het beste als de temperaturen tijdens het kiemen tussen de 10°C en 25°C liggen.
Bodem controleren
Bodems kunnen erg verschillen: van watervasthoudend tot zeer waterdoorlatend, van kleiachtig tot zandig, met veel stenen of zonder. Daarom zijn er ook verschillende gemengde zaden. Voor weiden met wilde bloemen is het echter zeer voordelig als het oppervlak in de afgelopen jaren niet bemest is. Als er veel voedingsstoffen in de bodem zitten, zal er namelijk meer gras en onkruid opkomen. Bekijk alles over bodemverzorging.
Uitputting van de bodem
Is het oppervlak van de toekomstige bloemenweide intensief bemest? Geen paniek – met een beetje geduld kun je het oppervlak verschralen: in het ideaalste geval zaai je in het begin nog niet uit. Maai het gazon in plaats daarvan regelmatig vroeg in de herfst en verwijder altijd het maaisel. In de meeste gevallen is het echter genoeg om het oppervlak te verschralen door veel gazon- of kwartszand aan te brengen.
Stap voor stap: je eigen bloemenweide aanleggen
Tuinierstip: bij het verwijderen van wortelkluiten gaat vaak ook waardevolle aarde verloren – klop de kluit daarom meerdere keren tegen de bodem. Zo valt de aarde uit de kluit en blijven de graswortels eraan zitten.
Afwachten en onkruid preventief verwijderen
Dit is een belangrijke stap, vooral als je braakliggende oppervlakken of oppervlakken met veel onkruid wilt veranderen in een bloemenweide. Ook al zou je het liefste meteen beginnen met zaaien, kun je het beste de bodem een paar weken laten rusten. In deze tijd lopen in de bodem aanwezige zaden en achtergebleven wortelonkruid weer uit. Geef het oppervlak in droge perioden water, zodat het onkruid ook daadwerkelijk kan opkomen. Na 1-3 weken verwijder je al het onkruid. Bij wortelonkruid als akkerwinde, distel, brandnetel, zevenplant, paardenbloemen en wrattenkruid moet je de wortels verwijderen met een onkruidsteker.
Zaad voor bloemenweides mengen
Als het zaad voor de bloemenweide te dicht op elkaar wordt gezaaid, kunnen de wilde bloemen maar moeilijk op tegen de grassen en vlinderbloemigen. Meng het zaaigoed daarom vóór het uitzaaien in een emmer of bak met wat vermiculiet, met zaagsel of zand.
Bloemenweide uitzaaien
Neem een handvol zaad uit de emmer en strooi deze breed uit. Je kunt het beste van links naar rechts werken, van het ene uiteinde naar het andere. Zo bezaai je een oppervlak niet twee keer. Als je het zaaigoed met zaagsel of zand hebt gemengd, kun je goed zien waar je al geweest bent. Als alternatief kun je voor bijzonder grote oppervlakken een strooiwagen gebruiken.
Zaaigoed inwerken en aandrukken
Als al het zaad is uitgestrooid, begin je weer waar je begonnen was: gebruik een schoffel om het zaaigoed licht (maximaal 2-3 cm) in de bodem te werken. Werk gemengd zaad met grassen iets minder diep in (maximaal 1 cm).
Druk de bodem daarna aan met een graswals of houten plank.
Bloemenweide water geven tot de bloemen opkomen
Tot de bloemen uit de bodem opkomen, mag de aarde geen moment uitdrogen. Daarom moet je de bodem, afhankelijk van de weersomstandigheden, dagelijks tot 3 x water geven.
Tuinierstip: gebruik hiervoor een gazonsproeier of sproeislang die is aangesloten op een besproeiingscomputer. Bij kleinere oppervlakken kan een tuinvlies ook tegen uitdroging beschermen.
Verzorging van je bloemenweide in het eerste jaar
In het jaar van uitzaaien is het voldoende om in de herfst te maaien. Het kan echter gebeuren dat er toch nog onkruid opkomt en dat vooral de bloeiende planten concurrentie krijgen. Verwijder minstens al het onkruid dat door de hoogte of breedte ervan de andere planten beschaduwt of overwoekert. Onkruid handmatig verwijderen is bij grote oppervlakken nauwelijks mogelijk. Bij meerjarig gemengd zaad helpt het echter meestal om iets vroeger te maaien, vanaf begin juli. Maar niet te kort: snijhoogte moet minstens 7 cm zijn!
Wilde bloemen
Weides met wilde bloemen ben je misschien wel eens op vakantie in de bergen tegengekomen. Ze bestaan in de regel niet alleen uit bloeiende planten, maar voor een deel ook uit grassen. Daar komen ook nog meerjarige vlinderplanten bij, zoals rode, witte, hoorn- en wondklaver. Het bijzondere aan deze planten is dat ze samen met bacteriën stikstof uit de lucht binden. Hierdoor voorzien ze zichzelf én indirect ook de andere planten van de bloemenweide van voedingsstoffen!
Weides met wilde bloemen bestaan uit ontelbare soorten wilde (en dus inheemse) bloemen, die in vakjargon ook wilde kruiden worden genoemd. Daarbij horen onder andere bekende planten als duizendblad, wilde wortel, diverse soorten anjer en walstro, margrieten, veldsalie, klokjes en sint-janskruid. Een aantal van deze wilde bloemen bloeit pas vanaf het tweede jaar. Dit soort veldbloemen dragen bij aan de natuurbescherming: ze trekken bijen, hommels, vlinders en bepaalde rupsen aan. Ook worden nuttige insecten aangetrokken, die ijverig het ongedierte verdelgen. Indirect komen ook andere dieren op de bloemenweide af.
Tuinbloemenweides
Tuinbloemenweides bestaan voornamelijk uit eenjarige bloeiende planten die voor een deel niet inheems zijn. Dit zijn onder andere bekende bloemen als goudsbloemen, cosmea, aster, zinnia, afrikaantjes, kaasjeskruid, schildzaad, leeuwenbekjes en coreopsis.
Binnen korte tijd zorgen ze voor een prachtige, dichte bloemenzee waar je de hele zomer plezier van hebt. Veel van deze plantensoorten bieden bijen, hommels en bepaalde vlinders voldoende voedingsstoffen als het aandeel gevulde bloemen niet te hoog is. Gevulde bloemen zijn (vaak) niet inheemse bloemen die meer kroonblaadjes bevatten dan wilde soorten.
Ook klassieke veldbloemen als grote klaproos, bolderik en korenbloem, die vroeger vaak in en rond akkers stonden, zijn nu te vinden in het gemengde zaad voor wilde of tuinbloemen. Ze zorgen er bij meerjarige gemengde zaden voor dat je ook in het eerste jaar al een bloeiende bloemenweide krijgt.
Zomerbloemen
Maak een zomerse bloemenweide met zomerbloemen! Vaak kun je deze nog in het late voorjaar zaaien. Zolang de zaadjes op een zonnige plek worden gezaaid, kun je de hele zomer genieten van prachtig kleurende zomerbloemen.
Bijenplanten
Bijen hebben van het vroege voorjaar tot het late najaar voldoende voedsel nodig. Het is vooral moeilijk voor hen om bloeiende planten te vinden in de lente en de herfst. Om een bijenweide in je tuin te creëren, heb je de juiste bloemzaadmix nodig. Bij je keuze moet je op de volgende punten letten:
- Het zaadmengsel moet verschillende planten bevatten die op verschillende tijdstippen bloeien.
- De bloemenmix moet zo inheems mogelijk zijn, zodat de bijen ernaartoe vliegen.
- Een goed zaadmengsel moet klein- en grootbloemige planten bevatten die goed samen groeien.
Planten die geschikt zijn als zaadgoed voor een bijenweide zijn bijvoorbeeld: korenbloemen, goudsbloemen, klaprozen, bernagie, zomerkoolzaad, rolklaver, margriet en witte klaver. Je kan je bijenweide het best in maart of april zaaien. Met een bijenvriendelijke tuin heb je mooie bloemen en versterk je tegelijk de biodiversiteit.
Stap 1: kies de plek voor de bijenweide
Zoek een plek voor je bijenweide. Het gebied kan groot of klein zijn, maar het is belangrijk dat het zo zonnig mogelijk is en vrij arme grond heeft. Als je bijenweide erg groot wordt, moet je een pad plannen.
Stap 2: gekozen plek klaarmaken voor een bijenweide
Afhankelijk van de grond waarop je je bijenweide wilt zaaien, zul je de grond moeten voorbereiden. De bloemenweide kan bijvoorbeeld niet rechtstreeks op gazon worden ingezaaid, aangezien de bloemzaden niet tegen de groei van het gazon bestand zijn. Daarom moet je eerst de graszoden verwijderen. Spit vervolgens de bodem om, verwijder plantenresten en hark de grond, zodat deze fijner wordt. Je kan het perk ook een dag of twee de tijd geven om tot rust te komen voordat je gaat zaaien.
Stap 3: bijenweide zaaien
Schud voor het zaaien de zaadverpakking zodat de afzonderlijke zaden goed gemengd worden. Meng het zaad vervolgens met zand om het gemakkelijker te verspreiden. Bovendien kan je zo ook zien waar je al gezaaid hebt en wat er nog gezaaid moet worden. Strooi de zaden niet te dicht op elkaar. Hark de zaden lichtjes in de grond (ongeveer 1 cm) en geef je bijenweide daarna rijkelijk water.
stap 4 :bijenweide onderhouden
Geef je bijenweide in de weken daarna regelmatig water en houd hem vochtig. Loop indien mogelijk niet op de bijenweide. Gebruik geen insecticiden op je bijenweide of in de onmiddellijke omgeving daarvan.
Het is belangrijk te zoeken naar planten die op verschillende tijdstippen bloeien om een zo lang mogelijke bloeiperiode gedurende het jaar te garanderen. Niet alleen in een bloemenweide, maar ook in de groenten- of kruidentuin en tussen de struiken en vaste planten vind je een verscheidenheid van planten waar bijen van houden. Zorg ervoor dat je 'ongevulde bloemen' gebruikt, die productiever zijn voor bijen dan gevulde bloemen. Zo kan je van je hele tuin een bijenweide maken waar de bijen het hele jaar door van zullen genieten:
Lente | Zomer tot herfst |
---|---|
|
|
Vlindertuin
Om vlinders hun werk goed te laten doen, moet je ze ook goed voeden. Vlinders zijn iets veeleisender dan bijen. Maar ook voor vlinders zijn ongevulde bloemen productiever dan gevulde bloemen. In de zomer hebben vlinders meestal geen moeite voedsel te vinden. In de lente en de herfst is het moeilijker.
Met deze planten kan je vlinders naar je tuin lokken:
Voorjaar | Zomer tot herfst |
---|---|
|
|
Bijen en vlinders houden het meeste van ongevulde bloemen (enkelvoudige bloemen). Hier kunnen ze gemakkelijk bij het stuifmeel komen, wat bij dubbelvoudige bloemen niet lukt.
Vooral de rupsen van vlinders zijn bedreigd. Dat komt omdat de rupsen van sommige soorten zich slechts met één bepaalde plant voeden. Als de plant nauwelijks groeit, heeft de rups - en dus de vlinder - geen voedselbron. Daarom hebben we een paar planten voor je die je voor de rupsen kunt planten of laten staan:
Rupsenplanten |
---|
|
Pluktuin
Een andere soort bloemenweide die je kunt maken is een pluktuin. Pluktuinen worden steeds populairder. Waarom nog naar de bloemist gaan voor een bos bloemen als je deze ook zelf kunt zaaien en samenstellen! Met snijbloemen krijg je de mooiste bloemen in je tuin om zelf te plukken.
Hier moet je op letten bij het maken van je eigen pluktuin:
- Wil je ruimte hebben om te experimenteren? Zorg dan dat je in een deel van je tuin alleen eenjarige planten plant. Hierdoor kun je het jaar erop weer een nieuwe soort zaaien en heb je ieder jaar andere snijbloemen.
- Zorg dat je daadwerkelijk bloemen plukt. Hoewel het soms bijna zonde is om een prachtige bloem af te snijden, is het goed voor de plant! Hierdoor wordt de plant gestimuleerd om nieuwe bloemen aan te maken.
- Zitten er bloemstengels tussen die erg lang kunnen worden? Zorg dan dat je deze opbindt aan plantenstokken. Anders heb je kans dat de bloemstengel knakt.
- Uitgebloeide bloemen knip je het beste weg. Dit stimuleert ook weer de aanmaak van nieuwe bloemknoppen.
Eenjarige plukbloemen | Meerjarige plukbloemen |
---|---|
|
|
Bloemenweide onderhouden
Wilde bloemenweide verzorgen
Weides met wilde bloemen worden in de regel twee keer per jaar gemaaid: in juli en in oktober. Door verschillen in weersomstandigheden per plek kan er geen precies tijdstip worden vastgesteld voor deze handeling. Het is in ieder geval van belang dat de wilde bloemen al zaad hebben gevormd. Maai de bloemenweide met wilde bloemen met een grasmaaier zonder opvangbak. Als de weide erg hoog is gegroeid, kan het met een zeis of grastrimmer worden teruggedrongen. Laat het maaisel een aantal dagen liggen, zodat het zaad van de planten op de bodem kan vallen. Bij kleine oppervlakken kun je het zaad ook verwijderen en opnieuw uitstrooien.
Daarna moet al het maaisel in ieder geval van het oppervlak worden verwijderd. Want hoe meer de grond bemest wordt door mulch en andere bodembedekking, des te minder bloeiende planten er opkomen! Over het algemeen geldt: vermijd dat weides met wilde bloemen op wat voor manier dan ook bemest worden.
Tuinbloemenweide onderhouden
Voor een weelderige bloemenweide kun je uitgebloeide bloemen regelmatig verwijderen. Vooral op het balkon zijn de bloemen blij als je ze regelmatig bemest. Geen zin of weinig tijd om vaak te bemesten? Strooi simpelweg wat langwerkende mest op de bodem.
In de herfst of ten minste wanneer de planten door de eerste vorst zijn afgestorven, kan er gemaaid worden. Wil je het volgende jaar weer bloemen, dan kun je het zaad van de uitgebloeide bloemen opnieuw uitstrooien. Als er het volgende jaar niet genoeg planten opkomen, zaai je gewoon bij met meer gemengd zaad. Als je afwisseling wilt, gebruik je het volgende jaar een ander soort gemengd zaad.
Bloemenweide als winterschuilplaats voor insecten
Voordat je je bloemenweide radicaal gaat snoeien, kun je er ook voor kiezen om hem ook laten staan als winterschuilplaats voor insecten. Je hoeft de bloemenweide in de herfst niet te maaien, want je bloemenweide biedt insecten en kleine zoogdieren een plek om te overwinteren. Bovendien verliezen sommige planten hun zaden pas in de winter. Als je volgend jaar weer een bijenweide wilt, schud je de planten in het voorjaar nog een keer goed uit, zodat alle zaden weer in de grond komen. Op die manier kan een nieuwe bloemenweide ontstaan.