Bloemen maken je tuin extra gezellig! Fijn dus dat je op de website van HORNBACH heel makkelijk bloembollen uit kan zoeken. We bezorgen al dat moois bovendien graag bij je thuis. Ben je op zoek naar mooie bloemen voor het voorjaar? Kies dan voorjaarsbollen. Die bloeien tussen maart en mei. Juist op zoek naar iets wat het tussen september en november goed doet? Ga dan voor zomerbloeiers. Hieronder vind je meer tips, inspiratie, plus een kleine greep uit ons assortiment…
De bloembol
Een bloembol is een bol die ondergrondse opslagorganen heeft. Die opslagorganen zorgen ervoor dat een bloembol uiteindelijk tot een mooie, bloeiende plant of bloem uitgroeit. Er zijn twee soorten bloembollen: voorjaarsbloeiers en zomerbloeiers.
Voorjaarsbloeiers
Voorjaarsbloeiers moet je planten in de herfst. Ze doorstaan de vrieskou van de winter. Om in de lente boven de grond te komen, hebben de bloembollen de lage temperaturen tijdens de winter zelfs nodig. Heb je je voorjaars bloembollen eenmaal geplant? Dan kun je ze in de bodem laten zitten. Want deze bloemen bloeien elk jaar opnieuw. Het worden er zelfs steeds meer.
Voorbeelden van voorjaarsbloeiers:
- Tulpen
- Krokussen
- Narcissen
- Hyacinten
- Sneeuwklokjes
Zomerbloeiers
Zomerbloeiers zijn heel gevoelig voor vorst. Het is dus het beste om deze bloembollen pas in de lente te planten. Omdat zomer bloembollen zo slecht tegen vorst kunnen, moet je ze elke herfst opnieuw uitgraven. Zo kunnen ze de koude winter doorstaan en volgend jaar nog eens bloeien. De lelie is een uitzondering. Deze is winterhard en kun je zowel in de lente als in de herfst planten.
Voorbeelden van zomerbloeiers:
- Dahlia’s
- Begonia’s
- Gladiolen
- Lelies
Bloembollen planten
Voorjaarsbloeiers kun je van september t/m december planten. Waar je deze bollen plant, maakt niet uit. Zolang er maar een beetje zon komt op die plek én het regenwater goed kan wegstromen.
Zomerbloeiers kun je planten vanaf het moment dat er geen risico meer is op nachtvorst. Je moet de bloembollen wel uiterlijk in mei planten, anders ben je te laat. Plant zomerbloeiers op een plek waar veel zon schijnt en let er op dat de aarde water doorlaat, zodat de bollen niet verrotten door ophopend vocht.
Bloembollen planten: stap voor stap
stap 1
Maak de aarde goed los.
stap 2
Maak een gat, bijvoorbeeld met een bloembollenplanter en plaats de bloembol daar loodrecht in. Plaats de bloembol twee keer zo diep als hij hoog is. Tenzij je te maken hebt met een begonia of dahlia. Deze bloembollen moeten juist dicht onder het oppervlak geplant worden. Kijk bij het planten trouwens niet alleen naar de diepte waarop je de bol plant. Houd ook wat afstand vrij tussen de verschillende bloembollen. Zo’n 10 cm bij kleine bollen en zo’n 40 cm bij grote bollen.
stap 3
Plaats de bol of bollen in het gat dat je gecreëerd hebt en maak het gat vervolgens weer dicht met aarde. Geef de bloembollen na het planten meteen water. Dan schieten ze namelijk sneller uit hun wortel!
Tips
- Makkelijk: vind je bloemen in de tuin leuk, maar wil je liefst een bloembed dat makkelijk te onderhouden is? Kies dan de bloembollencombi voor verwildering. De planten in deze combi vragen niet veel aandacht, bloeien elk jaar opnieuw én vermeerderen zich.
- Lekker lang bloemen: als je rekening houdt met de bloeitijden van de verschillende bollensoorten, heb je al in de vroege lente kleur in je tuin. Sneeuwklokjes zijn vaak de eersten. Daarna volgen krokussen, narcissen, tulpen, keizerskronen en sieruien (Allium). Plant je ze allemaal? Dan kun je een half jaar lang genieten van een bloementuin.
- Bescherming: met plantenetiketten in een perk voorkom je de beschadiging van nog niet uitgekomen bollen in de lente.
- Potten, bakken en schalen: bloemen zien er natuurlijk niet alleen goed uit in de tuin. Ook in potten, bloembakken en plantenschalen voegt een bloem kleur toe aan tuin, terras en balkon.
- Stapelen maar! Niet alleen in je tuin, ook in kleine perken, de border of bloempotten kun je een half jaar lang van verschillende mooie bloemen genieten. Maak daarvoor gebruik van de techniek ‘etagebeplanting’.
Hierbij plant je verschillende bollen in de grond, in meerdere lagen en op bloeitijd en groeitijd verspringend. Je markeert de individuele plantlocaties met stokken en let er daarbij op dat je de bloembollen in de volgende laag altijd tussen de stokken plaatst.
De aarde tussen de bollen moet altijd twee keer zo hoog zijn als dat de bollen daaronder dik zijn. Hoog bloeiende bollen zoals tulpen vormen de onderste laag, laag bloeiende bloemen zoals krokussen plant je juist hoger.