Buitenpleisterwerk bestaat altijd uit een onderlaag en afwerkpleister en moet een gezamenlijke dikte van 20 mm hebben. Dat betekent dat je buitenpleisterwerk altijd in twee lagen aanbrengt. Omdat cement bij het drogen slinkt, kunnen in de onderlaag met een grotere dikte haarscheurtjes ontstaan. Deze smeer je met de tweede laag, de afwerkpleister, eenvoudig dicht.

De onderste laag, basis- of onderpleisterwerk, is in de regel 10 tot 15 mm dik, het afwerkpleister 3 tot 10 mm. Bij grotere diktes moet je een extra laag opbrengen.

Wanneer je een gladde pleister (viltpleister) wilt maken, ruw je de nog verse mortel, na het eerst uitharden, met een grove straatbezem op en laat je hem per millimeter opbrengdikte een dag staan. Daarna zet je een volgende laag op. Afhankelijk van het weer controleer je na 4 tot 6 uur of het pleisterwerk onder de druk van je duim niet meer meegeeft. Als dit het geval is, maak je de pleister met een kwast licht vochtig en vilt je met een viltbord, met cirkelvormige bewegingen, af. Vilt tot het oppervlak de gewenste structuur heeft.

Wanneer er op de onderlaag een sierpleister (granol, mozaïek pleister o.i.d.) moet worden aangebracht, dan moet de onderlaag eerst geschuurd of geschaafd worden. Wacht tot de onderlaag uitgehard is en schaaf de bovenste laag met een schuurbord af. Daarbij maak je de pleister los van de kanten en de zogenaamde gesinterde laag wordt vernietigd. Deze gesinterde laag is een fijne, maar zeer harde bindmiddellaag die de hechting van de volgende pleisterlaag verhindert.

Pleister dient als onderlaag voor verf en behang. Het is namelijk geen goed idee om metselwerk direct te behangen of te sauzen. Daarnaast biedt pleister ook bescherming tegen binnendringen van vocht.

Binnenpleisterwerk van gips breng je altijd in één laag op. De minimale dikte bedraagt 10 mm en de maximale pleisterdikte in een laag bedraagt 20 mm. Wanneer je later wilt sauzen of behangen kun je afhankelijk van het pleisterwerk het oppervlak glad maken of vilten. Wanneer je als afwerklaag tegels of een sierpleister wilt aanbrengen, wordt de gipspleister alleen schoon opgetrokken. Daarmee krijg je een vaster en ruwer oppervlak. Het gipspleisterwerk moet in beide gevallen compleet doorgedroogd zijn!

Voor de perfecte look en helemaal naar jouw smaak biedt HORNBACH pleister aan met verschillende korrels. Onze pleisters zijn geschikt voor alle ondergronden zoals beton, gips en gipsplaten. Maar ook bestaande muurverflagen op latexbasis zijn een goede ondergrond. Let wel op: het is niet geschikt voor behang! Voor een perfecte basis en een perfecte verhouding voor alle pleisters adviseren wij een pleistergrondering.

Ga voor onbegrensde mogelijkheden! De moderne pleisters zijn al lang meer dan de 'standaard' wandbedekking. Het is een vormgevingsmiddel voor de styling van je interieur. De levendige oppervlakken met reliëfstructuur zijn uitstekend geschikt voor allerlei kleuren. En jij bepaalt in welke kleur! Welk pleister je ook gebruikt, wij kunnen je de gewenste kleur direct in het HORNBACH Verfmengcentrum door het betreffende pleister mengen.

Voordeel: door de gekleurde pleister zijn kleine afschilferingen of beschadigingen van het oppervlak niet zichtbaar.