Ongedierte op kamerplanten herkennen
Slappe bladeren, verkleurde bladeren, spinnenwebben of vliegjes op je plant: ongedierte laat zijn sporen na. Hoe sneller je de tekenen van aantasting door ongedierte op je
De meest voorkomende tekenen van aantasting door ongedierte op je kamerplanten zijn:
- De bladeren van je kamerplanten verkleuren. Ze kunnen bijvoorbeeld bruin of geel worden. Ook gekrulde of vervormde plantendelen kunnen wijzen op verschillende soorten ongedierte.
- Er zitten kleine stippen, bobbels of knobbels op de bladeren. Dit lijkt helaas erg op ongedierte.
- Fijne spinnenwebben duiden op spint.
- Zijn je planten bedekt met een plakkerig laagje of zie je plakkerige druppeltjes? Er zijn enkele soorten ongedierte die zogenaamd honingdauw uitscheiden.
- Als er bij het water geven of bij een lichte aanraking mugjes opvliegen, dan is de plant helaas ook aangetast.
- Als je plant al een tijd niet meer groeit, ook niet tijdens de zomerperiode, dan is het de moeite waard om je plant te checken op beestjes.
- Als bladeren zonder reden van je plant afvallen, kan het ook zijn dat ze zijn aangetast door een plaag.
Vaak verschilt het per kamerplant hoe de plaag tot uiting komt. Toch zijn er verschillende kenmerken aan hoe je de plaagsoort kan herkennen.
Witte puntjes op plant
Zie je witte of bruine puntjes/vlekjes op of onder het blad van jouw plant? Dit kan eventueel duiden op spint. Je kunt het checken door met een vergrootglas te kijken of je kleine spinnetjes ontdekt. Doordat de spinmijt het blad kapot maakt, wordt het naar verloop van tijd geel en valt het af. Mini webjes op het blad kunnen ook een teken zijn van spint.
Gele bladeren plant
Geel wordende bladeren kan verschillende oorzaken hebben. De uiteindelijke oorzaak is vaak gebrek aan voeding. Maar als jouw plant gewoon genoeg licht, voeding en water krijgt, kan gebrek aan voeding verstoord worden door een plaag. Vaak maken beestjes het blad kapot. Hierdoor kan je plant er geen voedingsstoffen meer naartoe brengen. Check dus meteen of je beestjes op het blad ziet.
Trips
Is de gele kleur van het blad een beetje dof, met tinten van grijs en bruin? Dan kan het maar zo zijn dat je trips hebt. Trips komen vaak voor bij de monstera, maar zijn ook te vinden op andere kamerplanten. Het begint ontschuldig met een klein deel dat geel is, maar het kan het hele blad en zelfs de hele plant overnemen. Check dus of je kleine beestjes op en onder je plant ziet.
Vliegjes plant
Zitten er witte vliegjes onder het (nieuwe) blad van jouw plant? Dan is dit waarschijnlijk de witte vlieg. Wanneer je het blad laat bewegen zul je een zwerm zien wegvliegen.
Zitten er bruine/zwarte vliegjes in en rondom jouw potgrond? Dan heb je te maken met rouwvliegjes. Ze houden van vochtige grond en zijn dus vaak bij tropische kamerplanten te vinden zoals de bananenplant, monstera en calathea's.
Wit spul op plant
Wit spul op je plant klinkt een beetje vaag. Maar als je het zou kunnen omschrijven als een witte melige substantie, soms wollig of met wasdraden, dan zul je weleens last kunnen hebben van wolluis.
Kolonie beestjes op plant
Heb jij een groepjes beestjes op je plant die al-tijd met z'n allen bij elkaar zitten? Gezellig! Tenminste... voor hun vooral. Jouw plant gaat er steeds lelijker uitzien namelijk. Waarschijnlijk heb je te maken met bladluis. Ze zijn er in veel verschillende kleuren waaronder groen, geel, zwart en bruin.
Ongedierte voorkomen
Vraag je je af hoe de beestjes überhaupt op je kamerplanten terecht zijn gekomen? Er zijn een aantal mogelijkheden.
- Ongedierte kan bijvoorbeeld via een openstaand raam naar binnen. Ook de beestjes zonder vleugels laten zich gewoon meewaaien met de wind.
- Bovendien kun je ongedierte ongemerkt op je kleding hebben wanneer je van buiten komt.
- Soms brengen nieuw gekochte
ongedierte met zich mee. - Ook stekjes die je wellicht van andere mensen hebt gekregen kunnen misschien al besmet zijn met een plaag.
Één ding wat zeker is: voorkomen is beter dan genezen. Maar je kunt moeilijk stoppen met naar buiten gaan en niet meer ventileren. Wanneer je nieuwe kamerplanten koopt, kun je de planten echter direct onder de loep nemen op mogenlijke aanwezigheid van ongedierte. Zet de kamerplanten niet direct bij de andere planten, maar zet ze nog even in quarantaine. Op deze manier kun je ze nog een paar dagen in de gaten houden en een eventuele aantasting door ongedierte uitsluiten.
Dit betekent dus dat je je goed om je kamerplanten moet bekommeren! Zorg voor een optimale standplaats en
Varenrouwmug bestrijden
Vliegjes in je kamerplant? Het zijn varenrouwmuggen! Deze kleine, zwarte muggen van 2-4 millimeter zitten vaak in de aarde van je kamerplant. Zodra je de plant water geeft of aanraakt, vliegen ze op.
Bladluis bestrijden
Trips bestrijden
Wolluis bestrijden
Spint bestrijden
Spint meermaals bestrijden
Met één behandeling zul je niet alle spintmijten weg krijgen. Enkele dagen later moet je de behandeling nog eens herhalen, alleen zo kun je terrein winnen. Ze planten zich snel voort bij warmere temperaturen.
Bij een lichte aantasting met spintmijt kun je de planten eerst grondig onder de douche afspoelen en enkele aangetaste bladeren verwijderen. De volgende huismiddeltjes helpen eventueel tegen spintmijt:
- Pak de plant na het afspoelen voorzichtig in een plastic zak in. Dit noem je een plantensauna. Spintmijt kan niet goed tegen het vochtige klimaat van een kas. Laat de plant 1 tot 2 dagen ingepakt staan.
- Daarnaast kun je spint ook bestrijden met een mengsel van raapzaadolie en afwasmiddel. Meng 1 deel raapzaadolie met 4 delen water en een paar druppels afwasmiddel. Doe het mengsel in een
en spuit hier de plant mee in. De olie kleeft aan het ademhalingsorgaan van de spintmijt. Maar let op, niet elke plant kan hier tegen. Test het daarom eerst voorzichtig op één blad. - Ook nuttige insecten kunnen helpen tegen spintmijt. Roofmijt is een grote vijand van de spintmijt. De roofmijten zijn 0,5 mm groot, je kunt ze dus zien! Op het menu van deze roofmijt staan de eieren, larven, nimfen en volwassenen van spintmijt.
Nuttige insecten laten sporen achter
Goed om te weten: de door jou gebruikte nuttige insecten laten – afhankelijk van de soort – sporen achter op je kamerplant, zoals resten van het vervellen. Controleer dus na gebruik van de nuttige insecten goed of er daadwerkelijk nog ongedierte op je plant ronddartelt, of dat het alleen nog maar restjes ervan zijn.