Waarom moet ik mijn stuk grond draineren?
Overtollig water kan structurele schade veroorzaken in de kruipruimte, dit komt door vochtigheid die van buitenaf indringt. Vochtigheid in muren van gebouwen maakt de muren koud. Er ontstaat schimmel en als gevolg verslechteren de muren.
Als de fundering van het huis onvoldoende of helemaal niet tegen water is beschermd en dringt water ongestoord binnen in de muur. Dan kunnen schimmels, sterke vorst en boomwortels scheuren in de muur veroorzaken, waardoor het water binnen kan komen. De oorzaken van hoe er vochtigheid in uw ruimte komt kan verschillende oorzaken hebben.
Ook kan overtollig water in de tuin vervelend zijn, dit doordat er bijvoorbeeld plassen water blijven staan in uw tuin.
Voordat je gaat beginnen met beschermingsmaatregelen, is het handig om het volgende te weten:
- De muur moet waterdicht worden gemaakt met materialen tegen bodemvocht.
- Tegen opstijgend vocht moet een horizontale blokkade in de muur gespoten worden.
- Water dat zich constant op de muur verzamelt, moet met een drainage worden afgevoerd.
- Als het gebouw op vochtige grond staat, zijn drainagebuizen alleen vaak niet genoeg. In dat geval moeten grondwaterdrainagesystemen worden gebruikt voor een veilige en doeltreffende afvoer van stilstaand water.
- Als een rioleringsbuis of hemelwaterafvoerbuis, moet deze gerepareerd worden. Afdichtende maatregelen helpen hierbij niet.
Houd de vochtigheid buiten waar het binnendringt, niet waar het ontsnapt en stoort. Doe dit altijd bij de buitenmuur en niet bij de binnenmuur.
Vergunningen nodig?
Ga je beginnen met het aanleggen van drainage. Informeer dan vooraf bij je gemeente of je geplande maatregelen een vergunning vereisen!
Let op!
Drainage is niet toegestaan indien grondwater aanwezig is ter hoogte van de funderingsbasis of daarboven, dus het oppervlak waarop de fundering is gebouwd of daarboven.
Uitzonderingen zijn grondwaterverlagingen tijdens verbouwingen of in verband met bodemsanering. In het geval van overlast door grondwater bevindt de hoogste grondwaterstand die in het verleden is gemeten zich in het gebied van de kelderconstructie, dus boven de keldervloer. Een drainage is hier niet geschikt, omdat deze dan in het grondwater ligt en het water niet kan worden afgevoerd. Meestal is het niet voldoende om drainagewater af te voeren. Uitzonderingen zijn mogelijk bij een gemengde afvoer.
Conclusie: drainages voor het droog houden van gebouwen zijn alleen toegestaan wanneer het gaat om regenwater te infiltreren of extreme pieken van stilstaand water op bodems die veel water kunnen opnemen en opslaan. Dan moet er altijd gesproken worden met autoriteiten.
Welk materiaal voor de drainage?
Welke buizen zijn geschikt voor mijn situatie? Dat is een goede vraag. Op basis van waar je een drainage wilt aanleggen: voor je huis, tuin of groter agrarisch oppervlak zijn er verschillende buizen geschikt.
Elke drainagebuis heeft zijn eigen specifieke eigenschappen, daarom is de juiste keuze belangrijk. Hieronder vind je een overzicht van welke buis geschikt is voor jouw project.
Gebouwdrainage
Hier lees je waar je bij de drainage van een gebouw op moet letten. Ga hier zeer nauwkeurig te werk, want kleine foutjes kunnen al grote gevolgen hebben.
Drainagebuizen gebruiken
Voor gebouwdrainage moet je uitsluitend drainagebuizen zonder kokosommanteling gebruiken. Andere buizen zijn voor de drainage ter bescherming van “bouwkundige installaties" verboden!
Zo werkt de gebouwdrainage
Let er bij het maken van de leidingsleuf op dat de top van de drainagebuis niet boven het niveau van de bovenrand van de fundering komt. Om dit te bereiken moet de sleufbodem op het hoogtepunt minstens 30 cm onder de bovenrand van de fundering liggen. Uitgaand van het hoogtepunt moet de sleufbodem een afschot van minstens 5 cm per meter hebben.
Wat is een drainageschacht?
De drainageschacht wordt ook wel revisieschacht of controleschacht genoemd. Deze zorgt ervoor dat verontreinigingen uit de drainage gespoeld worden. Onmisbaar voor de gecontroleerde gebouwreiniging. Zo worden verontreinigingen uit de drainage gespoeld. Via de buis zijn ook alle leidingsystemen toegankelijk, wat de reiniging mogelijk maakt en het onderhoud van de systemen vergemakkelijkt.
De controleschacht bestaat uit een grondelement (schacht) met verschillende uitgangen, dat met behulp van een spoelschacht wordt opgetild en met een schachtdeksel wordt gesloten. De binnenste diameter van de buis wordt overigens met de nominale waarde (DN) aangegeven.
Hoe doe ik een infiltratietest?
Afhankelijk van uit welke bestanddelen je bodem bestaat en hoe doorlatend deze is, loopt regenwater sneller of langzamer weg. Als je een bodem hebt waar het regenwater langzamer wegloopt heb je snel stilstaand water na iets heftigere regenbuien. Door middel van een infiltratietest kom je erachter hoe goed regenwater bij jouw infiltreert en of je een drainage nodig hebt.
- Graaf een gat van 50 x 50 x 50 cm en vul deze meerdere keren binnen 2 uur met water om de bodem volledig met water te verzadigen;
- Markeer nu op 30 cm hoog en vul het gat tot de markering met water;
- Na 10 minuten vul je met water uit een maatbeker weer tot de markering van 30 cm. Noteer de hoeveelheid water waarmee je het gat hebt gevuld;
- Herhaal deze stap minstens drie keer voor een betrouwbaar resultaat. Neem het gemiddelde van de drie metingen. Nu kun je naar aanleiding van onderstaand model kijken hoe goed de infiltratiecapaciteit is.
Zeer lage infiltratiecapaciteit | Minder dan 1,5 liter per 10 minuten gevuld: een drainage is verstandig! |
---|---|
Goede infiltratiecapaciteit | Meer dan 1,5 liter per 10 minuten gevuld |
Zeer goede infiltratiecapaciteit | Meer dan 3 liter per 10 minuten |
Sterk van elkaar afwijkende resultaten kunnen optreden wanneer:
- In het begin onvoldoende water gebruikt;
- De bodem is ongelijk door bijvoorbeeld: gangenstelsels van mollen, wortelgangen, scheuren enzovoorts;
- Bij het aflezen van de waterhoeveelheid is iets mis gegaan.
Langere regenbuien beïnvloeden de meting
Voer je de infiltratietest na langere regenbuien uit, dan is het zeer waarschijnlijk dat de bodem nog verzadigd is en dat er minder water wordt afgevoerd dan gewoonlijk. Houd hier rekening mee bij het inplannen van de test en kies eventueel een ander tijdstip.
Waarom moet ik mijn tuin draineren?
Verandert je tuin na regenbuien altijd in een groot moeras? En heb je ook in droge tijden altijd rubberen laarzen nodig om geen natte voeten te krijgen?
Als stilstaand water niet afgevoerd wordt, heeft de bodem of onderbodem vaak last van een slechte waterdoorlatendheid en een te hoog klei- en leemaandeel. Men spreekt ook wel van moeilijke grond of natte grond, die zeer veel water kan opnemen, maar het kwelwater wordt slechts langzaam afgevoerd.
Neemt een stuk land te veel water op, dan leidt dat tot verslechtering van het bodemprofiel, verlies van bodemkalk en daarmee tot bodemverzuring.
Als gevolg verstikken wortelen, groeit onkruid sneller en ontstaan plantenziekten. Bovendien is zo'n soort bodem zeer lastig te bewerken. In deze gevallen is een oppervlaktedrainage nodig.
Hoe draineer ik mijn tuin?
Afhankelijk van de grootte van het te draineren grondstuk wordt de drainage verschillend gelegd:
- Graaf de drains uit. Daarbij moet de afstand tussen twee drainagebuizen maximaal 5 tot 6 m zijn.
- Vul de sleufbodem met een ongeveer 10 cm dikke laag filterstabiel materiaal, bijv. grind met korrelgrootte 0/32. Lijn deze sleuf uit als afschot: minstens 5 cm per 1 m.
- Leg aansluitend de drainagebuizen in de sleuf. Verbind deze met verbindingsmoffen. Dek de buis weer met filterstabiel materiaal af, bijv. grind met korrelgrootte 0/32, en bedek het geheel met aarde, die je tot slot verdicht.
Afschot en voorschriften in acht nemen
Om ervoor te zorgen dat de afwatering goed werkt, moet de ondergrond een helling hebben van minstens 5 cm per 1 m. Leg het grind zo neer dat het deze helling volgt. Het afschot zorgt ervoor dat het water naar een centraal punt stroomt. Van daaruit wordt het via een stevige buis afgevoerd naar een goot, afvoerkanaal of put.
Belangrijk: informeer bij je gemeente naar de betreffende voorschriften!
Hoe diep moet de sleuf zijn? Afhankelijk van het toepassingsgebied zijn de volgende sleufdieptes voldoende:
Gazon | Minstens 30 tot 50 cm diep |
---|---|
Groentetuin en teelt | Minstens 50 tot 80 cm diep |
Fruittuin en bomen | Minstens 80 tot 150 cm diep |
Hoe draineer ik mijn tuin of oprit?
Voortdurende regen kan zorgen voor overtollig stilstaand water, hierdoor kunnen ernstige schade toebrengen aan tuinen en opritten. Dit is voornamelijk het geval wanneer de ondergrond zachter wordt en het oppervlak wegzakt of -glijdt. Ook hier kan je een drainage gebruiken om ervoor te zorgen dat de oprit of de tuin na regenval niet veranderd in een zwemparadijs.
- Drainage door drainagebuizen
Parallel aan het pad wordt een 60 tot 70 cm diepe sleuf gegraven met minstens 3% afschot, waarin de buizen worden gelegd in een grindbed (eventueel met vlies bedekt). Het verharde oppervlak zelf moet een licht afschot van ca. 5% vertonen naar de geplande drainagesleuf (dus 5 cm per 1 m). - Drainage door drainagevlies
Het vliesdoek wordt onder het grind of zand over het gehele oppervlak gelegd. Het goed waterdoorlatende doek verdeeld druk op de bestrating en verhindert afbreken van de ondergrond. Het vlies kan ook sterkere belastingen op inritten of parkeerplaatsen aan. Spoorvorming is daarmee iets van vroeger! - Drainage door drainagemortel
Drainagemortel droogt aan de lucht. Daardoor wordt het vast, terwijl het toch waterdoorlatend blijft. Bijzonder geschikt is drainagemortel bij het leggen van stenen in de tuin en op landbouwgrond. Breng telkens niet meer drainagemortel aan dan je tegels kan leggen, voordat de mortel begint uit te harden. De voegen moeten waterdoorlatend blijven en mogen daarom niet afgesloten worden.
Tips voor de planning
Let erop dat voor verzegelde oppervlakken kosten voor afvalwater betaald moeten worden. Deze kan je verminderen:
- wanneer je geen afschot maakt naar openbare oppervlakken;
- wanneer je geen riool- of afvoeraansluiting hebt binnen het oppervlak;
- wanneer geen andere watertoevoer in het openbare systeem beschikbaar is.
Een grotere waterdoorlatendheid in het betegelde oppervlak wordt bijv. door het gebruik van stenen met voegafstandhouders, schuine kanten of een doorlatend voegenmateriaal bereikt. Bijna alle neerslag kan wegsijpelen bij het gebruik van waterdoorlatende stenen, stenen met kwelsleuven of grasklinkers. Zoek vooraf uit hoe geschikt voor infiltratie de bodem op jouw grondstuk is!