Mijn verlanglijsten 0 Winkelwagen
HORNBACH Breda Openingstijden
Konijnenberg 33
4825 BC Breda

service-breda@hornbach.com
+31 76 578 9000
ma - vr: 07:00 - 21:00 Uur
za: 08:00 - 18:00 Uur
zo: 10:00 - 17:00 Uur
Je hebt deze informatie op 13-11-24 om 01:45 uur uitgeprint. Let op dat prijzen op de wereldmarkt en reacties op korte termijn de prijzen op ieder moment veranderen en deze daardoor kunnen afwijken van die op je print. Dank u voor uw begrip.

Er zijn ontzettend veel verschillende aardappel rassen - meer dan 5.000 wereldwijd. Er zijn vroege en late aardappelen. Aardappelen met een gele, roodachtige of blauwe schil. Vastkokende en kruimige aardappelen.

Zoek de knol die het beste bij jou past!

We hebben 3 populaire rassen voor je op een rijtje gezet:

  • Sieglinde is een vastkokend en vroeg aardappelras. Sieglinde is met haar gele schil en krachtige smaak uitermate geschikt als (in de schil) gekookte aardappel. Perfect voor in een aardappelsalade.
  • Linda is een vastkokende aardappel. Deze middelvroege consumptieaardappel is geschikt voor gebakken aardappelen, gekookte aardappelen, aardappelgratin of aardappelsalade.
  • Mandel is een overwegend vastkokende tot kruimige aardappel. Met de romige smaak heeft Mandel veel liefhebbers van in de schil gekookte aardappelen voor zich gewonnen.

Bij pootaardappelen speelt de grootte overigens nauwelijks een rol. De grootte van de pootaardappel heeft geen invloed op hoe groot of klein de aardappelen van je toekomstige oogst zullen zijn. En grotere pootaardappelen leveren meestal maar weinig meer oogst op.

In principe kun je ook gekiemde consumptieaardappelen planten. Met gewone aardappelen krijg je alleen een veel lagere oogst dan met pootaardappelen. Het loont zich dus om in pootaardappelen te investeren.

De aardappel stelt weinig eisen aan de grond. Zandgrond of zandige en losse leemgrond zijn ideaal. In grond die gevoelig is voor ophoping van water kun je zand of compost verwerken. Dan is de grond ook klaar voor de aardappel.

In het jaar vóór de oogst, maar uiterlijk in maart, kun je de grond voor de aardappelen voorbereiden: verrijk de grond met rijpe compost. Het voorwerk is belangrijk, want de aardappel is niet zo dol op overbemesting.

Ben je een ongeduldig type? Je kunt vroege aardappelrassen voorkiemen en zo de tijd tot de oogst met wel 3 weken verkorten. Bovendien zijn de aardappelen dan minder vatbaar voor ziekten zoals de gevreesde aardappelziekte en is de oogst groter.

Je kunt de aardappelen vanaf maart voorkiemen:

  • Vul een eierdoos of houten kist met wat potgrond.
  • Leg de pootaardappelen in de potgrond.
  • Zet de aardappelen op een lichte en warme plek, waar het zo'n 10-15 °C is. Denk aan de vensterbank, een serre of broeikas.

Na een paar dagen beginnen de aardappelen te kiemen. Zodra zich korte, sterke uitlopers hebben gevormd en het weer geschikt is, kun je de voorgekiemde aardappelen planten.

Aardappelen voorkiemen | HORNBACH

Wanneer de juiste tijd is om aardappelen te planten hangt af van 2 factoren:

  • Het aardappel ras dat je wil planten.
  • De buitentemperatuur.

Met een milde buitentemperatuur kun je vaak al begin april beginnen met het planten van aardappelen. Met een koelere buitentemperatuur is het de moeite waard te wachten tot begin mei.

Zorg er bij het planten van aardappelen voor dat ze de juiste buren hebben: aardappelen doen het bijvoorbeeld uitstekend met spinazie, koolrabi, tuinbonen, maïs en andere koolsoorten in de directe omgeving.

Maak de grond los en span een touwtje, want aardappelen worden in rijen geplant. Maak met een tuinhak een plantgeul van ongeveer 10-20 cm diep. Nu kun je de aardappelen planten met de ogen of uitlopers naar boven gericht.

Daarbij is de afstand van belang:

Let erop dat de afstand tussen de aardappelen ongeveer 35 cm is. Er moet ongeveer 50 cm ruimte tussen de rijen blijven. Je kunt compost toevoegen aan de plantgeul en deze vervolgens sluiten met een tuinhak.

Zodra de aardappelen geplant zijn en de uitlopers na enkele weken ongeveer 20 cm hoog zijn, kan je de aardappelen aanaarden. Dat doe je zo:

  • Gooi aarde op de aardappelplanten, zodat ongeveer de helft van de plant bedekt is. Er ontstaat een kleine dam.
  • Voor het aanaarden kun je een aanaardploeg of een schep gebruiken.
  • Herhaal het aanaarden elke 2-3 weken en verwijder onkruid direct als het verschijnt.

Door het aanaarden ontstaan er meer wortels en dus ook meer aardappelen. En een tweede belangrijke reden: als de dochterknollen uit de grond groeien, lopen de aardappelen het risico groen en oneetbaar te worden.

Vergeet in droge jaren niet om de aardappelen water te geven!

Heb je geen tuin, maar wil je toch aardappelen telen? Je kunt aardappelen ook planten en oogsten op je balkon. Alles wat je nodig hebt is een verhoogde plantenbak of een geschikte plantenpot voor aardappelen.

Een plantenpot voor aardappelen bestaat uit een binnen- en buitenpot. De binnenpot heeft een groot kijkvenster en is uitneembaar. Daarmee kun je niet alleen de ontwikkeling van je aardappelen in de gaten houden, maar je kunt ze ook gemakkelijk oogsten. Hoeveel aardappelknollen je in een pot kan planten is afhankelijk van de grootte van de pot. houd rekening dat de aardappels minimaal 20 cm afstand nodig hebben.

Aardappelen planten in een pot | HORNBACH

Bij de teelt van aardappelen op het balkon gelden in principe dezelfde regels als in een bed. Het is echter moeilijk om in de pot aan te aarden. Doe het daarom als volgt: zodra de geplante aardappel ongeveer 10 cm lange uitlopers heeft, hoop je de grond op tot alleen de toppen van de bladeren nog zichtbaar zijn. Herhaal dit als de aardappelplant weer gegroeid is.

Wees wel wat voorzichtiger met water geven op het balkon: er kan snel een ophoping van water in de pot ontstaan. Geef daarom niet te vaak water.

Een ander alternatief voor het balkon, het terras of in een kleine tuin: aardappelen telen in een plantenzak. Dit bespaart ruimte en vooral het oogsten van de aardappelen gaat snel.

Als plantenzak is vrijwel elke zak van een sterker plastic weefsel geschikt, zoals een klassieke tuintas, die in verschillende maten verkrijgbaar is. Hoe donkerdere kleur de zak heeft, hoe beter. Dat zorgt ervoor dat je plantenzak opwarmt in de zon.

  • Om ophoping van water in je plantenzak te voorkomen, snijd je verschillende afvoersleuven in de bodem. Gebruik hiervoor een stanleymes en maak een aantal afvoersleuven van 1-2 cm lang.
  • Rol de plantenzak op tot hij nog maar 30-45 cm hoog is.
  • Zorg voor een goede drainagelaag in de plantenzak, door een laag van 3-5 cm hydrokorrels toe te voegen.
  • Doe de grond in de plantenzak. Meng hiervoor je eigen aardappelgrond van 2/3e aarde voor groenteteelt en 1/3e zand. Vul een laag aardappelgrond van ongeveer 15 cm hoog bovenop de hydrokorrels.
  • Afhankelijk van hoe groot je plantenzak is, kun je nu tot 4 voorgekiemde pootaardappelen gelijkmatig in de zak verdelen. Doe genoeg aarde op de pootaardappelen om ze net te bedekken. Geef de aardappelen goed water en houd de aarde in de volgende weken gelijkmatig vochtig.
  • Je aardappelen groeien in de plantenzak. Zodra de aardappelplanten ongeveer 30 cm hoog zijn, rol je een groot deel van de plantenzak af. Nu is het tijd om aan te aarden. In de plantenzak betekent dit dat je ongeveer 15 cm nieuwe aarde in de plantenzak doet.
  • Ongeveer 14 dagen later herhaal je het aanaarden. Weer 14 dagen later aard je de aardappelen in de plantenzak voor de laatste keer aan.
  • Na ongeveer 3 maanden kan je je aardappelen oogsten. Je kunt de plantenzak gewoon omkiepen en de aardappelen verzamelen.

Aardappelen telen in een plantenzak | HORNBACH

De eerste bladeren van je aardappelplant worden geel. Enkele dagen later verschijnen er bruine of grijze vlekken en plotseling verspreidt zich een witgrijze schimmelplek aan de onderkant van het blad. Binnen enkele dagen sterft het hele blad af. Dit klinkt niet alleen als een nachtmerrie, het is er ook een: je aardappelplanten hebben een ziekte. En in het ergste geval de aardappelziekte.

De veroorzaker van de aardappelziekte is Phytophthora infestans, een schimmel.

Deze schimmel houdt van vochtigheid. Je moet je aardappelplanten vanaf eind juni goed in de gaten houden, vooral na dagen met veel regen. Bij de eerste tekenen moet je meteen ingrijpen.

Om aardappelziekte te voorkomen, kun je preventieve maatregelen nemen.

  • Kies een robuust aardappelras.
  • Zet de aardappelplanten niet te dicht op elkaar en leg de rijen in de hoofdwindrichting. Zo kunnen de aardappelplanten na een regenbui snel drogen.
  • Als je je aardappelen water moet geven, doe dat dan 's morgens. Zo kunnen ze overdag goed opdrogen.
  • Sproei regelmatig heermoes- en lecithine preparaten op de bladeren, bij voorkeur afwisselend. Let erop dat je de onderkant ook besproeit.
  • Als er een langere regenperiode op komst is, kun je ook preventief koper sproeien. Dit is een biologisch bestrijdingsmiddel, maar mag slechts met mate worden gebruikt.
  • Plant je aardappelen niet direct naast tomaten. Helaas zijn ook tomaten gevoelig voor de schimmel en kunnen zij door aardappelen worden besmet (maar omgekeerd niet).

Dreigt een natte zomer roet in het eten te gooien van je aardappeloogst? Je kunt aardappelziekte bestrijden, maar je moet zo snel mogelijk handelen.

  • Als je de eerste tekenen van aardappelziekte op je aardappelen ziet, moet je onmiddellijk alle aangetaste bladeren afsnijden. Belangrijk: gooi de bladeren bij het huisvuil. Gooi de aangetaste aardappelplanten niet op je composthoop. De sporen van de schimmel kunnen daar jaren overleven.
  • Als slechts één plant de eerste tekenen van aardappelziekte vertoont, verwijder deze dan volledig om de overige aardappelplanten te beschermen.
  • Als de aardappelziekte zich toch blijft verspreiden of als de aantasting al ver gevorderd is, moet je een plantenbeschermingsmiddel gebruiken. Er zijn speciale bestrijdingsmiddelen voor groenteplanten met de werkzame stoffen azoxystrobin of propamocarb/fluopicolide. Wissel de werkzame stoffen af als ze meermaals worden gebruikt, zodat er geen resistentie ontstaat.

Hij is dol op aardappelen: de coloradokever. Ze zijn zeer gulzig, planten zich snel voort en veroorzaken veel schade aan de planten. Dit maakt ze natuurlijk niet erg populair.

Coloradokever bestrijden | HORNBACH

Als de lente ontwaakt, doet de coloradokever dat ook. Vanaf een temperatuur van ongeveer 15 °C worden de overwinterende kevers actief en levendig.

Een paar tips om ervoor te zorgen dat de coloradokever geen plaag voor jou wordt:

  • Controleer je aardappelplanten regelmatig op volwassen kevers. Als je ze vindt, haal ze weg en vernietig ze.
  • Het is bijna onmogelijk om alle kevers te vangen voordat ze eieren hebben gelegd. Daarom is de volgende behandelingsstap belangrijk: zodra er een zichtbare hoeveelheid gulzige larven te zien is, bestrijd je deze met een biologisch plantenbeschermingsmiddel op basis van neemolie. Als er na 10-14 dagen nog steeds veel larven op je aardappelplanten rondlopen, kun je de behandeling herhalen.
  • De volgende generatie kevers volgt enige tijd later. Deze kun je weer verwijderen.
  • Als er nog een paar coloradokevers aan de bladeren van je planten knagen, is de schade meestal beperkt - je zult nog steeds een goede oogst aardappelen hebben. Als je slechts eenmaal met neemolie hebt gespoten, kun je deze opnieuw gebruiken als er een overeenkomstige larvenplaag is.

De vuistregel bij het oogsten van aardappelen is vrij eenvoudig:

Dit is het moment waarop de aardappel in een rustfase komt. Je kunt dit herkennen als de bladeren verwelken en geelbruin worden.

Aardappelen oogsten | HORNBACH

Wacht op een zonnige, droge dag, pak een hooivork en graaf de eerste aardappelplant uit. De tijd om te oogsten is aangebroken wanneer:

  • De knollen makkelijk loskomen.
  • De schil van de aardappel er niet met de vingers kan worden afgewreven.

Ben je klaar met het oogsten van je aardappelen? Vernietig het aardappelloof door het bij het gft-afval te gooien of naar een inzamelpunt voor groenafval te brengen. Zo voorkom je dat ziekten zich verspreiden.

Wil je aardappelen langer opslaan? Laat de aardappelen na de oogst dan nog een paar uur drogen in de zon. Was ze niet af! Verwijder knollen met vreemde ingezakte plekken, verkleuringen of beschadigingen. Het is het beste om deze direct te gebruiken voor gebakken aardappelen, gekookte aardappelen of friet.

Tips voor het opslaan van aardappelen:

  • Aardappelen houden van een donkere en koele opslagplaats. Een ideale opslagtemperatuur is 4-6 °C. Warmere temperaturen bevorderen de kieming, terwijl koudere temperaturen ervoor zorgen dat het zetmeel wordt omgezet in suiker.
  • Juten of linnen zakken, een houten kist of een rieten mand zijn geschikt om de aardappelen in te bewaren. Het is belangrijk dat er lucht bij de knollen komt.
  • Je kunt de aardappelen afdekken met krantenpapier, zodat ze niet te veel vocht verliezen.
  • Controleer je aardappelen regelmatig en verwijder rotte exemplaren direct.

naar boven