Aflevering 1:
De Woudloopsimulator
„Fitness hardloopband Mancave-style!“
1. Standaard
(1) Bereid het wandelement op maat voor volgens de tekening. De snede van de boog kun je het beste maken door telkens een plaat op de grond te leggen en met een draadpasser (zie tekening) de cirkel op de plaat te tekenen. Zaag deze met de decoupeerzaak uit. Teken ook de uitsparingen voor het inzetten van de dwars lopende stukken kanthout en zaag deze ook uit. Boor tot slot de beide gaten voor de stangen met schroefdraad. Het wandelement kan nu gebruikt worden als sjabloon voor elf andere elementen. De rechter en linker wandelementen zijn elkaars spiegelbeeld.
(2) tot (4) Zaag de stukken kanthout (dezelfde houtdiameters) op de benodigde lengte.
(5) De wielen (twaalf stuks) worden gemaakt van „zwenkwielen van transportapparaten“. Verwijder hiervoor de delen van de behuizing en gebruik alleen de wielen.
(6) Zaag de stangen met schroefdraad (vier stuks) op de passende lengte en leg ze klaar met telkens twee moeren en sluitringen.
1. Standaard
Leg de drie stukken kanthout met de hoge kant op de montagepositie.
Schroef de gemaakte wandelementen aan de stukken kanthout. Schroef hiervoor twee wandelementen eerst met de ene kant aan het desbetreffende kanthout en schroef dan telkens een kanthout met een randafstand van 6 cm in een rechte hoek vast. Schroef bij het vastmaken telkens vanaf de plaat in de stukken kanthout. Je kunt bijv. houtschroeven met verzonken kop van 4 mm x 40 mm gebruiken.
Stel de kant-en-klare standaard op de definitieve positie op. De afstand aan de buitenkant bedraagt 120 cm.
Aan elke kant worden de drie standaards dwars verbonden met telkens twee stukken kanthout. Na het inzetten in de juiste uitsparing wordt alles nog een keer uitgericht. Schroef de stukken kanthout vast met houtschroeven bijv. van 6 mm x 90 mm. Boor de schroefgaten voor.
1. Standaard
Na de opbouw kunnen de wielen er ingezet worden. In elk van de drie standaards komen vier wielen. Steek hiervoor de stang met schroefdraad in de bovenste asboring. Zet dan het wiel er in en schuif de stang met schroefdraad door de asboring van het wiel. Schuif de stang met schroefdraad verder en doe dit alles ook bij het middelste en laatste wandelement.
Op elk van de beide buitenste uiteinden van de stang met schroefdraad komt een sluitring en wordt een moer met schroefdraad gedraaid.
Bouw dan de beide onderste stangen met schroefdraad ook in met de desbetreffende wielen.
2. Woudlooptrommel
(1) Zaag de vormen uit 1,8 cm dik multiplex. De cirkels worden zoals onderstaand beschreven uit passend grote ruwe formaten gezaagd. Door het in elkaar zetten van de verschillende cirkelelementen kun je standaard maten gebruiken bij het kopen van het hout.
(2) Breng de 6 mm dikke multiplexplaten op de benodigde breedte. Ze worden in het binnenste cirkelsegment gezet als bodemplaten.
(3) Voor het juiste gevoel bij de woudloop is kunstgras het beste geschikt. De benodigde baanbreedte bedraagt 116 cm. Snij het op deze breedte. Kunstgras is verkrijgbaar op de rol.
2. Woudlooptrommel
De cirkelsegmenten worden samengevoegd met een zgn. bladverbinding. Dat zorgt voor stabiliteit. Er worden altijd drie voltooide cirkels samengevoegd tot één enkele, stabiele cirkel. In totaal bouw je drie cirkels.
Op de bodem teken je een cirkel met een draadpasser. De beide getekende cirkels komen overeen met de buiten- en binnendiameter van de woudlooptrommel.
De gemaakte houten vormen leg je in het getekende schema op de cirkelvorm en positioneer je deze parallel met elkaar. De houten vormen overlappen elkaar en bedekken de cirkelvorm. Met de draadpasser breng je nu de beide cirkelvormen over op het houtoppervlak.
Teken de bladverbinding bij de overlappingen van de houten vormen. Je kunt deze zagen met ronde hoeken. Dat zorgt ervoor dat je geen gaten hoeft te boren voor het keren van het zaagblad.
Om er voor te zorgen dat beide houten segmenten later aan elkaar passen, verbind je deze telkens met een schroefklem of schroef je ze provisorisch op elkaar. Dan kun je ze gemakkelijk van de grond halen en ergens zo opleggen dat je beide houten vormen samen kunt zagen met een decoupeerzaag. Als de eerste cirkel helemaal uitgezaagd is, kun je hem gebruiken als sjabloon voor het tekenen van de andere vormen.
2. Woudlooptrommel
Leg nu de eerste cirkel passend in elkaar. Het oppervlak smeer je in met houtlijm en daar leg je de tweede cirkel op. De tweede cirkel moet nu gedraaid op de eerste cirkel liggen. De snijkanten liggen dan niet op elkaar en het geheel wordt stabieler. De derde cirkel wordt ook iets gedraaid op de vorige cirkel gelijmd. Voor de zekerheid worden de cirkels nog vastgeschroefd.
Zet de drie gemaakte cirkels nu in de standaard. Zet deze er zo in dat ze op de wielen staan. In de binnenste cirkel kunnen de bodemplaten het beste bevestigd worden met een tacker. Het hout kan zo ver gebogen worden dat het zich aanpast in de ronding. Verwerk eerst alle hele plaatsegmenten en bereken tot slot het nog benodigde stuk. Verkort deze, zodat hij past en zet hem er ook in.
Tacker het kunstgras naadloos vast. Er mogen geen struikelranden ontstaan. Dan hebt je optimale loopcondities.
3. Fotorolgordijn
(1) Regel een vierkante buis (aluminium), 4 cm x 4 cm x 200 cm.
(2) Zaag de kopplaat twee keer uit 1,8 cm dik multiplex in de er op getekende vorm.
(3) Zaag ook de afdekking uit 1,8 cm dik multiplex.
(4) De hoekplaat wordt vier keer in de opgegeven maat gezaagd. Hij dient voor het versterken aan de zijkant.
(5) De hoekverbinding heb je twee keer nodig. Daarmee wordt de stellage aan de wand vastgemaakt. Afhankelijk van de hoedanigheid van de wand kun je de hoek tegen de wand schroeven of moet je met pluggen werken.
(6) Voor het beeldmotief kun je fotobehang gebruiken en deze op het rolgordijn bevestigen. Omdat fotobehang in de regel uit meerdere afzonderlijke delen bestaat, moet je ze eerst aan elkaar plakken.
3. Fotorolgordijn
De beide houten vormen kun je met de decoupeerzaag in de benodigde hoeveelheid zagen. Het beste is eerst één stuk te zagen en dit gebruiken als voorbeeld voor de andere vormen. Dan worden alle delen exact hetzelfde. Na het zagen kun je de bevestigingsgaten met een Ø van 6 mm boren zoals in de tekening. Omdat beide delen telkens op de hoek aan de vierkante buizen geschroefd worden, mogen de gaten niet op dezelfde hoogte zitten.
Neem de boorgaten dan over op de beide vierkante buizen en boor deze met een Ø van 6 mm. Schroef de beide kopplaten telkens in het midden aan de uiteinden van de vierkante buizen. Het beste is hiervoor schroeven met draad van 6 mm x 90 mm te gebruiken met passende sluitringen en moeren. Schroef dan telkens twee hoekplaten aan elke vierkante buis. De kop- en hoekplaten moeten daarbij op één lijn liggen met de bovenkant van de vierkante buis.
Nu kun je de afdekking vastschroeven. Hiervoor neem je houtschroeven van 4 mm x 40 mm. Het vastschroeven gebeurt van bovenaf door de afdekking in de kop- en hoekplaten. Teken de positie van de schroefverbinding op de afdekking, zodat je precies midden in het hout schroeft.
Om er voor te zorgen dat de hele constructie ook blijft staan, heb je een wandbevestiging nodig. Hier breng je boven op de afdekking twee hoekverbindingen aan. Als de hoogte exact ingesteld is en de rolgordijnen gemonteerd zijn, kun je de hoekverbindingen op de wand schroeven.
3. Fotorolgordijn
De definitieve hoogte/gewenste hoogte krijg je, als je twee verstelbare fotostatieven onder aan de vierkante buizen vastmaakt.
Aan de onderkant van het aan elkaar gelijmde fotobehang breng je nog een verzwaring aan. Leg hiervoor aan de achterkant een metalen stang in de breedte van het behang, vouw het behang om en plak de rand met plakband vast. Rol dan de bespanning van het rolgordijn op de maat van het behang uit en leg het behang beneden goed op de bespanning. Hij wordt alleen aan de bovenkant bevestigd. Gebruik plakband dat goed plakt op de bespanning. Aan de onderkant blijft het behang los. Zo kan het bij het oprollen geen plooien vormen. Als je niet altijd voor dezelfde achtergrond wilt lopen, maak dan meteen twee of drie rolgordijnen achter elkaar. De getoonde constructie is hier geschikt voor.
3. Fotorolgordijn
Nu nog de houders van het gebruikte rolgordijn aan de onderkant aan de afdekking schroeven en het rolgordijn er in zetten. Voor meer plezier kun je in totaal drie rolgordijnen aan de hier getoonde constructie monteren. Je gewenste motief is dan dichtbij beschikbaar.
4. Geuraggregaat
Voor het bouwen van het geuraggregaat moet je nog een keer je creativiteit de vrije loop laten. Geschikte gebruiksvoorwerpen zijn: een tafelventilator, een transparante buis en een taartrooster. Hoe je dit voorwerp bouwt, hangt af van de beschikbare onderdelen. Welke geur je gebruikt, hangt af van de vulling.
Materiaal:
- Meubelroller
- Elliottis Pine, 18 mm
- Elliottis Pine, 6 mm
- Hoekijzer
Gereedschap:
Dit moet je nog aanschaffen:
- Camera-statief
- keukenrooster
- Rolgordijn zijgeleiding 296 x 300 cm
- Tafelventilator
- Transparante buis
Aflevering 2:
De Anti-spa
„Een wasstraat voor echte kerels.“
1. Bodemplaat
(1) Bereid de stukken kanthout voor de onderbouw van de bodemplaat voor. Als deze niet verkrijgbaar zijn in de hele lengte, kun je ze in de lengte aan elkaar zetten.
(2) tot (3) Breng de 18 mm dikke triplexplaten op het benodigde formaat. Ze worden als bodemplaten op de stukken kanthout geschroefd.
(4) (5) (6) (7) Zaag de stukken kanthout op de opgegeven lengten.
(8) Koop de vijverfolie in het opgegeven formaat.
1. Bodemplaat
Het bouwen van de bodemplaat is afhankelijk van de buitenaf- metingen van de gebruikte broeikas. Je kunt de afmetingen overeenkomstig aanpassen, als je een andere broeikas gebruikt. Eventueel moeten daardoor ook andere maten van de navolgende afzonderlijke onderdelen aangepast worden.
Controleer eerst of het grondoppervlak voor het opstellen van de broeikas vlak en draagkrachtig is. De stukken kanthout worden dan parallel aan elkaar en in een rechte hoek gelegd. Let op de breedte, deze komt overeen met de buitenbreedte van de broeikas. De stukken kanthout moeten aan de oppervlakte egaal tegen elkaar zitten. Indien nodig kun je wiggen er onder leggen, zodat je een egaal oppervlak krijgt.
Schroef de bodemplaten op de stukken kanthout. De platen dekken dan het hele oppervlak af. Voor het vastschroeven zijn houtschroeven met verzonken kop, 4 mm x 40 mm, geschikt.
In de buitenafmetingen van de broeikas wordt nu een lijst ge- schroefd. Let op de rechte hoek, zodat het huis past. Positioneer de lijst in het midden op de bodemplaat. Leg dan twee parallelle rijen met de houten wiggen (6) zo neer dat de binnenafstand 75 cm bedraagt. Schroef de stukken hout op de bodemplaat.
Leg nu de vijverfolie met een uitstekende rand op de lijst en druk hem in lijstranden. De bevestiging van de folie gebeurt alleen aan de bovenkant van de lijst, zodat de folie waterdicht blijft.
1. Bodemplaat
De beide stukken kanthout zijn de geleiding voor de transport- wagen. De afstand en de wagenbreedte moeten bij elkaar passen.
2. Broeikas
De broeikas bouw je exact volgens de handleiding van de fabri- kant. Bouw de beide dakvensters nog niet op de daarvoor bestem- de plaats van de borstelmodules in. Deze worden voorzien van een houten plaat. Afhankelijk van de constructie van de broeikas kun je ook de beide deuren aan de gevelkanten weglaten.
3. Borstelmodule
(1) De houten plaat moet je aan het dakvenster aanpassen. Daarmee wordt de ruit vervangen. Het boorgat heeft een Ø van 7,5 cm en moet zo gemaakt worden, dat de verticale lijn precies uitkomt op de geleidebalk voor de transportwagen. De doorsnede van het boorgat moet bij de gebruikte boorhouder passen en kan indien nodig aangepast worden.
(2) Boor ook een gat met een Ø van 7,5 cm in de houten plaat.
(3) Maak de beide houten platen.
(4) Maak een opening in de houten plaat, waarin de gebruikte boormachine past. Je kunt op de desbetreffende plek van de boormachine, die door de dekplaat dringt, met een draad de vorm buigen en deze gebruiken als sjabloon voor de opening. Maak de opening met een decoupeerzaag en vijl.
(5) De boormachine moet met proefdraaien ingesteld worden op het juiste toerental. Te snel draaien produceert middelpuntvlie- dende krachten en verbuigt de borstelstang.
Laat de aansluiting en de schakelaar installeren door een elektromonteur. De leidingen mogen alleen buiten de broeikas aangelegd worden en moeten voldoen aan de elektrische veiligheidsvoorschriften.
(6) Voor de borstelstang worden twee houten platen voorzien van een gleuf. De lengte van de stang moet ter plaatse bepaald worden. Dat kun je het beste doen, als het venster horizontaal staat en de boormachine ingebouwd is. Meet dan tot aan de geleidebalk voor de transportwagen en trek daar 5 cm af.
(7) Voor de lengte van de schroefdraadstang neem je de eerder vastgestelde maat en tel je daar de indringdiepte in de boorhou- der en in de geleidebalk bij op.
(8) Sorteer de vaatdoeken op kleur.
3. Borstelmodule
De behuizing voor de bevestiging van de boormachine wordt vastgeschroefd. Boor de schroefgaten voor houtschroeven met verzonken kop, 4 mm x 40 mm, voor.
De boormachine moet zo in de behuizing zitten dat de boorhou- der ongehinderd kan draaien. In de lijnrichting zit de borstelstang verticaal boven de geleidebalk voor de transportwagen. Boor het geleidegat later met een Ø van 11 mm.
Zorg er voor dat het dakvenster horizontaal vastgezet is.
De borstelstang wordt samengesteld uit twee houten platen en een schroefdraadstang en vastgeschroefd. Als je geen schroefdraadstang hebt in de benodigde lengte, kun je ook twee kortere stangen gebruiken (steeds aan het bovenste en onderste uiteinde).
3. Borstelmodule
In de beide houten platen wordt zoals in de tekening een gleuf gemaakt. Je kunt hiervoor een bovenfrees gebruiken.
Zet de borstelstang dan zo in elkaar en schroef hem zo vast dat de schroefdraadstang boven en onder met de benodigde afmeting uitsteekt.
Tacker de vaatdoeken in rijen aan de stang.
4. Sproeimodules
(1) (2) (3) De vergelijkbare houten platen zijn bij de drie spro- eimodules even groot. De Anti-spa geeft het meeste plezier, als je verschillende sproeimodules bouwt en gebruikt. Aan de beide uiteinden worden de stukken voorzien van een verstekvoeg, zodat ze in overeenstemming met de dakneiging opgesteld kunnen worden. Richt je daarbij op de dakneiging van je broeikas.
(4) Voor de verbinding van de houten platen worden pianoschar- nieren gebruikt. Deze kun je passend op maat maken, bijv. met een platenschaar.
(5) Plan voor sproeimodule 1 twee slangsproeiers parallel in. De lengte kun je altijd aanpassen. De slang kan ingekort worden.
(6) (7) De houten platen moeten individueel aangepast worden aan de gebruikte tuinsproeier. Boor aan de zijkant gaten voor kabelbinders. Boor ook schroefgaten voor.
(8) (9) (10) Tuinsproeiers, vierhoeksproeiers en tuindouches zorgen voor veel plezier in de Anti-spa. De aansluitingen gebeuren met slangkoppelingen en tuinslangen.
4. Sproeimodules
De besproeiingslang wordt dubbel bevestigd aan het binnenop- pervlak van de sproeimodule. Snij de slang op de benodigde lengte aan de hand van de al gemonteerde module en zet de slangkoppeling er aan. Voor de slangbevestiging worden gaten in de houten platen geboord en wordt de slang gewoon bevestigd met kabelbinders. Steek de tuinslangen aan de beide besproei- ingslangen en leidt ze na de montage van de module naar buiten naar de waterverdeler.
De houder bouw je passend voor de gebruikte tuinsproeier. Het getoonde voorbeeld is geschikt voor verschillende sproeiers en kan qua afmetingen aangepast worden. Alleen door het gebruik van een houder kan de tuinsproeier doelgericht ingezet worden.
Voor de vierhoeksproeier zijn er alleen gaten voor kabelbinders nodig. Een andere bevestiging is niet nodig.
De houder is identiek aan de vorige houder en wordt alleen gedraaid in de montagerichting.
4. Sproeimodules
Het montageprincipe voor de getoonde sproeimodules is een- voudig. Als de dakneiging bijv. 45° bedraagt, wordt de verstekvoeg aan de houtverbindingen op 22,5° gezaagd. Bij andere daknei- gingen moet de verstekvoeg aangepast worden. Het beste is de achterkanten te verbinden met pianoscharnieren. Daardoor kun je de houten platen onafhankelijk van de versteksnede verbinden.
5. Transportwagen
(1) Zaag de plaat passend voor de transportwagen. De breedte van de wagen en de afstand tussen de geleidebalk moeten bij elkaar passen.
(2) Frees in de lengte een gleuf van 8 mm breed en 4 mm diep in de houten platen voor de schroefdraadstaaf.
(3) Aan de transportwagen zijn twee aluminium hoeken aan de zijkant nodig. Zaag deze op een lengte van 70 cm.
(4) De gebruikte wielen moeten bij de hoogte van de beide geleidebalken passen, zodat de transportwagen niet hoger wordt dan de geleidebalk.
(5) De bouwemmer wordt gevuld met grind en dient als tegenge- wicht, als de transportwagen naar voren getrokken wordt.
(6) (7) (8) (9) Met de houten platen, de musketonhaak en de schroef met draad wordt de ophanging voor de emmer gemaakt.
(10) (11) Voor de beide posten kun je houten platen of stukken kanthout gebruiken. Ze moeten voldoende stabiel aan de bodem- plaat bevestigd worden.
(12) De oogbout wordt aan het draagkrachtige plafond geschroefd.
(13) De keerrollen worden voor de constructie van het tegenge-wicht gemonteerd.
(14) (15) Voor het gebruik van het koordhefwerktuig is een heelstabiele montage en bevestiging aan de bodemplaat nodig.
(16) Kies koord met een minimum doorsnede van 2,5 mm.
5. Transportwagen
Zaag vier uitsparingen uit de plaat voor de wielen. Zet dan de houten assen met de schroefdraadstangen in elkaar en schroef ze aan de onderkant van de plaat. Steek de wielen op de schroef- draadstangen en schroef ze aan de buitenkant vast met moeren en sluitringen. De wielen moeten vrij kunnen draaien.
Aan de zijkant monteer je een aluminium hoek.
Zet de ophanging en de ingezette musketonhaak in elkaar. Verbind de houten platen met houtschroeven met verzonken kop, 4 mm x 40 mm.
Schroef nu ook meteen de keerrol er aan.
5. Transportwagen
Het opbouwprincipe laat zien hoe de verschillende onderdelen met elkaar verbonden worden.
Om er voor te zorgen dat de transportwagen aan het einde van de droogunit blijft staan, is er een einduitschakeling nodig. De hendel is via het koord verbonden met de uitschakeling aan het koordhefwerktuig.
6. Droogunit
(1) De verticale houten platen zijn twee keer nodig.
(2) De horizontale houten platen verschillen alleen in lengte met de verticale platen.
(3) De droogunit heeft aan beide kanten een bodemplaat nodig, zodat de stabiliteit gegarandeerd is.
(4) De houten platen zijn nodig voor de verbinding van de verticale met de horizontale delen. De lengte en breedte komen overeen met de binnendiameter van de verticale en horizontale delen. Je hebt voor elke verbinding telkens twee houten platen nodig.
(5) De bladblazer loopt op een accu en moet aan de voorkant een ronde aansluiting voor de blaaspijp hebben.
(6) De schakeling van de bladblazer gebeurt via bowdenkabels, die je moet verbinden met de schakelaar. Hier is een individuele oplossing passend bij de bladblazer nodig. Let er echter op dat elke verandering aan het apparaat kan leiden tot het vervallen van de garantie.
(7) tot (13) De schakeling voor de blazer wordt gebouwd met de verschillende onderdelen.
6. Droogunit
De binnenwanden van de verticale houten platen worden in het midden voorzien van ventilatiegaten. Geschikt zijn boorgaten met een Ø van 10 mm en een gatafstand van 5 cm. In de buitenwand komt in de passende doorsnede een ronde opening om de bladblazer in te steken. Het boorgat kun je bijv. maken met een cirkelsnijder. Naar boven toe moet het element in een hoek van 45° afgeschuind zijn. Boor de bodemplaten zo voor dat deze met het verticale deel in de wanden geschroefd kunnen worden. Het beste is roestvrij stalen schroeven te gebruiken. Schroef de wan- den vast met houtschroeven met verzonken kop, 4 mm x 40 mm.
Monteer het dwarsdeel volgens hetzelfde principe.
De verbinding van de verticale met de horizontale delen gebeurt met de ingezette houten platen. Schroef daarmee beide delen telkens aan beide kanten vast.
Zet nu de bladblazer in de boorgaten. Door het gebruik van een kniestuk kan de blazer naar boven gebogen worden en krijgt daardoor meer stabiliteit.
6. Droogunit
Maak de schakelaar voor het bedienen van de droogunit twee keer. Deze worden aan beide kanten vlak voor de droogmodule aan de beide geleidebalken gemonteerd. De transportwagen drukt daarbij de hendel naar boven en activeert de blazer via de bow- denkabel. De bowdenkabel is daarbij aan de geleidebalk ge xeerd en werkt op trekkracht. De bladblazers worden ingeschakeld door het omhoog drukken van de schakelhendel.
7. Waterverdeler
(1) Een mortelkuip dient als verdelerbehuizing. Hij heeft als voordeel dat uitstromend water geen probleem is en dat door het formaat alle toe- en afvoerleidingen bevestigd kunnen worden. Om te zorgen dat de kuip blijft staan, kun je hem met water vullen en daarmee stabiliseren. Zorg ook voor een waterafzuiging. Hier kun je een huiswaterleiding aansluiten.
(2) Maak de watertoevoerleiding. Koud water hardt je, warm water is leuker.
(3) en (4) De verdeling naar de sproeimodules kan uitgevoerd worden met 2-wegkleppen of 2-wegverdelers.
(5) Een besproeiingbesturing maakt de automatisering van de waterverdeling mogelijk. Door het ontspannen van de klep kun je bepaalde sproeimodules inschakelen. De nodige schakeling moet je individueel samenstellen uit het aangeboden assortiment.
(6) De slangleidingen leiden naar de verschillende sproeimo- dules. Zorg er voor dat de slangen zonder knik gelegd worden. Meerdere slangen kunnen tot een eenheid verbonden worden met kabelbinders.
Materiaal:
- Werkschoenen
- Kabelverbinders
- Pianoscharnier
- Wiel
- Elliottis Pine, 18 mm
- Trekveer
- Broeikas
Gereedschap:
- Bouwhaak
- Metaalzaag
Dit moet je nog aanschaffen:
- Remkabel
- Kleurrijke vaatdoeken
Aflevering 3:
De Hengelsportoase
„De reis naar het middelpunt van de woonkamer.“
1. Basiselement
(1) (2) (3) (4) Zaag de stukken kanthout voor het onderstel op de juiste lengte.
(5) (6) Het bodemoppervlak wordt op maat uit triplex gezaagd.
1. Basiselement
Leg de stukken kanthout parallel tegen elkaar op de definitieve plaats van opstelling. Hou de buitenafmeting aan volgens de planning. Bij een oneffen bodem moeten de stukken hout gecompenseerd worden met steunen.
Schroef nu de bodemplaten vast zoals aangegeven in de tekening. Je kunt het beste houtschroeven met verzonken kop, 4 mm x 40 mm, gebruiken.
Schroef voor het achterste wandelement eerst de dwarsbalk vast. Zet dan de verticale stukken kanthout telkens aan de kopse kant van het liggende kanthout en schroef ze vast. Schroef nu de diagonale verstevigingsbalken telkens aan de zijkant van de verticale stukken kanthout. De beide uiteinden worden eerst in een hoek van 45° afgeschuind.
Het voorste wandelement wordt ook gemonteerd.
1. Basiselement
Zet nu de beide zijbalken er aan en schroef deze vast aan het voorste en achterste wandelement. Voor de houtverbindingen door de stukken kanthout heb je houtschroeven van 15 cm lengte nodig.
1. Grundkörper/kleppen
(1) (2) (3) Zaag de stukken kanthout voor de kleppen op de juiste lengte. De kleppen dekken het onderstel helemaal af en worden later met trekkabels bewogen.
(4) (5) (6) (7) (8) (9) De bekledingen aan de zijkant maak je op maat van betonplexen, 18 mm. De schroefgaten worden in de platen voorgeboord.
(10) Als gewricht voor de kleppen heb je scharnieren nodig. Aan de achterste klep worden deze direct op de stukken kanthout geschroefd. Bij de voorste klep komen de scharnieren op de bekleding en worden deze met langere schroeven tot in de stukken kanthout geschroefd.
(11) Voor de bevestiging van de trekkabels kun je het beste oogbouten nemen.
1. Grundkörper/kleppen
Leg de stukken kanthout voor de rand rond de achterste klep dekkend op het onderstuk. Voor de verdere bewerking kun je de stukken hout fixeren met schroefklemmen. Zet dan de lijfversterkers er gelijkmatig verdeeld in en schroef ze vast. Verbind de gemonteerde achterste klep en het onderstuk aan de achterkant met scharnieren. Na de montage kun je de schroefklemmen verwijderen. Vervolgens monteer je nog de voorste klep.
Nu kun je de zijvlakken aan de buitenkant bekleden. Boor de betonplexen voor de schroefkoppeling voor. Het voorboren is vooral belangrijk bij de randen om te voorkomen dat het materiaal scheurt. De voorste klep wordt met het onderstuk verbonden met scharnieren, zodat deze naar voren toe opengeklapt kan worden.
Tot slot worden er nog betonplexen op de afdekplaat gelegd. Laat tussen de achterste en voorste klep een opening zitten, zodat de kleppen gemakkelijk geopend kunnen worden. Voor het opheffen van de kleppen schroef je telkens een haak aan het hefpunt. Monteer de haken niet in elkaars verlengde, zodat het inhangen van de lasthaken voor de trekkabels makkelijker wordt.
Tip:
voordat je de kleppen aan de haken hangt, moeten deze met de hand getest worden. Als ze gemakkelijk in de gewenste richting bewogen kunnen worden, staat ook niets de elektrische bediening meer in de weg.
2. Podium
Materiaal voorbereiden
Met het podium maak je je woonoppervlak groter. Hier kunnen extra wooninrichtingen gebouwd worden.
(1) (2) (3) Zaag de stukken kanthout voor het podium op de juiste lengte. De lengte kun je natuurlijk aanpassen aan je persoonlijke ruimte. De hier getekende afmetingen zijn slechts suggesties.
(4) (5) (6) Voor de afdekking en de bekleding aan de zijkant zaag je de betonplexen op maat.
(7) Voor de verbinding van het podium met het onderstel gebruik je hoekverbinders.
Montage
Voor de montage worden er 3 x 3 posten met telkens twee dwarshouten opgesteld. Kies de hoogte van de posten zo dat de stukken kanthout er aan de bovenkant nog met de hoge kant opgelegd kunnen worden. Let er op dat er tussen de klep en het podium een opening nodig is voor het omhoog klappen.
3. Heftechniek
Materiaal voorbereiden
(1) (2) (3) (4) (5) Bereid de bevestiging van de keerrol voor. Zorg hierbij voor een absoluut veilige verankering aan het wandoppervlak. De delen moeten geschikt zijn voor de geplande last.
(6) (7) Voor iedere klep en ook voor het ophijsen en laten zakken van de boot heb je een elektrische kabeltakel nodig.
Montage
Bij de montage van de trekkabels en de toepassing van de daarbij behorende onderdelen moet de grootste veiligheid in acht genomen worden. Veranker de delen zo dat ze niemand schade kunnen berokkenen. Laat de benodigde onderdelen indien nodig monteren door een deskundig iemand.
3. Heftechniek
De hengelsportoase bestaat uit bewegende onderdelen die je naar wens kunt openen, sluiten of omhoog en omlaag kunt zetten. Om te zorgen dat alles functioneert met een druk op een knop, heb je meerdere trekkabels met keerrollen nodig en ook de bijbehorende bedieningsonderdelen. In de schematekening zie je de positie van de trekkabels, die gemonteerd worden met het in acht nemen van de veiligheidsstandaards.
4. Uitrusting
Materiaal voorbereiden
De uitrusting van je hengelsportoase is een persoonlijke kwestie. De hier getoonde voorbeelden dienen alleen als suggestie. Bouw alles naar wens op en gebruik ook de mogelijkheid van een beplanting met echte planten en echt water in het vijverbekken. Dan wordt de hengelsportoase een echte natuurbelevenis.
(1) De betonplexen zijn nodig voor de binnenbekleding van de achterste klep. Daarop komt dan het fotobehang.
(2) Het motief van het fotobehang geeft de vormgeving van je landschap diepte. Gebruik deze mogelijkheid en kies een geschikt motief.
(3) Het grastapijt is in een grotere hoeveelheid nodig. Bekleed er alles mee, wat er natuurlijk uit moet zien. Dan heb je al een optimale basis voor verdere uitrustingen.
(4) Zonder water zou het landschap maar half zo origineel zijn. Kies een handzame kant-en-klare vijver uit, die je later kunt vullen met water.
(5) De stukken kanthout heb je eventueel nog over van de bouw van het onderstel. Gebruik ze nu voor het maken van het vijveronderstel.
(6) Voor het maken van het vijveronderstel zijn er, afhankelijk van de grootte van de kant-en-klare vijver, triplexplaten nodig. Kies de grootte zo uit dat je aan de buitenkant rond de vijver nog een rand overhoudt. Deze kun je later gebruiken om er planten op te zetten.
4. Uitrusting
Stap 1
Voor het bouwen van een vijveronderstel leg je de vijverschaal op de respectievelijke triplexplaat en teken je de buitenomtrek op het hout. Leg de vijverschaal dan weg en teken de binnenrand af, die uitgezaagd moet worden.
Stap 2
Boor in de binnenste lijn een gat van 10 mm om de decoupeerzaag in te kunnen steken. Nu kun je de vijvervorm er uitzagen met de decoupeerzaag. Omdat de vijvervorm normaal gesproken niet symmetrisch is, moet de triplexplaat omgedraaid worden. De afgetekende omtrek zit nu aan de onderkant.
Stap 3
Maak passende pootjes met de stukken kanthout om de triplexplaat op te leggen. De diepte moet nu overeenkomen met de diepte van de vijver. Als bodemoppervlak kan de uitgezaagde plaat gebruikt worden, dan staat de met water gevulde vijver stabiel en kan hij niet doorbuigen.
Stap 4
Na het opstellen van je landschap, kun je de vijverschaal er inzetten. Volgens hetzelfde principe kun je nog een tweede vijver voorbereiden. Maar gebruik dan een andere hoogte, dan ziet het er natuurlijker uit.
Tip:
bouw er nog podia in, waarmee je het landschap op verschillende hoogten kunt brengen. De natuur is ook niet helemaal effen en glad.
Nu kun je tuinman worden en het grastapijt gaan leggen. Tacker hem op de gewenste plaatsen op het hout. Op het grastapijt komen planten en de verdere uitrusting, zoals een tent en een boot. De boot kan ook in positie gebracht worden met een elektrische kabeltakel en je kunt daarmee „gaan vissen“.
Materiaal:
- Spijkerplaat
- Planten
- Scharnier
- Elliottis Pine, 18 mm
- Hoekijzer
Gereedschap:
Dit moet je nog aanschaffen:
- Decoratie-eenden
- Bootje
- Visserstent
- Decoratie-artikelen (bijv. Bladeren)
Aflevering 4:
De Bierbeek
„Heerlijk en helder: de Mancave bierbeek.“
1. Basisbehuizing
(1) (2) (3) Zaag de houten platen voor de basisbehuizing in de opgegeven maten. Maak de zaagranden glad met schuurpapier.
(4) (5) (6) Zaag de stukken kanthout op de benodigde lengte.
Stap 1
De houten platen worden met behulp van de stukken kanthout aan elkaar geschroefd. Begin met twee zijwanden en schroef deze aan de buitenkant aan het binnen opgestelde kanthout. Gebruik hiervoor de houtschroeven met verzonken kop, 4 mm x 40 mm.
Stap 2
Schroef de andere zijwanden ook vast volgens dit principe. Tot slot komt de afdekplaat er op.
2. Opbouwelement
(1) (2) (3) Zaag de houten platen voor het opbouwelement in de opgegeven maten.
(4) De goothouder moet bij de nominale wijdte (NW) van het gebruikte gootsysteem passen.
Montage achterwand van de behuizing
Maak in het midden van de achterwand van de behuizing een opening zoals in de tekening. Deze is nodig voor de montage van de flessenglijbaan. Dan kun je de vier platen vanaf de achterkant vastschroeven. De montagehoogte van de beide middelste platen is variabel. Ze dienen als versteviging van de behuizing. Monteer tot slot nog het kanthout met de goothouder.
2. Opbouwelement
(1) tot (9) Zaag de houten platen voor het ontspannermechanisme in de opgegeven maten.
(10) (11) (12) Verkort de beide schroefdraadstangen op de opgegeven maten. Dat gaat het beste met een metaalbeugelzaag. Ontbraam de zaaguiteinden met een platte vijl, zodat de moer er opgedraaid kan worden.
(13) Het U-profiel wordt voorbereid met de benodigde boorgaten.
(14) De dranktrommel bestaat uit een KG-buis.
(15) Voor de rotatie van de trommel heb je een riem van 220 cm lengte nodig. Hiervoor kun je een rolluikriem gebruiken.
(16) Het hangende gewicht zorgt voor de aandrijving. De riem en het gewicht moeten na meerdere afwikkelingen weer naar boven opgewikkeld worden door het draaien van de trommel.
(17) De drukveer schuift de stift na de rotatie van de trommel weer in het boorgat in de trommel en stopt deze.
2. Opbouwelement
Stap 1
Het belangrijkste onderdeel van het ontspannermechanisme is de dranktrommel. Deze maak je van een KG-buis. De holle ruimte wordt opgevuld met bouwschuim. Na het uitharden van het bouwschuim worden er twee rechthoekige openingen voor de opname van de flessen gezaagd. Voor de as kun je een schroefdraadstang gebruiken, die door twee schijven aan het uiteinde van de buis loopt. Na het maken van de drankrol worden de houten platen in elkaar gezet. Schroef de houten platen vast met houtschroeven met verzonken kop, 4 mm x 40 mm. Je moet dan nog twee tegenoverliggende boorgaten (Ø 10 mm) zo in de trommel boren, dat de schroefdraadstang (10) na de trommelrotatie in het gat kan vastklikken. De exacte positie van de beide gaten bepaal je na het monteren van het ontspannermechanisme. Markeer de positie op de trommel, door deze in de steeds nodige positie te zetten. Dan kun je de gaten exact boren.
Stap 2
Het ontspannermechanisme wordt dan aan de achterwand geschroefd. De drankglijbaan wordt daarbij in de opening aan de achterwand geschoven. Bevestig de riem aan de dranktrommel met een houtschroef.
Stap 3
Zaag een passende opening in de afdekplaat voor de ontspannerhendel. Het beste is de maat pas op te nemen, als het ontspannermechanisme gemonteerd is. Ook de opening voor de riem maak je dan pas passend bij de positie van de riem. Dan past alles optimaal. Schroef de afdekplaat dan aan de voorkant vast. Om te zorgen dat de riem niet direct langs de wand loopt, kun je een riemgeleiding maken van twee houten platen en deze met een schroef verbinden.
3. Resultaatontspanner
(1) De voorkant van de resultaatontspanner biedt mogelijkheden voor de vorm. Je kunt meerdere niveaus een kleur geven, zoals in het voorbeeld en laten branden met LED-lampjes, die aan de achterkant gemonteerd zijn. Je moet op de desbetreffende posities gaten boren voor de LED’s, bijv. 14 stuks met een Ø van 10 mm en een afstand tussen de gaten van 2,5 cm.
(2) Zaag de vier stukken kanthout op de respectievelijke lengten.
(3) De stekkerdoos moet zo neergelegd zijn, dat de stekkers van de benodigde LED’s er ingedaan kunnen worden.
(4) De beide houders voor de aluminium buis worden zoals beschreven in elkaar gezet.
(5) Voor het inschakelen van de LED’s heb je lichtschakelaars nodig, die gemonteerd worden zonder afdekking. Breng aan de voorkant steeds met kabelbinders verlengingen aan de schakelaars aan, die de schakelaarswitch bedienen bij het stijgen van de ontspanner. Bij het dalen van de ontspanner worden de schakelaars dan weer uitgeschakeld.
(6) Gebruik geschikte LED-lampjes, die je afzonderlijk kunt bevestigen aan de achterkant.
(7) Het signaallampje gaat bij het bereiken van het hoogste punt aan door de ontspanner. De aan de achterkant gemonteerde schakelaar wordt weer uitgeschakeld door een trekkoord.
3. Resultaatontspanner
Zet de ontspanner met de gemaakte houten platen in elkaar. Met versteksneden krijg je een professioneel resultaat. Schroef de delen aan elkaar met houtschroeven met verzonken kop, 4 mm x 40 mm. Om het vastschroeven te vergemakkelijken, neem je de aluminium buis als hulp. Leg eerst een blad papier en dan de vier zijdelen om de aluminium buis en omwikkel deze bijv. met kabelbinders of een spanriem. Dan kun je de schroefgaten voorboren en alles vastschroeven. Het blad papier zorgt voor de nodige speling tussen de ontspanner en de buis. Dan kun je de rubberen plaat (3) er nog aan de onderkant aan plakken en de houten strook (2) er aan schroeven.
Stap 2
De houder voor de aluminium buis is twee keer nodig. Zet deze met de opgegeven maten aan elkaar. Aan de zijkant worden schroefgaten voor het bevestigen van de buis geboord.
Stap 3
Voor de montage aan het weergavepaneel bevestig je eerst de beide houders met de hoeken en de aluminium buis aan elkaar en dan monteer je deze aan het weergavepaneel. De rubberen onderdelen wijzen daarbij naar binnen, zodat de ontspanner opgevangen wordt.
4. Wip
(1) Zaag de vier stukken kanthout op de benodigde maat. Het boorgat voor de schroefdraadstang maak je door de vier stukken kanthout samen te doorboren, dan past alles.
(2) (3) Zaag de stukken kanthout ook op de aangegeven maat. De exacte lengte kun je aanpassen aan de diameter van de bovenkant van de bouwemmer.
(4) De rubberen strook is nodig als opvang. Je kunt bij het in elkaar zetten van de wip zelf proberen, hoe de strook gebogen moet zijn, zodat hij past bij jouw slag.
(5) De gatenplaat beschermt de wip tegen beschadiging.
(6) De verbinding van de verticale en horizontale stukken kanthout gaat het eenvoudigst met hoekverbindingen.
(7) Zaag de schroefdraadstang op de passende lengte. Dat gaat het beste met een metaalbeugelzaag. Ontbraam de zaagranden met een vijl, zodat de moer er opgedraaid kan worden.
(8) De bouwemmer is zogezegd de behuizing voor de wip. Een inhoud van 20 liter is optimaal.
4. Wip
Schroef eerst steeds de verticale en horizontale stukken kanthout tot een eenheid. Je kunt bijv. houtschroeven met verzonken kop, 4 mm x 30 mm, gebruiken. Schroef dan de delen aan elkaar met hoekverbindingen.
Stap 2
Nu heb je beton nodig. Dat gaat het beste met vloerbeton, die je als droog beton kunt kopen. Eerst doe je de opgegeven hoeveelheid water in een aparte emmer of een mortelkuip. Richt je daarbij op de opgaven op de verpakking. Dan wordt de droge massa toegevoegd en klontervrij geroerd. Je kunt hiervoor een roermachine gebruiken of een mengstaaf met een boormachine.
Stap 3
Zet dan de gemonteerde elementen in de emmer en doe er een laag beton bij. Om te voorkomen dat de massa niet breekt bij een veelvuldige en sterke belasting, gebruik je nog een wapening. Dat kan draad of kunnen andere metalen delen zijn. Het beste is deze ook in lagen te maken. Prik bij het vullen steeds weer met een troffel in de betonlagen, zodat er geen luchtbellen aanwezig zijn. Als de emmer tot aan de onderkant van het horizontale element gevuld is, kan het oppervlak glad gestreken worden met de troffel. Laat het beton dan uitharden.
Stap 4
Monteer nu de eigenlijke wip er in. Schroef hiervoor de beide stukken kanthout aan elkaar en boor in het midden het asgat. Nu kan de wip aan de schroefdraadstang geschroefd worden.
Stap 5
Zet de gatenplaat nog boven op het slagvlak en schroef hem vast met houtschroeven met verzonken kop, bijv. 4 mm x 20 mm. Boor de boorgaten altijd voor, zodat het hout niet scheurt. De opvang bouw je met een rubberen strook, die een of twee keer gevouwen kan worden. Probeer uit hoe sterk hij voor jou moet veren. De rubberen strook kun je dan aan het hout plakken, zodat hij er niet uit glijdt.
Stap 6
Zet de emmer nu op de slagpositie. Hij wordt niet bevestigd, maar blijft staan door het eigen gewicht.
5. Goot
Het plezier met de Bierbeek is afhankelijk van de lengte van de goot. Een lange goot betekent meer voorpret op de komende drank. Afhankelijk van de grootte van de beschikbare ruimte schaf je passende goten aan. Geschikt zijn goten uit de dakafwatering. Als je iets speciaals wilt maken, kun je het beste een koperen dakgoot gebruiken. Afhankelijk van de hoogte van de ruimte moeten er plafondhangers gemaakt worden, waar dan de goothouders aan gemonteerd worden. Belangrijk: zorg voor een helling van ca. 2 %, dan stroomt het water precies goed naar het transport van de flessen.
5. Goot
Monteer eerst de benodigde plafondhangers al naar gelang de hoogte van de ruimte. Elke afzonderlijke goot heeft minstens twee plafondhangers nodig. Bevestig de hangers passend bij jouw plafondconstructie. Ze moeten stabiel verankerd zijn. Laat de hangers eerst nog iets langer dan nodig is en verkort ze pas, als de helling en dus de montagehoogte vaststaat. Begin met de eerste goot bij de „kop van Jut“. Daar is het hoogste montagepunt. Je hebt vanaf nu hulp nodig bij de montage. Een ideaal hulpmiddel is nu een slangwaterpas. Daarmee kun je op lange afstanden exact dezelfde hoogte bepalen. Als je goot bijv. een lengte heeft van 3 meter, heb je een hoogteverschil nodig van 6 cm. Monteer de goothouder in dit voorbeeld dan 6 cm lager. Als de goot van richting verandert, kun je de afbuigende goot monteren zoals in het voorbeeld te zien is. De hoogste goot blijft open aan het uiteinde van de goot. Bij de afbuigende goot moet je rekening houden met de waterstroom. Het water moet in stroomsnelheid in de tweede goot aankomen. Hier moet je zelf uitproberen hoe de exacte positie moet zijn.
Stap 2
Breng nog een spatbeveiliging aan. Je kunt hier een plaat van het gootsysteem voor gebruiken.
Stap 3
Als je goten in de lengterichting in elkaar moet zetten, kun je speciale gootverbinders gebruiken. Deze hebben ook een z.g. randverbinder. Deze wordt eerst in de rand van de goot gestoken.
Stap 4
Verbind de goot dan stomp.
Stap 5
Nu komt de eigenlijke gootverbinder aan de buitenkant om de goot. De rubber afdichting dicht de verbindingslas af.
Stap 6
Het gootuiteinde wordt met een gootbodem gesloten. Als het eenvoudig moet, kun je de bodem gewoon van binnen met siliconen afdichten. Dat is echter niet duurzaam en alleen maar een snelle oplossing. Het is beter als de bodem er in gesoldeerd wordt. Hiervoor is kennis van solderen nodig. Ook het vouwen zou een mogelijkheid zijn. Maar ook hiervoor is speciale kennis vereist. Houd je daarbij aan de handleidingen voor de verbindingstechnieken.
6. Bar/behuizing
(1) (2) (3) Zaag de benodigde stukken kanthout op lengte. Het boorgat voor de schroefdraadstang maak je door de vier stukken kanthout samen te doorboren, dan past alles goed.
(4) De zijwand maak je dubbel van eenbetonplex. De schroefgaten worden voorgeboord. Let op een gelijkmatige afstand tot de rand van de boorgaten.
(5) Voor de voorkant wordt de gezaagdebetonplex voorzien van twee openingen, waardoor je in de aquaria kunt kijken. De afmetingen van de openingen zijn richtwaarden. Je kunt ook wachten, tot de aquaria zijn ingebouwd en dan beslissen over de geschikte uitsparingen.
(6) (7) (8) Zaag ook nog de inlegwanden en de bodem volgens de opgegeven afmetingen.
Stap 1
Monteer eerst met de stukken kanthout de benodigde omlijsting. Je kunt de stukken hout vastschroeven met 6-kant houtschroeven, 4 mm x 160 mm. De schroefkoppen moet je verzinken, zodat ze niet buiten het houtoppervlak uitsteken. Voor het verzinken is een cilinderboor geschikt. Monteer dan de bodem en de binnenste zijdelen er in en verbindt daarmee de kaders met een gelijkmatige afstand.
Stap 2
Als de basisopbouw staat, kun je de beide zijwanden en de voorkant monteren. Geschikt zijn houtschroeven met verzonken kop, 4 mm x 40 mm.
6. Bar/behuizing
Materiaal voorbereiden
(1) Zaag de vier stukken kanthout op lengte.
(2) De afdekplaat wordt na het zagen voorzien van twee openingen voor de watertoevoer.
(3) Er zijn twee aquaria nodig als waterreservoir. Je kunt ze vullen met een laag aquariumkiezel, zodat de flessen zacht op de bodem terechtkomen.
(4) De vijverfolie is nodig voor de overloop. Het water uit de aquaria loopt over en wordt opgevangen door de wand van vijverfolie.
(5) Een sfeervol uiterlijk kun je maken met extra LED-verlichting.
(6) (7) Zaag de beide houten platen van 18 mm dikbetonplex.
6. Bar/behuizing
Leg de vijverfolie in de bar en tacker hem vast aan de bovenranden. Alleen aan de bovenrand vastmaken, zodat de folie niet gaat lekken.
Stap 2
Zet dan de vier stukken kanthout er in. Deze worden niet vastgeschroefd.
Stap 3
Op de stukken kanthout wordt de bodem gelegd. Deze kun je vastschroeven aan de stukken kanthout. Schroef dan nog het achterscherm er aan.
Stap 4
Voordat je de bar afmaakt, kun je nog de LED-verlichting er in monteren. Zet dan de afdekplaat er op en schroef deze vast.
Stap 5
Tot slot worden de beide aquaria er ingezet.
7. Pomp
Voor het benodigde watercircuit heb je twee pompen nodig, het liefste twee huiswaterleidingen. Omdat de opvangwand van vijverfolie over de hele breedte van de bar loopt, kun je de beide zuigslangen aan een uiteinde van de bar plaatsen. Maak een geschikte bevestiging, zodat de slangen er niet afglijden. De slangverbinding loopt dan terug naar de „kop van Jut“. Als alles geïnstalleerd is, kun je een keer proefdraaien en alles testen. Leg hiervoor eerst flessen op de drankglijbaan en start dan het watercircuit. Laat dan je spieren rollen en sla op de „kop van Jut“, totdat de eerste fles in beweging komt. Nu kun je ook in beweging komen en het drankje aan de bar in ontvangst nemen. Het blijft echter aan het toeval overgelaten in welk aquarium de fles valt.
Materiaal:
- Dakgoot
- Drukveer
- Bekisting
- Kabelbinders
- KG-buis
- LED-lijst
- Gatenplaat
- Slang voor huiswaterleiding
- Gootbodem
- Goothouder
- Gootsteun
- Gootverbinding
- Goothoek
- Triplex, 18 mm
- Hoekverbinding
Gereedschap:
- Plaatschaar
- Metaalzaag
- Slangwaterpas
Dit moet je nog aanschaffen:
- Oud ijzer voor wapening
- Haltergewicht
Aflevering 5:
De Hoverstoel
„Zo ver de bladblazers dragen.“
1. Bodemplaat
(1) Schaf een tapijt in de gewenste grootte aan. Snij twee luchtgaten in het tapijt die overeenkomen met de gaten in de volgende afdekplaat.
(2) Zaag de afdekplaat uit een Betonplex. Zaag er twee luchtgaten in met een Ø van 7 cm en op een afstand van 13 cm van de hoeken. Boor schroefgaten in de bodemplaat. Gatenafstand: ca. 15 cm. Randafstand: 5 cm.
(3) Zaag de lijst uit een Betonplex. Zaag het uitsnijding er uit.
(4) Schaf vijverfolie in de passende grootte aan. Knip aan elke kant 3 luchtgaten met een Ø van ca. 5 cm in de folie.
Stap 1
Stem de lijst en de vijverfolie in het midden op elkaar af. Klap de vijverfolie aan de lange kanten omhoog en plak de randen boven op de lijst vast met sterk plakband.
Stap 2
Klap de vijverfolie ook aan de smalle kanten omhoog en plak deze randen ook vast. Naar beneden steekt de vijverfolie uit om uit te kunnen zetten.
Stap 3
Leg de afdekplaat goed op de lijst en schroef hem boven op de lijst vast. Je kunt bijv. houtschroeven met verzonken kop van 4 mm x 40 mm gebruiken. Deze zijn ook geschikt voor de resterende houtverbindingen. Het tapijt kun je bevestigen met dubbelzijdig plakband. De beide luchtgaten moeten overeenstemmen met de afdekplaat.
2. Aandrijfblazer
(1) Regel een aandrijfblazer (bladblazer). Meer power –meer plezier.
(2) Maak individueel een schakelinrichting passend bij de bladblazer.
(3) Steek een 67° boog op de aansluitsteun voor de blaaspijp.
Stap 1
Maak een hoekprofiel met opening voor de flexibele stuurkabel en bevestig hem zo aan de flexibele stuurkabel dat de handbediende hendel ermee kan worden bediend. Eventueel moet de behuizing geopend worden om de flexibele stuurkabel met de handbediende hendel te kunnen verbinden.
Stap 2
Let op: bij het openen van de behuizing en bij oneigenlijk gebruik vervalt onder omstandigheden de garantie van de fabrikant.
3. Hefhendel
(1) tot (5) Maak houten vormen uit een Betonplex van 2 cm. Boor schroefgaten volgens de tekening.
(3) Breng aan de zijkant twee gleuven aan om de flexibele stuurkabels door te leiden (zie de tekening).
(6) Maak de hefhendel van de steel van een bijl. Breng hiervoor een asboring en aan beide kanten een opnamegleuf voor de flexibele stuurkabel aan.
Functieprincipe
Voor het bevestigen van de hefhendel is een behuizing nodig, waarin de hefhendel zit en de beide flexibele stuurkabels bewegen. Deze leiden weer naar de aandrijfblazer en besturen deze via de startknop.
3. Hefhendel
Maak de beide gleuven voor de flexibele stuurkabels zo dat deze op één hoogte zitten met de opnamegleuven aan de hefhendel.
Stap 2
Schroef de gemaakte houten vormen vast.
Stap 3
Geleid de eerste flexibele stuurkabel in de gleuf van het zijdeel.
Stap 4
Zet de flexibele stuurkabel in de achterste opnamegleuf aan de hefhendel. Zet een stang met schroefdraad in de achterwand als as voor de hefhendel. Draai er aan de achterkant een moer met sluitring op. Steek dan de hefhendel met de flexibele stuurkabel op de stang met schroefdraad. TIP: om te zorgen dat de flexibele stuurkabel aan de hefhendel niet los laat, kan hij met plakband vastgemaakt worden.
Stap 5
Zet de voorste flexibele stuurkabel er ook in en verbind hem met de hefhendel.
Stap 6
Zet de voorste plaat er tegenaan, schroef hem vast en draai de moeren met sluitring op de stang met schroefdraad.
Schroef de aanslagplaat voor de hefhendel aan de bovenkant vast.
Belangrijk: de flexibele stuurkabels moeten telkens verbonden zijn met de aandrijfblazer.
4. Aandrijfaggregaten
(1) Bereid de zijwand voor met een schuine snede.
(2) Zaag planken.
(3) Regel een aandrijfblazer (bladblazer). Bouw de schakelinrichting zoals bij de hefblazer. Zet de blaaspijp er op.
Functieprincipe
De beide aandrijfaggregaten bestaan uit telkens een plank, waarin steeds twee aandrijfblazers worden gebouwd. De aggregaten zorgen voor de verplaatsing van de Hoverstoel. Het sturen gebeurt door het bedienen van de aandrijfhendel aan de rechter of de linker kant.
4. Aandrijfaggregaten
Monteer de beide planken uit de gemaakte houten vormen. Boor de schroefgaten in de desbetreffende houten vormen. Voor het vastschroeven kunnen houtschroeven met verzonken kop van 4 mm x 40 mm worden gebruikt.
Stap 2
Zet eerst de respectievelijke onderste blazer in de plank. De blazer moet 180° gedraaid worden, zodat hij aan de onderkant van de behuizing geschroefd kan worden. Afhankelijk van de vorm van de behuizing moet de lengte van de schroef gekozen worden. De schroeven mogen alleen in de buitenkant van de behuizing gedraaid worden.
Stap 3
Zet vervolgens de respectievelijke bovenste blazer in de plank en schroef hem vast.
5. Stuurknuppel
(1) (2) (3) Maak houten vormen uit een 2 cm dikke Betonplex. Boor schroefgaten.
(3) Breng aan de zijkant twee gleuven aan voor de geleiding van de flexibele stuurkabels (zie de tekening).
(4) Maak de stuurknuppel van een steel van een bijl. Maak hiervoor een asboring en aan beide kanten een opnamegleuf voor de flexibele stuurkabel.
5. Stuurknuppel
Maak de beide gleuven voor de flexibele stuurkabels zo dat deze op één hoogte zitten met de opnamegleuven aan de stuurknuppel.
Stap 2
Schroef de gemaakte houten vormen vast.
Stap 3
Zet de achterste flexibele stuurkabel in de achterste gleuf en aan de stuurknuppel. Zet een stang met schroefdraad in de achterwand als as voor de stuurknuppel. Steek de stuurknuppel met de flexibele stuurkabel op de stang met schroefdraad. TIP: om te zorgen dat de flexibele stuurkabel aan de stuurknuppel niet los gaat, kan hij met plakband vastgemaakt worden.
Stap 4
Breng een trekveer aan voor het terugtrekken van de stuurknuppel. Zet de voorste flexibele stuurkabel er ook in en verbind hem met de stuurknuppel.
Stap 5
Schroef de voorste afdekking van de behuizing er op en schroef de moeren met een sluitring er op.
Belangrijk: de flexibele stuurkabels moeten steeds verbonden zijn met de aandrijfaggregaten.
Eindmontage
Tip: veranker de stoel pas definitief na een testloop. Met de stoel kan het evenwicht van de totale constructie nog uitgebalanceerd worden.
Schroef de beide aandrijfaggregaten aan de zijkant van de stoel aan de bodemplaat.
Monteer de beide stuurknuppels zo aan de stoel dat ze gemakkelijk te bedienen zijn. De flexibele stuurkabels zijn verbonden met de aandrijfaggregaten.
Tip: let er op dat de flexibele stuurkabels niet geknikt worden.
Zet de beide aandrijfblazers met de kniestukken in de daarvoor bestemde openingen in de bodemplaat.
Schroef de blazers met gatenbanden aan de bodemplaat.
Monteer de hefhendel met de verbonden flexibele stuurkabels aan de voorkant aan de bodemplaat.
Ga zitten en test de functie met een opgeladen accu.
Materiaal:
- Montageband
- Trekveer
Gereedschap:
Dit moet je nog aanschaffen:
- Remkabel
- Stoel